GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een markwaardig handschrift.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een markwaardig handschrift.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tot de preciosa der Provinciale Bibliotheek van Zeeland, te vinden in de sAbdij", den vroegeren kloosterhof van Middelburg, behoort ook een manuscript in twee deelen groot folio, behelzende eene vertaling van den Pentateuch, Joaua. Richteren, Ruth, I Samuel, II Samuel, I Koningen, II Koningen, I Kronijken, II Kronijken, Ezra, Nehemia en Esther. Vóór ket eerste deel staat op ket titelblad-Uyt de Hebreusche spraecke, daerin die oorspronckelik van Most beschreven zijn, trouwelick in Nederduytsch vertaelt ende overgesetdoor HERMANNUM FAUKE-LiUM Brugensem ende Dienaer der Gemeynte Jesu Christi tot Middelburgh in Zeelandt, " En aan den voet. Middelburgh in Zeelandt. Ge scgreven met eygen handt HERMANNI FAUKELII." Aan het slot van het tweede deel leest men-TiavTore Só^oc 0sü. Absolvi a-uv ©scj» description Librorum historicum hujus translations exfontibus Hebraïcus 17 Juhi anno a salutifero virginis illiua partu 1624; " dat is: „Gode alleen zij de eer! Met het schrijven van dezeverta ling der historische boeken uit het Hebreeuwsch ben ik klaar gekomen den lyden Juli van het jaar onzes Heeren en Zaligmakers 1624." •

Hetmannus Faukelius, bij onze Gerefor meerden bekend door zijn iikort begrip der Christelijke Religie.^'' op last van den Middclburgschen kerkeraad in i6o8 door hem opgesteld (i), was een der beste predikanten uit den bloeitijd onzer kerken. Omstreeks het jaar 1560 te Brugge geboren, kwam hij op 23 jarigen leefdjd aan de Leidsche academie, oefende zich gedurende zijn tweejarig verblijf aldaar voornamelijk in de Oostersche talen, en vertrok in 1585 naar Keulen, »zijnde geroepen in de heymelicke gemeynte" aldaar. Vanhier is hij »tot Middelburgh gecoramen anno 1599, " om als dienaar des Woords op te treden in de eenige kerk uit die van ons vaderland, welke destijds reeds negen predikanten had.

In 1618 vaardigde de provinciale synode van Zeeland, te Zierikzee vergaderd, met Udemans, Regius en De Rijcke ook Faukelius af naar de nationale Synode, die te Dordrecht zou gehouden worden. Daar vinden wij den arbeidzamen man als assessor, en menige werkzaamheid zien wij op zijne schouders gelegd. Men leze slechts de notulen der 17e, 43e, 128e iSSe, lyse, 177e en 178e sessie. Maar allermeest denke men aan de 13e zitting, waarin de synode Faukelius aanwees als een der drie vertalers voor het Nieuwe Testament.

Nu, op dit gebied had hij zijne sporen verdiend. Immers, ten vorigen jare, 1617, was te Middelburg bij Adriaan van de Vivre in octavo verschenen i> Hef Nieuwe Testament onzes Heeren JEZU CHRISTI, tot den Griekschen overgkesef, neerstelkk nu ovtrsien na de beste oversettingen, ende van veel druckfauten ghesuijvert; met nieuwe sommarien ende afdeelinghen der capittelen, midtsgaders annotatien aen den kant tot verklaringhe van den tekst, " Deze uitgave was van Faukelius. Dat zij meer dan copie was, blijkt wel uit het getuigenis van den noogleeraar Sixtinus Amama, die in 1625 eene verbeterde Bijbeluitgave bezorgde en aaarbg in zijne voorrede schreef: „In dit ^t*°^i V ^^^^ ^" '^ "•*' ^^" *"Ü geschiedt, twelck yemanden eenighe regtveerdige oorsaeke can geven van berispinge, gelyck dan oock over hetsclvjghe, en noch meer, voor my gedaen heeft m de Oversettinge end-Anno tatie des N T^de eerwaerdige. godsalige ende zeer geleerde D. Hermannus Faukeliusfs. G., wiens Oversettinge oock in dcse Editie in het

I , . rn.^flfi? '' ? '°''-^y°-"'^^ Zuid-Holland, in 1620 i Ne£H«v, ^'T°"w 'J-P'? --', - ^ Dermout, ...G^sch. der Kerk«, iie, deel, pag. 278 en de 325e aanteekcniag,

N. T. gevolgt is, alsoo deselvighe veel correcter is als de oude, ende van veele seer begeert ende gepresen wordt." Deze loftuiting gaf Prof. Amama waarlijk niet uit Contra-Remonstrantsche sympathieën, want hij was Arminiaan; dies heeft op dit stuk zijn getuigenis te meer waarde.

Niet zoodra had Faukelius dezen arbeid volbracht, of de volijverige man zette zich tot de vertaling van een gedeelte des Ouden Testaments. Hierbij bepaalde hij zich tot de geschiedkundige boeken. En dezen arbeid nu bevat het manuscript, waarvan ik hierboven sprak.

Het behelst evenwel niet aXlcen de vertaling van Genesis tot en met Esther, maar ook vindt men boven elk boek en boven ieder hoofdstuk een beknopte inhoudsopgave. Aan den kant plaatste Faukelius korte lemmata en ach ter ieder hoofdstuk liet hij tal van aanteekeningen volgen. Reeds eene oppervlakkige inzage van dit handschrift verbaast ons. Men kan zich ter nauwernood eene voorstelling vormen van de buitengewone werkkracht van den man, die op zestigjarigen leeftijd, te midden van velerlei andere bezigheden, waarvan de rijke acta der classis Walcheren weten te getuigen, nog tijd en moed kon vinden tot zulk een gelukkig volbrachten arbeid Het schrift is keurig net, de bewerking uitnemend. Met stipte nauwgezetheid is zwarte, blauwe en roode inkt gebruikt, en de letters verschillen in soort i en grootte. Bn wat de vertaling zelve betreft, deze bezit vele verdiensten. Daartoe leken ik niet, dat zij over het algemeen vrij letterlijk is. Daardoor is zijne wijze van uitdrukking soms gewrongen. Ook verraadt eene enkele maal zijne taal zijne Vlaamsche afkomst. En wie weet, dat Faukelius in 1625 stierf, be. grijpt natuurlijk ook, dat hij zich niet kon ge dragen naar de taalregels, welke men in 1628 te Leiden vaststelde Maar daar staat tegen over, dat het schoone, »du" en »dij", door Marnix zoo fier verdedigd, door onze Staten vertalers helaas vermoord, behield. Vaak is zijne woordenkeus zeer juist en vindt men eene veel meer verstaanbare uitdrukking, dan later in de Statenvertaling werd opgenomen.

Maar wat vooral waarde geeft aan dit werk, zijn de hoogstbelangrijke en uitvoerige aanteekeningen. Meestal bewegen ze zich op het gebied der archaeologie, in ruimer zin genomen ; veelal citeeren ze de Septuagint of uitspraken van kerkvaders en klassieke schrijvers; en niet zelden richten ze zich polemisch tegen de wangevoelens der Roomschen, Remonstran ten en Wederdoopers van die dagen.

In éen woord: het manuscript is van belang voor den man van studie, om er zijne kennib door te vermeerderen en in zijn ijver geprikkeld te worden, voor den man des geloofs, om te zien, wat wetenschap, door Christus geheiligd, vermag bij te brengen tot dieper inzicht in het Woord. En ons allen kan deze eerezuil, die Faukelius zichzelven stichtte, brengen tot of versterken in de overtuiging, dat de Gereformeerde belijdenis, beleden en beleefd, m.annen kweekt in den waren zin des woords. Want ook Fankelius heeft zoo uitnemend een werk alleen kunnen leveren, omdat hij inderdaad Gereformeerd was, dat is, omdat hij behoorde tot die »Calvinistische vaderen, die in de vreeze Gods zoo wondere kracht ontwikkeld hebben".

Aangenaam zal 't mij zijn, indien een of andere Heraut-lezer zich door deze regelen Toelt opgewekt, om bij een eventueel bezoek aan Middelburg te gaan zien naar dit «merkwaardig handschrift". Hij-zaï zich de moeite niet hebben te beklagen.

A.

O.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 maart 1893

De Heraut | 4 Pagina's

Een markwaardig handschrift.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 maart 1893

De Heraut | 4 Pagina's