Bede om hulp.

In den stormachtigen nacht van 29 Maart j.l' waren Sc'hipper W. MOLENAAR, met vrouw en vijf kinderen, benevens zijn loods, in levensgevaar op de Zuiderzee.

Door den storm zagen zij zich door den dood bedreigd. Zoo besloten ze het schip te verlaten en in het kleine bootje te stappen, om te pogen, door 's Heeren hulpe, hun leven te redden.

Roeiend op de hooggaande golven, in de ranke boot, zaten ze ruim een uur in levensge va-r.

Wonderbaar zijn ze door den Heere gered. Ze zien licht in de verte, 't Is het licht in de roef van een schip. Ze roepen en hun geroep wordt gehoord. Door den schipper opgenomen, zijn ze allen door Gods trouwe gered.

Daar staan ze, dankbaar en verblijd, maar toch arm naar de wereld Dat Schip verloren, wil voor dezen Schipper zeggen: uw middel van bestaan verloren.

Ondergeteekenden doen een beroep op ons Christen-volk in den lande. Zij verklaren zich gaarne bereid uwe gaven voor dit zoo zwaar beproefde gezin in ontvangst te nemen.

Dat de Heere uwe harten neige is onze bede. , H. KANIS, Wetlwudcr.

J. J. WESTERBEEK VAN Kcimpen. FERTEN, Predikant. D. DE JONG Dz. H. HOEKSTRA, Predikant. Arnhem. M. A. HAFFMANS, Eiland.

Bock- en Courantdrukkerij:

i)B ROEVEU KRÖBER & BAKELS,

Amsterdam.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen