GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ons gedurig vermaan, dat de Gerefor

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ons gedurig vermaan, dat de Gerefor

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ons gedurig vermaan, dat de Gerefor? meerden in bjt Hervormd kerkgenootschap toch eindelijk weer eens een teeken van leven mochten geven, schijnt dan toch niet geheel vruchteloos te zijn gebleven.

Deze broeders beginnen het dan toch in te zien, dat ze door de Modernen, Groningers en Ethischen hoe langer zoo meer in den hoek worden gedrongen; nauwelijks meer meetellen; en feitelijk van allen invloed op den gang van zaken verstoken zijn.

Nu begrijpen we uitnemend wel, dat zulke broeders ons tegenwerpen: „Gijlieden zijt hier de schuld van. Waarom niet bij ons gebleven.? Dan waren we veel sterker geweest. Uw Doleantie is de oorzaak onzer zwakheid!"

Dat is precies dezelfde redeneering, waarmee wij ons vroeger over de Gescheiden broeders beklaagden. Ook te hunnen opzichte toch klaagden we zoo dikwijls: „Waart gij bij ons gebleven, hoeveel krachtiger zou ons optreden zijn geweest!"

In deze klacht kunnen we dus inkomen. We begrijpen, haar. We vinden haar natuurlijk. Mits deze lieve broeders, die ons zoo na staan, zich nu ook maar eens in onze toestanden willen verplaatsen, en pogen te begrijpen, dat men nooit veilig gaat met tegen de conscientie te handelen, en dat onze conscientie ons nu eenmaal verbood, voor geheel ongeloovige jongelieden den toegang tot het heilig Avondmaal te ontsluiten.

Dat hun conscientie hiertegen niet in verzet komt; nemen we aan; maar, met Gods Woord in de hand, durven we dan toch vragen, wiens conscientie hierin meer naar den eisch van onze Gereformeerde belijdenis sprak.

Doch dit punt laten we thans rusten.

Het eenige v/at we van onze Gereformeerde broederen in het Hervormd Genootschap op dit oogenblik vragen is: Zit toch niet stil, broeders! Zwijgt toch niet waar anders de steenen zelfs roepen zullen. Onze weg behaagde u niet. Het zij zoo. Maar voor het minst we..st dan toch den Woorde Gods gehoorzaam, betoont u leerjongers van onzen Heere Jezus Christus, toont kloekheid, weest mannen, en doet uw plicht.

Men schreef ons dan ook, dat men de noodzakelijkheid hiervan wel inzag, maar niet wist hoe het aan te leggen. Men wilde wel, maar men kon niet. Het ontbrak zoo ten eenenmale aan een leider; want, zoo wierd er bij gevoegd, die thans zich als leiders opwerpen, „helpen ons van den wal in de sloot."

Dit betreuren we.

Het zou zoo wenschelijk zijn, dat er althans één man opstond onder deze broederen, die niet maar phantaseerde en redeneerde en repristineerde, maar die duidelijk een weg aanwees, om, zonder Separatie of Doleantie, aan den goddeloozen en onhoudbaren, en bovendien smadelijken toestand een einde te maken.

Want waarlijk, wat men nu weer uit Friesland vernam, doet wel eenïgszins aan dat „van den wal in de sloot denken."

Verbeeld u, daar is thans door Gereformeerde broederen een poging gewaagd, om nog weer eens een afdeeling van de Confessioneele Vereeniging op te richten.

Nu moest ge eens weten hoe indertijd door deze zelfde broeders over deze Confessioneele Vereeniging geoordeeld werd.

Ze was het aanzien niet waard. Ze was beginselloos. Ze was een doekje voor het bloeden. Ze stond op een geheel valsch standpunt. Ze was het werk van lijmers en krammers.

Zoo hard nu oordeelden wij nooit.

Historisch oordeelende, begrepen wij uitnemend goed, hoe vóór dertig jaren zulk een Vereeniging als de Confessioneele het product van de toenmalige toestanden was, en inmiddels zegenden we den arbeid van Evangelisatie, die hier en daar van deze Vereeniging uitging.

Maar thans, na al wat geschied .»s, in den jare onzes Heeren 1891, tot deze Confessioneele Vereeniging terug te keeren, en in een nieuwe afdeeling van deze Vereenigfng heusch nog het heil van de kerk van Christus te zoeken, is zóó bizar., en zoo riekende naar onnoozelheid, dat men haast in verzoeking zou komen, om aan deze broederen toe te roepen: Als dat nu al uw tegenstand is, eilieve, mannen broeders, doet dan maar liever niets!

Zoo toch brengt ge in uw Genootschap den Gereformeerden naam nog meer om .zijn eere, dan hij dat dusver reeds was.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 november 1891

De Heraut | 4 Pagina's

Ons gedurig vermaan, dat de Gerefor

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 november 1891

De Heraut | 4 Pagina's