GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Euthanasia.

Onlangs werd in het koninkrijk fiksen een wetsvoorstel ingediend, dat gelukkig werd ai^""-n stemd. Het had ten doel om aan de geneesheeren de vrijheid te geven, iemand met een h ongeneeslijke ziekte op zijn verzoek een zachten dood te laten sterven. Dat zulk een wetsvoorstel in Saksen gedaan wordt, behoeft ons niet te verwonderen, omdat in dit land het aantal zelfmoorden, percentsgewijze genomen, het sterkst is van de geheele wereld. In het heidensche China bestaat de wet, dat iemand zich van zijne vrouw kan laten scheiden, wanneer deze aan eene ongeneeslijke ziekte lijdt. Men heeft in Saksen het heidensche China willen overtreffen, door de lijders aan ongeneeslijke ziekten de gelegenheid I te verschaffen, volgens de regelen der medische wetenschap, zelfmoord te plegen. Men noemt dit Eut/umasia. De voorstanders van euthanasia willen ongeneeslijken, die een einde maken aan hun leven, dan ook niet van zelfmoord beschuldigen. Zij hebben een einde gemaakt aan een leven, dat naar hun beschouwing voor hen zeiven en anderen ondraaglijk is geworden. Men tracht zelfs deze schandelijke goddeloosheid met een schijn van godsvrucht goed te praten, door te zeggen: „het kan Gods bedoeling niet zijn, dat een mensch een zoo verschrikkelijk lijden zou ondergaan, dat ten slotte toch op den dood uitloopt. God is barmhartig en liefdevol. Hij zal het niet kwalijk nemen, wanneer een mensch zich van zijn lijden verlost." Er wordt, om deze goddelooze dingen goed te praten, geredeneerd uit een begrip dat men zich zelven vormt omtrent God; doch men spreekt niet over den God, die zich geopenbaard heeft in zijn Woord.

Ook in Italië \5 de gedachte opgekomen, die in Saksen werd uitgesproken. Zekere Nobel heeft indertijd aan Crispi, toen eerste minister, het voorstel gedaan om te Rome en te Milaan inrichtingen te laten bouwen, waar iemand die zulks begeerde, kon stikken door een soort gas, dat Nobel had uitgevonden. De menschen moesten eerst een goed maal gebruiken, om vervolgens naar een vertrek te gaan, dat plotseling met het doodelijke gas vervuld werd. Natuurlijk kwam er bij, dat de lijken daarna moesten verbrand worden. Crispi gaf aan Nobel ten antwoord, dat zijn plan wel veel aannemelijks had, doch dat er nog eene te groote partij in Italië het aan het gouvernement zou kwalijk nemen, wanneer het nobele aanbod werd aangenomen.

Naar aanleiding van al deze dingen is opgemerkt, dat velen Euthanasia in bescherming nemen, al is het ook, dat men niet in het publiek wil bekend staan voor een voorstander dezer goddeloosheid. Onder de geneesheeren zijn er een groot aantal, die het een weldaad achten, wanneer iemands lijden op deze wijze verkort wordt. Omdat zij dit in hunne gesprekken wel laten doorschemeren, heeft men in vele kringen, bijv. in dagen van cholera epidemie, een onoverwinnelijken afkeer van geneeskundige hulp. Velen die door die ziekte aangetast worden, willen óf geen doctor hebben óf, wanneer de ontboden geneesheer een genees middel voorschrijft, wordt het door hen niet ingenomen, omdat zij vreezen dat zij door de medicijn zullen vergeven worden.

De evolutie theorie, volgens welke de krachtigsten moeten overblijven om de menschheid verder te brengen, waardoor eigenlijk het bewijzen van barmhartigheid aan armen, ellendigen, hopeloos kranken (van ongeneeslijke ziekten mag men volgens Gods Woord niet spreken) misdaad wordt, is aan het ontstaan van denkbeelden als die van de voorstanders van Euthanasia niet vreemd.

Dat de goddeloosheid van de mannen van Euthanasia niet alleen door de Schrift, maar ook door de ervaring wordt veroordeeld, wordt bewezen door hetgeen nog niet lang geleden plaats had. Een hoogleeraar in de geneeskunde meende te lijden aan maagkanker. Hij nam toen, helaas, de toevlucht tot vergif. Na zijn dood werd het lijk geopend, en het bleek, dat de professor zich vergist had; zijne ambtgenooten kregen althans de overtuiging, dat hij zeer goed had kunnen genezen. Uit al deze dingen blijkt het, dat we aan onze Vrije Universiteit ook een medische faculteit broodnoodig hebben.

Zuid-Afrika. Het schrijven van een Duitsch zendeling over het woeden van Engelschen en Kaffers.

In het Aprilnummer van het Hermannsburger Missionsblatt, worden dingen medegedeeld, waaruit blijkt, dat de Engelschen in Zuid-Afrika evenzeer kennelijk de zending willen verwoesten, als zij trachten de Boeren uit te roeien.

De zendeling Jordt schrijft den loden Ja nuari: „Nog altijd is het hier oorlog en nog steeds is het einde er niet van te voorzien. Toch hebben wij in den laatsten tijd meer rust ehad dan vroeger, omdat geen groote legerr achten hier heen kwamen en de Boeren achteethanië getrokken zijn. Wij hebben gedurende enige maanden bij Wolhüterskop een klein Engelsch kamp gehad, dat ons zelfs eenige ulp heeft geboden. Maar ik moet u een treu-, rig bericht brengen. Broeder Fitschen, die tot hiertoe de stations Saron, Kana en Molote voor zijn rekening had, is den igden December met vrouw en kind door de Engelschen naar Rustenburg overgebracht. Waarom? Ik weet het niet. Dit weet ik, dat hij uit een politiek oogpunt niets verkeerds gedaan heeft. Hij heeft ook geen kinderen of bloedverwanten die aan de zijde der Boeren strijden. Toen hem onlangs zijn varkens door de Engelschen werden afgenomen, en ik hem aanried om bij den Engelschen generaal hierover te klagen, om toch ten minste een bewijs voor schadevergoeding te krijgen, antwoordde hij, dat hij maar liever zwijgen zou, om grooter kwaad te voorkomen. Zijn zwijgen heeft hem ten slotte toch niet gebaat. Wat ik met de groote gemeente Saron moet aanvangen weet ik niet. Zij telt ongeveer 5000 zielen. 11^ heb aanstonds aan den (Kaffer)koning en aan den kerkeraad geschreven, dat zij tot den aldaar bevelvoerenden generaal zouden gaan om hem te verzoeken, dat toch ten minste één zendeling zou mogen terugkeeren, zoo niet Fitschen dan toch Holdt. Wanneer deze dit niet wilde toestaan, dan moesten zij naar de groote heeren in Pretoria gaan." Voorts deelt deze zendeling mede, dat hij, als geen zendeling mag wederkeeren, de gemeente zal uitnoodigen om zelve een ander onderwijzer of ketkeraadslid te kiezen, die dan de kleine kinderen kan doopen. Hij vreest dat zijn kudde anders zich tot de Aethiopiërs zal wenden, onder welken naam eene secte aangeduid wordt, die de blanke zendelingen verdringen en eene kerk van enkel negers stichten wil.

Een dag later schrijft Jordt: „Zoo even wordt mij bericht, dat spoedig nadat de zendeling Fitschen weggebracht werd. Kaffers uit Pekeng de heidensche stad bij Saron, zich naar Morgenzon begaven, om daar alles weg te nemen en het naar hunne huizen te brengen. Toen de koning van Saron, August Mokhatle, een Christen, dit vernam, liet hij de dieven bij zich komen, beval hun de weggenomen zaken terug te brengen en een boete van / 72 te betalen. Daarover werden deze lieden kwaad, gingen aar'-de Engelschen en beschuldigden hun eigen koning, "dat ihji tot de Boeren in verband stond; etgeen volstrekt mèr-, ? !n''-rJ? v«PiP 5^5, .beschuldiging der Kaffers werd de koning met eenige van zijn eerste mannen gevangen genomen en naar Rustenburg overgebracht, waar hij nog vertoeft.”

Men ziet hieruit, dat de Engelschen met Duitsche zendelingen en zelfs met een Kafferkoning doen, wat zij reeds lang met de burgers der Zuid-Afrikaansche republieken en alle Afrikaanders deden: Ze gevangen nemen en straks terecht stellen, enkel op getuigenis van Kaffers, wier leugenachtigheid bekend is. Nog erger dan in Saron is het in het station Linokana gesteld. Daaromtrent wordt het volgende gemeld:

„Sedert den vorigen herfst zijn alle Kaffers van Linokana gewapend. Er wonen daar twee Engelsche officieren, kolonel Levy en kapitein Pringle. De laatste is aangesteld tot inspecteur over de zwarten. Op een dag in December kwam plotseling een troep van 60 Boeren opdagen; zij wilden beproeven aldaar levensmiddelen te verkrijgen, doch hadden in last geen schot te lossen, daar zij niet tegen de Kaffers oorlog voerden! Zij namen kapitein Pringle gevangen, en wilden juist met hem wegrijden, toen op eens de zwarten, onder leiding vaneen Engelsch officier, bevel kregen om te schieten. Zes tot zeven werden verwond, en toch hielden de Boeren zich rustig, daar zij streng bevel hadden aan de zwarten geen leed te doen; zij schoten slecht hunne geweren in de lucht af, hetgeen ten gevolge had, dat de Kaffers zich achter muren en struiken gingen verschuilen. Op die wijze kregen de Boeren tijd en plaatsten hunne ten deele zwaar gewonden dwars over hunne paarden, en joegen in galop daar van daan. Kapitein Pringle ontkwam. Een van de gewonden, wiens paard doodgeschoten was, moesten zij achterlaten. Deze had een schot in het onderlijf en een door den enkel. Hij liet aanstonds den zendeUng Jansen roepen, die de wonden voorloopig verbond en een arts ontbood. De gewonde stierf den derden dag aan inwendige verblqeding, want de lever en de darmen waren zwaar gekwetst. Toen hij met veel pijn nederlag, beleedigden hem eenige negers. Een zwarte duivel drong in de kamer om hem met zijn assegaai dood te steken, maar de onderwijzer Jensen heeft hem hals over kop de deur uitgeworpen. Aan het station heeft de gewonde dag en nacht hefderijke verpleging gevonden, maar onder groote pijnen is hij gestorven. De Boeren hebben den hoofdman der Bahurutsi gesommeerd, om op den 2 den Januari te Malmani te verschijnen, om zich wegens moord voor den krijgsraad te verantwoorden; als hij niet verschijnt, dreigen zij de stad in brand te zullen steken. Wij hopen dat zij deze dreiging niet ten uitvoer hebben gebracht."

Deze regelen getuigen genoeg; wij hebben er niets aan toe te voegen. Dat er voor onze strijdende broeders in Zuid-Afrika bij voortduring tot God geroepen worde!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 april 1902

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 april 1902

De Heraut | 4 Pagina's