GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Nog eens het knetteren van de  Synodale karabijn.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nog eens het knetteren van de Synodale karabijn.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sinds lang zwegen we van de houding door de Classical e Besturen en hun onderhebbende kerkeraden aangenomen tegenover hen, die saamwoning in één kerk en aanzitting aan één heiligen Disch met loochenaars van den Christus op kerkelijk terrein ongeoorloofd achten, en deswege oordeelen geen gemeenschap te mogen hebben aan zulk een kwaad, door lid te zijn van een Genootschap, dat deze zonde reglementair in stand houdt.

Hierover te spreken heeft geen doel meer.

Over en weer is de positie gekozen, en al kunnen we niet inzien, dat het nog ooit hetzij aan de antinomiaansche theorie, hetzij aan de kerkelijke eenheidstheorie gelukt is, haar standpunt te rechtvaardigen, wij laten de zaak aan een ieders consciëntie over.

Er is Eén die hen en ons zal oordeelen.

Toch kan het goed zijn, een enkel maal nog eens een stuk af te drukken, dat den stand en de stemming der geesten uitdrukt.

Zoo doen we ook nu met een schrijven van den kerkeraad der Herv. gemeente te Voorst, gericht aan de heeren A. H. Hartsuiker, J. Wansink, en W. Wolters, die den kerkeraad hadden aangezocht, de hervorming van de bestaande misstanden ter hand te nemen.

Daarop nu ontvingen ze dit antwoord:

De kerkeraad der Nederd, Hervormde Gemeente te Voorst, ontvangen hebbende een schrijven dd. 24 Februari 1896, waarbij gijlieden hem verzoekt om ster hand te nemen" wat gij noemt 5de Reformatie der Kerk"; en te mogen vernemen sof hij dit door zwijgen en stilzitten op het ambt der geloovigen schuift";

Overwegende, dat de sreformatie der Kerk" geen werk is dat men zoo maar ter hand nemen kan, en dat dit niet anders zou zijn als de snoode zond e om het werk Gods aan nietige menschen toe te kennen;

Overwegende, dat het door Ui. aan hem gericht verzoek alleenlijk bedoelt eene oproerige omverwerping van de wettelijk bestaande orde in de Nederd. Hervormde Kerk, waarvan wij en gij leden zijn;

Overwegende, dat, indien hij aan Uw onbetamelijk verlangen voldeed, hij zich zou schuldig maken aan schandelijke ontrouw aan de eenmaal met bewustheid afgelegde belofte, om hare wettige verordeningen op te volgen, om niede te werken aan haren bloei;

Overwegende, dat hij zich te schamen zou hebben voor God, indien hij zulk een voorstel zelfs maar in overweging nam;

Overwegende, dat hij de zoogenaamde, door U begeerde, ^reformatie" niet schuift op het sambt der geloovigen; noch ook schuiven mag omdat men noch op een ander mensch noch op een ambt van menschen mag schuiven wat men zelf veroordeelt;

Overwegende, dat het jambt der geloovigen", hetwelk niet is eene bediening in de gemeente, maar, gelijk zonneklaar blijkt uit Art. 28 Ned. Geloofsbelijdenis, esn taak, plicht, roeping van den geloovige; niet meebrengt muiterij aan te richten in kerkelijk regimeiit hetwelk uit het vleesch is en dus zonde voor God;

Overwegende, dat hij niets wil schuiven op de verantwoordelijkheid van zijn naaste, maar dat hij bij God en menschen aansprakelijk wil staan voor zijne houding in deze zaak;

besluit U te berichten dat hij Uw verzoek afwijst;

en vermaant U, van zulke booze overleggingen en voornemens, als welke in Uw brief doorstralen af te laten en met eerlijkheid en trouw U te'houden aan de, ook door U, eenmaal afgelegde belofte, wier schending U onder Gods oordeel brengen zou.

Gedaan in onze vergadering van den 6en Maart 1896.

Namens den Ker'keraad der Nederd. Hervormde Gemeente te Voorst.,

H. W. V. LiNDONK, Pres.

G. J. BEKER, Ottderling.

Voorst., 6 Maart 1896.

Lezing en herlezing van dit stuk loont metterdaad de moeite.

Om den toon.

Hoog, kwetsend, zonder één bijklank van herderlijken, zoekenden, heiligen zin.

Maar ook om deit inhoud.

De reformatie, d. i. de wegneming van misstanden in de kerk van Christus, is een werk^. Gods, in tegenstelling met het werk der menschen, en wie hierin menschen als instrumenten erkent, begaat snoode zonde.

Arme Luther! En nog armer Calvijn !

En zoo schrijft een Protestantsch college. kerkelijk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 april 1896

De Heraut | 4 Pagina's

Nog eens het knetteren van de  Synodale karabijn.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 april 1896

De Heraut | 4 Pagina's