GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Eisch van goede polemiek.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eisch van goede polemiek.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tot ons genoegen zien we, dat Ds. Bos van Bedum met de nadere toelichting van zijn standpunt een begin heeft gmaakt; en we zullen trachten, zoodra hij aan het positieve deel van die toelichting toekomt, er onze lezers van op de hoogte te houden.

Thans is hij zoover nog niet, en besprak alleen de uitdrukking van dualisme. Toch komt reeds in dit vertoog iets voor, dat niet geheel in den haak is.

Vooreerst toch, is de uitdrukking dualisme niet voor het eerst in de bekende stellingen gebezigd, maar door de 17 afgevaardigden ter Synode van Kampen, 1889, blijkens de officieele toelichting van hun gevoelens in de 'Memorie van de heeren Donner c. s.

En in de tweede plaats, is de uitdrukking dualisme in de Amsterdamsche stellingen niet gebezigd in onbepaaldén, maar in bepaalden zin. Er staat toch: Het is het standpunt van het consequente dualisme ttisschen het leven der institutaire kerk en het leven buiten die kerk.

Er was alzoo gesproken niet van alle dualisme, maar van een enkel soort dualisme. Van dat ééne bepaalde dualisme, dat het kerkelijk institutaire leven afscheidt van het leven buiten de institutaire kerk.

Die woorden citeert Ds. Bos dan ook, maar daarop gaat hij uiteenzetten, hoe er allerlei duahsme is, en zegt dan ten slotte:

liet dualisme was het kettersch element in de leer der Doceten, die zich niet begrijpen konden, dat de Zone Gods een menschelijk, stoffelijk lichaam kon aannemen, en daarom liever spraken van een „schijnlichaam; " tegen welk beginsel de Apostel Johannes reeds opmerkt, dat zij die loochenen, dat Christus in het vleesch gekomen is, antichristelijk zijn. Het wortelt zelfs in het Heidensch Manicheïsrae, met zijn goeden en kwaden God. Het is dus onbijbelsch, onchristelijk, ongereformeerd.

En hierop nu laat hij volgen:

Dat beginsel zijn zij toegedaan, volgens de Stellingen der Hoogleeraren van de Vrije Universiteit, die ijveren voor de eigene Inrichting der Kerken, tot Opleiding van dienaren des Woords.

Zoodoende doet hij het dus voorkomen, alsof hij en de zijnen in de Amsterdamsche stellingen beschuldigd waren, dit dualisme in dien algemeenen zin te zijn toegedaan.

En nu voelt ieder toch, dat dit vlak in strijd is met den eisch, die aan goede polemiek is te stellen.

Aan den eisch namelijk, dat men, iemands meening bestrijdende, die meening neemt, gelijk hij die zelf gaf, en er niet iets van maakt waarvan geen woord gezegd is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 mei 1901

De Heraut | 4 Pagina's

Eisch van goede polemiek.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 mei 1901

De Heraut | 4 Pagina's