GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een bedenkelijk verschijnsel, zoo lezen we in de Noord-IIoUandsche Kerkbode^ openbaart zich hoe langer zoo duidelijker in het leven van de Geref. Kerken.

Dat bedenkelijk verschijnsel is, dat de gemeente, wanneer er Catechismusprediking is, zeer traag opkomt, dat velen dan steeds gemist worden.

Hoe komt het toch, dat de opkomst des avonds zooveel minder is dan des morgens ? Ligt de oorzaak alleen bij hen, die niet tweemaal ter kerk kunnen komen? Neen, waarlijk niet. Er zijn er, die werkelijk niet kus nen; maar hun getal is niet zoo groot, dat dit zulk een invloed zou hebben op de samenkomst der gemeente des avonds. En onder hen zijn er juist, die alleen des avonds kunnen en dan ook getrouw komen. Bij hen moet de oorzaak dus niet gezocht.

Waar ligt de oorzaak dan ? Eerstens bij zoovelen, die meenen, dat het reeds ruim genoeg is als zij eiken Zondag eenmaal ter kerk gaan. Er zijn gunstige uitzonderingen. Onder de catechisanten en onder de belijders worden er gelukkig nog gevonden, die getrouw met de gemeente saamkomen en den Heere gehoorzaamheid bewijzen. Maar hun getal is klein, vergeleken bij die catechisanten en belijders, die als stelregel hebben aangenomen slechts eenmaal te komen, en die liever wandelen of andere dingen doen dan ter kerk gaan. Wat denzulken ontbreekt is duidelijk genoeg. Zij missen den rechten lust en liefde voor des Heeren dienst.

Maar behalve op hen, moet ook nog op anderen gewezen, die om andere oorzaken evenzeer stelselmatig van de Catechismusprediking wegblijven.

Er zijn ook leden der kerk, die zeggen, dat zij door genade waarlijk den Heere liefhebben en dat het de keuze van hun hart is Hem te dienen en te gehoorzamen en die toch ook des Zondagsavonds stelselmatig thuis blijven of zich elders heen begeven. Hoe dit mogelijk is, is mij een raadsel. Want dat wegblijven uit de kerk is dan toch geen gehoorzaamheid en is ook geen bewijs van liefde voor den Heere. Was dat wegblijven een uitzondering, wij zouden zwijgen, maar waar dat wegblijven regel wordt, daar moeten wij spreken en zullen wij getuigen, zoolang de Heere ons daartoe de kracht verleent. Want waarom blijft men weg? Eigenlijk omdat men volkomen gelijkt op de mannen van Athene. (Handel. 17:21). Men wil, zoo heet het, wat nieuws hooren en dat ontvangt men nu in de Catechismusprediking niet. De Catechismus is zoo duidelijk, zegt men, dat daarover eigenlijk niet behoeft gepreekt. De Catechismusprediking heeft men al zoo dikwijls gehoord, dat het overbekend is. 't Is niet nieuw meer.... en daarom blijft men weg. Zeg niet dat dit niet de verborgen kwaal is, want geheel het kerkelijk leven bewijst het. Want als er des avonds dankzegging na het Avondmaal is, of als er een andere dominé preekt, die geen Catechismus behandelt, dan is de gemeente getrouwer en kan men wel komen. Dan is het niet te warm en zijn er geen vermeende krankheden en bezwaren. Wat men dus ook tegenwerpe, het feit kan niet langer worden ontkend, oi de grond van alles ligt ten slotte in de Catechismusprediking.

De vraag is nu maar: andelen zulkegeloovigen recht ? Staan zij vrij voor God den Heere ? En op die vragen luidt 't antwoord beslist ontkennend. Die geloovigen, die dan wegblijven omdat het toch maar Catechismusprediking is en omdat zij den Catechismus zoo goed kennen, handelen niet overeenkomstig den Catechismus, Zij moeten de 38ste Zondagsafdeeling eens nalezen en biddend overdenken. Die Zondagsafdeeling vermaant tot een andere praktijk. Deze 'geloovigen zijn zelve oorzaak dat onze belijdenis en dat de dienst des Heeren in verachting komt. Wanneer zij, die belijden liefde te hebben voor den Heere en Zijn dienst, zich stelselmatig des avonds onttrekken, dan vinden de tragen en zorgeloozen daarin een vrijbrief om ook weg te blijven. Zoo staan deze geloovigen, die dan vooraan moesten staan in den dienst en in den strijd, mede schuldig aan de ongehoorzaamheid en overtreding van anderen. En eindelijk wordt des Heeren Geest door zulk een taal, door zulk een praktijk beleedigd en bedroefd. Israël ontving eiken dag van Zijn God hetzelfde manna. Wat was de Heere goed. Maar. Israël riep uit:07ize ziel walgt over dit zeer lichte brood. (Numeri 21 : 5).

Wij zeggen: hoe snood ondankbaar was dat Israël toch. Maar laten wij eens de hand in eigen boezem steken! Doen wij niet dezelfde zonde wanneer wij des Heeren dienst verzuimen omdat de stof, die behandeld zal worden, niet nieuw is, niet genoeg prikkelt? Wat God geeft voldoet ons niet meer. Van Hem en Zijn zegen wordt het niet meer verwacht.

Zoo wordt den Heere smaadheid aangedaan door Zijn volk.

Maar daarom wijkt de troost, de krachtige werking van des Heeren Geest.

De wonde is blootgelegd, om des gewetenswillc, om de eere des Heeren.

Geve de Heere ons genade, opdat wij ons oprecht voor Hem verootmoedigen, opdat wij onze verkeerde wegen verlaten en ons oprecht, niet alleen met de lippen maar waarlijk met het hart, bekeeren tot Hem.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 augustus 1896

De Heraut | 2 Pagina's

Uit de Pers

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 augustus 1896

De Heraut | 2 Pagina's