GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit  de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het overlijden van den Leidschen hoogleeraar C. P. Tiele heelt aan de Maasbode za, n-leiding gegeven, een scherpe critiek te leveren op den invloed, die van de Theologische faculteiten onzer Rijksuniversiteiten uitgaat.

De wetenschappelijke verdiensten van den Leidschen hoogleeraar worden onomwonden erkend:

Wat hij als hoogleeraar aan het Leidsche seminarium der Remonstranten, als geestelijk hoofd der Remonstrantsche Broederschap geweest is. zal in den kring van dit kleine kerkgenootschap ongetwijfeld met dankbaarheid herdacht zijn, doch ligt voor ons als Katholiek blad uiteraard buiten den kring eener beschouwing.

Maar wat van hem naar buiten gebleken is, wat in zijn vele geschriften op zuiver wetenschappelijk terrein tot openbaring kwam, geeft hem ongetwijfeld recht op een woord van hulde onzerzijds.

Als stichter van een nieuwen leerstoel aan de Leidsche universiteit, dien nl. der vergelijkende godsdienst-wetenschap, als zeldzaam fijn kenner van de talen der oudheid, als literair man en smaakvol schrijver, als begaafd redenaar en scherpzinnig docent, heeft hij hier te lande, maar ook ver daar buiten, o. a. door zijn Gifford Lectures, zich een faam van geleerdheid bezorgd, waarop niemand, zeker niet een Katholiek, zoo ge maar alleen let op de resultaten van zuiver wetenschappelijk onderzoek, iets zal afdingen. Vooral groot is zijn naam als historicus. Als zoodanig was hij inderdaad een universeel man en tevens een geleerde van zeer oorspronkelijke gedachte en methode.

Bepaalde Kuenen zich slechts tot den godsdienst van oud Israël, Tiele overzag en bearbeidde het geheele veld der sgodsdienst-wetenschap, " bestu deerde en .behandelde alle godsdienst-vormen, las het Egyptische doodenboek, het spijkerschrift van Assur Babel, de heilige boeken van Zarathustra, en dat in de eigen oorspronkelijke taal en vorm, met zeldzaam en onuitputtelijk geduld, met groote scherpte en klaarheid van geest, alleen maar om uit die menigvuldige vormen van godsdienst te komen tot het owezen' van den godsdienst.

Maar vlijmend scherp v/ordt dan ook gewezen op het droeve resultaat, waartoe al de2e hooge gaven hebben geleid, omdat het Christelijk geloof ontbrak.

Hier echter eindigt de roem van dezen geleerde. Want in dat ewezen ' heeft deze man, die zich ten slotte geheel buiten de Goddelijke Openbaring plaatste, zich jammerlijk bedrogen.

Zijn wetenschap, waar zij positief-réligieus terrein betrad, liep uit op een ailerbedroevendst fiasco. Voortvarende op eigen fantasie, met een wetenschap geheel los van de voorlichting der Openbaring, die , ons in Christus en-de Evangeliën geworden is, kwam hij er toe. den godsdienst zei ven te ondermijnen en het «wezen' er van te laten bestaan en uit te drukken in eenige nevelachtige ter IQ en van liefde, verdraagzaamheid enz.

Dat zijn Remonstrantsch geloof, hetwelk immers reeds van af Uytenbogaert's tijden het merk der Libertijnen droeg, hem voor zulke vage en verdraagzame opvatting van den godsdienst min of meer den weg effende, is misschien niet te ont kennen.

Hoe dit ook zij Tiele is geëindigd met een der vier groote koryphaëen te worden der ongeloovige moderne richting hier te lande, niet enkel in de Remonstrantsche gemeente, wier tegenwoordige predikanten voor het meerendeel onder zijne leiding zijn geweest, maar ook in de groote, d. w. z. Ned. Hervormde kerk.

Tiele, een dezer vier, is de man van al wat in die kerken modern is.

Wordt in de Roomsche St. Pieter de Stoel van t. Petrus boven het hoogaltaar geschraagd door e beeltenissen van vier Kerkvaders, als even oovele zinnebeeldige steunsels voor het Primaat chap des Pausen, op gelijke wijs zouden wij cholten, Kuenen, Rauwenhoff en niet het minst iele de vier hoeksteenen kunnen noemen, die in ederland den grooten tempel van het religieus odernisme dragen.

Nog verder gaande dan Opzoomer en de Irenichen, hebben deze vier «Evangelisten' in naam er wetenschap en met behulp der door hen opeleide predikanten, wat er nog vast stond in de Schrift en het oude Protestantisme met felle moerslagen omvergehaald en in de harten van ontelbaren onzer landgenooten alle positief geloof aan het bovenzinnelijke voor goed uitgebluscht.

Volkomen terecht merkt de Maasbode op, dat in deze door den Staat gesanctioneerde ongeloovige theologische faculteiten een nationaal gevaar schuilt.

Want het valt toch niet te ontkennen, dat de arbeid van dezen man er ontelbaren van alle geloof vervreemd heeft. En al moeten wij als Katholieken in het Hervormde Kerkgenootschap een instituut van dwaling zien, het stemt toch tot nagedachte en groot leedwezen, als wij zien hoe door weten schappelijk bedrog en den hoogmoedigen eigenwaan der ssouvereine' rede de groote fundamenteele waarheden des geloofs, waarvan zij er toch meer dan een met ons gemeen hebben, aan deze andersdenkenden een voor een ontfutseld worden.

En daar het toch historisch alleen reeds vast staat, dat een maatschappij, die de grondslagen van den godsdienst loswrikt, in het eind den ondergang te gemoet snelt, moet de gedachte aan de ontkerstening van een groot deel onzes volks, een gedachte .die bij het graf van dezen leeraar van zelf weer opwaakt, ons wel met groote vreeze en bekommernis voor de toekomst vervullen.

Een vreeze, die wel gewettigd is, en een natio naai gevaar dat toch niet denkbeeldig mag geacht worden, waar wij zoovelen uit de hoogere standen van het moderne Protestantisme, aan alle geloof en godsdienst vreemd gemaakt, in de grootste materialistische levensbeschouwing zien wegzinken.

Een nationaal gevaar nog meer, " nu het arme volk, de groote menigte, wier eenige troost en steun de godsdienst is, op heden van allen gods dienst losgemaakt, zulke leeraars, die steenen geven in plaats van levensbrood, den rug toekeert, en in het eind een al te gemakkelijke prooi wordt van het socialisme en van de partijen, die alleen om mekeer en revolutie beoogen.

Niet ten onrechte besluit de Maasbode deze beschouwing met de vraag, of het aangaat, dat een zoogenaamde neutrale Staat zulke kweekplaatsen van modern ongeloof in stand houdt met het geld door alle belastingbetalende Nederlanders saamgebracht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 januari 1902

De Heraut | 4 Pagina's

Uit  de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 januari 1902

De Heraut | 4 Pagina's