GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Agitatie.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Agitatie.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze redactie heeft het bij de broederen, , die tegen de aanneming van het Concept­ • contract zijn, verkorven.

Met name onze kenschetsing van de thans ; ontstane beweging als een agitatie, die groo­ • tendeels door onjuiste geruchten in het : leven was geroepen, schijnt kwaad bloed te : hebben gezet.

Gaarne verkenen wij aan Ds. Kaptein i van Axel het woord om hierover in ons i blad zijn beklag te doen:

Aan den Redacteur van de Heraut

Mijnheer de Redacteur !

Vergun mij s. v. p. eenige ruimte in uw blad voor dit schrijven.

Met bevreemding las ik een en ander van . wat onder het opschrift: „Mag men doorgaan' ? ' in de Heraut No. 1269 wordt beweerd.

’t Is echter niet zoozeer uw raad zelf, die me aanleiding geeft tot dit schrijven, als wel de voorstelling van de zaak in quaestie, die aan uwen raad ten grondslag ligt.

M. i. is die voorstelling ten eenen male onjuist, en mag het niet zonder een woord van protest voorbijgaan, dat ze zwart op wit in de Heraut gegeven wordt.

Zoo zegt u, dat de Generale Synode het recht noch de bevoegdheid heeft om het conceptcontract aan te nemen, indien het metterdaad in Augustus blijkt, dat een zeer belangrijk deel onzer kerken principieel tegen de eenheid van opleiding is. Daar stelt u het dus voor, alsof een tegenstander van het concept-contract van zelf ook is een principieele tegenstander van eenheid van opleiding.

Dat is een beslist onjuiste voorstelling, 't Concept contract geeft geen principieele oplossing van het vraagstuk der opleiding. U noemt het zelf een compromis.

Vele tegenstanders van het concept contract zijn principieel vóór eenheid van opleiding.

Ware uwe redeneering juist, dan zou b.v. Ds. Klaarhamer van Utrecht, die het niet eens is met het concept-contract, ook principieel zijn tegen eenheid van opleiding.

Niet minder onjuist is uwe voorstelling, waar u nog „een bijzondere drangreden in dit speciale geval" bijbrengt, en wel, dat de bezwaren tegen het concept-contract niet zoozeer hun oorzaak vinden in het contract zelf.

U constateert daar eenvoudig iets, dat u niet bewijst en ook niet zoudt kunnen bewijzen.

Want wel ter dege liggen er voor hen, die den weg in het advies der 25 aangewezen, niet op willen, bezwaren in het contract zelf, gelijk trouwens ook aan u wel geen geheim meer wezen zal.

De inzender in de Bazuin bewijst hier niets. Zoo er bewijskracht gelegen ware in hetgeen die inzender schreef, zoudt ü daaruit kunnen en mogen concludeeren, maar — ten opzichte van hem alleen; niet ten opzichte van alle bezwaarden.

Bepaald kwetsend is uwe voorstelling, waar u als grond van oppositie aanwijst: „onjuiste mededeelingen", „verdachtmaking", „onware geruchten", en „kunstmatige opzweeping der gemoederen".

Er zou meer zijn, waarop met reden aanmerking kon worden gemaakt. Dit zijn de hoofdzaken.

En doel van dit schrijven is niet om mezelf, als tegenstander van het Concept-contract, tegen de minder waardeerende voorstelling, die het u belieft van de bezwaarden te geven, te verdedigen. Ook niet, om het zwaard voor anderen op te nemen. Ieder spreke voor zich.

Maar om er tegen te protesteeren dat do Redactie van de Jleraut klakkeloos weg een averechtsche voorstelling geeft van de zaak en m. a. w. de bezwaarde broederen qualificeert als deels moedwillige onruststokers in de kerken, door allerlei valsche drijfveeren gedreven en allerlei oneerlijke _ middelen gebruikende, deels onnoozelen, die zich laten opzweepen.

Te meer nog, waar u dat voorstelt, niet als persoonlijke meening, maar als een objectieve onweersprekelijke waarheid.

Ook de Redactie van de Heraut heeft niet het recht, alzoo te handelen tegenover hen, die de vrijheid nemen met haar van opinie te verschillen. Ik weet niet, of dergelijk schrijven dienstig zal zijn om „de kracht der waarheid de overhand te doen behouden."

En als de Heraut op deze wijze het vuur opent tegen de bezwaarde broederen, welke zonderlinge gedachte moet men zich dan wel vcrmen van de „eerlijke middelen", waarmede „een dapper soldaat" strijden moet o.n „de overwinning te behalen.”

U bij voorbaat dankend voor de verleende plaatsruimte, verblijf ik, geachte Redactie,

Uw dw. dnr.,

K. J. KAPTEIJN, V. D. M,

Axel, 30 April 1902.

Wat Ds. Kaptein hier schrijft, dat wij de bezwaarden hebben gequaliflceerd als „deels moedwillige onruststokers in de kerken, door allerlei kwade drijfveeren gedreven en allerlei oneerlijke middelen gebruikende, deels onnoozelen, die zich laten opzwepen" is ten eenenmale onjuist. Zulk een qualificatie staat nergens in de Heraut te lezen. Indien we ons aan zulk een verdachtmaking hadden schuldig gemaakt, zouden wij de eersten zijn om hierover pub'iek schuld te belijden. Niets is verder van onze bedoeling dan olie te willen gieten in het vuur der hartstochten, dat thans in onze kerken gloeit. d d c

Het bewijs hiervoor is gemakkelijk leveren. te

De Heraut heeft niet alleen het Concept der 25 broederen, maar evenzeer de afwijkende adviezen van Ds. Klaarhamer, Prof. Noordtzij in extenso overgenomen; van elk woord van critiek zich onthouden en zelfs het goed recht dezer broederen verdedigd om op zakelijke, aan het Concept zelf ontleende gronden tegen de aanneming van dit Concept bezwaar te hebben.

Wij zijn verder gegaan dan dat.

Toen een deel der pers o. i. te eenzijdig de loftrompet stak voor Ds. Klaarhamer, alsof hij alleen een daad van moed deed door voor zijn beginsel uit te komen, hebben wij dienzelfden lof gevraagd voor' de broederen ter andere zijde, die voor de „eigen inrichting" meenden te moeten opkomen. Aan de eerlijkheid van de overtuiging dezer broederen is door ons nooit getwijfeld, ook al was hun standpunt het onze niet.

Geheel anders daarentegen staan we tegenover de „agitatie", die daarna is verwekt en die o. i. op zeer bedenkelijke wijze de rust der kerken heeft verstoord.

Terwijl de voorstellers van het concept geen enkele poging hebben gedaan om hun advies door te drijven; de kerken geheel vrij hebben gelaten in haar oordeel, en slechts twee hunner kalm en zakelijk hebbden aangegeven, waarom zij dit advies hadden onderteekend, hebben de bezwaarde broeders met hun geschriften de kerken overstroomd, geheime vergaderingen belegd, „alle man op zijn post geroepen", alsof er een veldslag moest geleverd worden, en zelfs den raad gegeven, dat niet alleen kerkeraden en classicale vergaderingen, maar tot de gemeenteleden incluis moesten saamkomen om protesten naar de Synode te zenden. Men is zelfs zoover gegaan van publiek het wachtwoord te geven, dat naar de meerdere vergaderingen niemand mocht afgevaardigd, die niet tegen het concept is. Indien dit soms geen „agitatie" heeten moet, wat is het dan wèl.''

En wat nog erger is, men heeft bij deze agitatie gebruikt gemaakt van tal van onjuiste mededeelingen, onware voorstellingen en verdachtmakingen, die uiterst krenkend zijn voor de goede trouw der broederen, die het advies hebben onderteekend. Elders in ons blad hebben wij reeds aangewezen, hoe onwaar de voorstelling is, alsof de slotbepaling van het contract aldus gesteld zou zijn door de voorstanders der Vrije Universiteit met de geheime bedoeling, om straks de kerken door opzegging van het contract te dwingen de thans verworven rechten weer prijs te geven. Eer bleek, dat men van de zijde der Universiteit er wel het minst bezwaar tegen hebben kan, het contract voor een vast aantal jaren te sluiten, omdat juist voor de Universiteit een verbreken van het contract de schromelijkste gevolgen na zich sleepen zou.

Even onjuist is het gerucht gebleken, dat de Minister zwanger ging van het plan om de Theologische faculteiten onder Staatscontrole te brengen. Even onjuist de bedenking aan Art. 2 ontleend, alsof daarin de bedoeling lag, dat de Universiteit de benoeming van een hoogleeraar zou kunnen beletten, wanneer de Generale Synode deze benoeming toch had goedgekeurd. Even onjuist het bezwaar, nu pas weer door Ds. Vogelaar in de Geldersche Kerkbode geopperd, dat de hoogleeraren in de Theologie aan de Enquêtecommissie zouden onderworpen worden, want op de vergaderingen te Utrecht is juist het tegendeel vastgesteld, gelijk Prof. Noordtzij uitnemend goed weet. En eindelijk — want indien we alle „onjuiste mededeelingen" wilden opnoemen, zouden we een halve Pleraut kunnen vullen— even onjuist is de voorstelling alsof de onderteekenaars van het Concept bedoelden de Theologische School te laten verdwijnen; een voorstelling, die niet alleen uitermate krenkend is voor mannen als de broeders Bos en Littooy, die heel hun leven juist voor de school hebben gestreden, maar waartegen ook Dr. Wagenaar met kracht en klem van redenen in de Zuider Kerkbode opkwam.

En nu wordt hier om de eere onzer kerken nog verzwegen, wat in besloten vergaderingen, kerkeraden en classes in stilte rondverteld wordt. Ligt Axel zoover van het centrum des lands, dat Ds; Kaptein in het geheel niet gehoord heeft van de „geruchten", die na zekere vergadering te Utrecht de ronde deden.? Geruchten, dat het afwijkend advies van Ds. Klaarhamer gepubliceerd was op aanraden van een hooggeachten broeder van de Vrije Universiteit, die nuja het concept wel onderteekend had, maar langs deze achterdeur zijn amendementen op de Synode wilde brengen.? Geruchten, dat evenzoo twee andere broederen, die in zeer nauwe relatie tot de Theologische school staan, reeds ernstig "berouw hadden dat hun naam onder het advies stoiid, terwijl één dezer broederen nog kort te voren openlijk gezegd had, dat hij na de verklaring van de Heraut zijn handteekening gestand deed en de ander kort daarop in het Tijdschrift voor Gereformeerde Theologie het concept warm verdedigde en aanbeval?

Met smart spreken we deze dingen uit. Alleen omdat Ds. Kaptein bewijs vraagt voor hetgeen lippis et tonsoribus notum est.

Dat door deze onjuiste berichten de Kerken belet zijn geworden, een onpartijdig en billijk oordeel over het contract te vellen, zooals het daar ligt, is geen subjectieve indruk van onze redactie, gelijk Ds. Kaptein meent, steunt ook niet alleen op de uitlating van een enkelen inzender in De Basnin, maar werd ons van alle zijden zoowel door voor-als tegenstanders van het Concept meegedeeld.

Wil Ds. Kaptein een zeer positief bewijs ?

Na de rondborstige verklaring van den Minister, dat de booze plannen, hem toegeicht, onjuist waren, werd in de week aarop in onderscheidene classicale vergaderingen, in Zuid-Holland gehouden, het oncept-contract met algemeene of bijna algemeene stemmen, aangenomen.

Geeft dit dan geen hope, dat vanneer lle misverstand zal zijn opgehelderd en et Contract om elk misverstand af te snijden op enkele punten zal zijn aangevuld n gewijzigd, de thans bestaande oppositie belangrijk slinken zal, en men wellicht ten slotte tot een „entente cordiale" zal kunnen komen.?

Het verblijdt ons daarom, dat Ds. Kaptein, die tegen het Concept is, zich een e o d warm voorstander verklaart van de eenheid van opleiding. Trouwens, voor bestendiging van de bestaande gedeeldheid pleit schier niemand. Op de Synode van Groningen werd reeds verklaard, dat alle kerken voor eenheid van opleiding waren. De kerken behoeven dus voor deze eenheid niet „rijp gemaakt; " ze verlangen niets liever, dan dat deze eenheid komt, en wij twijfelen niet, of de kerken zullen niet rusten voordat deze eenheid verkregen is.

Natuurlijk kan die eenheid nooit bereikt op de wijze, die de protesteerende broederen te Utrecht in hun contra-advies hebben aangewezen, ot die door Prof. Lindeboom in de classis Zwolle thans is bepleit. Deze zoogenaamde radicale oplossing bestaat daarin, dat de Generale Synode met de Universiteit een contract zal sluiten, waarbij deze haar Theologische faculteit of geheel opheft of alleen in stand houdt voor de doctoraalstudie en de studenten verplicht zullen worden, voor hun theologische studie uitshdtend gebruik te maken van de „School der Kerken, " die geheel los naast de Universiteit moet blijven bestaan. Dit is geen oplossing, maar een doorhakken van den knoop. Het wil dat het seminaristische beginsel zegevieren zal en het universitaire de kop zal worden ingedrukt. Het is geen vredesvoorslag, maar een ultimatum.

Niet alleen zal de Vrije Universiteit harerzijds nooit zulk een contract willen sluiten, waarbij zij haar meest invloedrijke faculteit prijs geeft, om daarvoor niets in de plaats te ontvangen, maar ook de meerderheid der kerken, die steeds principieel voor de universitaire opleiding zich verklaarde, zal zulk een voorstel nimmer kunnen goedkeuren. En gesteld al een oogenblik, dat door agitatie een toevallige meerderheid op de Generale Synode voor zulk een voorstel te vinden ware, dan zou deze meerderheid toch een zoo sterke en besliste minderheid tegenover zich vinden, dat aan het doorzetten van zulk een voorstel niet te denken viel.

Wanneer straks op de Generale Synode blijkt, dat dit contra-voorstel voor de Vrije Universiteit onaannemelijk is, en door de meerderheid der Kerken niet gewenscht wordt, dan zullen de broeders, die zoo sterk voor eenheid van opleiding ijveren, en verklaard hebben, dat handhaving van het status quo voor den vrede der kerken bedenkelijk was, ongetwijfeld wel bereid worden bevonden, mede te werken tot een practische oplossing, waardoor geen van de beide beginselen geschonden wordt, en die daarom niet een deel der kerken, maar alle kerken bevredigen kan.

Daartoe ga het gebed op tot Hem, wiens Geest alleen wijsheid schenken kan aan onze Synode, en in wiens hand de harten der menschen zijn als waterbeken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 mei 1902

De Heraut | 4 Pagina's

Agitatie.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 mei 1902

De Heraut | 4 Pagina's