GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

STOKOUD EN ZESTIEN JAAR,

EEN SPRONG.

XVII.

We moeten nu, om Onzen Lukas weer te vinden, een geweldig groote tijdruimte overspringen, een tachtig jaar.

Tachtig jaar, dat is een menschenleven, of door elkaar gerekend, zelfs twee. Want verreweg de meeste menschen brengen het niet tot tachtig, ja ook niet tot zestig.

Aangaande de dagen onzer jaren, daarin zijn zeventig jaren of, zoo wij zeer steik zijn tachtig jaren, zegt Mozes, de man Gods, in den 9osten psalm. Zoo was het in zijn tijd, zoo is het nog.

Hoeveel van de jongste vrienden en vriendinnen, die thans De Heraut lezen, zullen er over tachtig jaar nog zijn? Dat is den Heere alleen bekend, maar naar den gewonen loop der dingen, zeker niet vele.

Ik herinner mij, dat op school de meester eens met ons over deze dingen sprak, en toen onder anderen zei:

„Wie het zijn zullen weet ik niet, maar zoo goed als zeker is het, vrienden, dat over vijf en twintig jaar het vierde gedeelte van die hier zitten, niet meer zal wezen."

En toen die vijf en twintig jaren om waren, bleek, dat onze meester juist had gezien. Die

in leven waren konden dat nagaan. Het is een zeer ernstige gedachte, die we niet op .zij moeten zetten, door te hopen: Ik zal wel tot de gelukkigen behooren, die de tachtig halen. Want we konden ons zeer vergissen; wij, die bloeien als een bloem des velds. En al brachten we het ook tot over de tachtig, toch vliegt het leven als een jachtschip voorbij. Daarom doet hij wijs, die niet bouwt op dit leven, niet op deze wereld, maar die gelooft in den Heere Christus. Hij toch zegt, die in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid, heeft het eeuwige leven.

Maar, zegt allicht een schrandere lezer of lezeres, hoe is het mogelijk, dat we tachtig jaar moeten overspringen, om Lukas Short weer te vinden? Hij was nu toch al zeker een jaar of twintig, zoo niet ouder. Daar een tachtig jaar bij geteld, maakt zoo ongeveer honderd. Lukas leefde toch niet in den tijd van de aartsvaders, dat hij zoo oud werd?

Zeker niet, vrienden, hij leefde gelijk we gezien hebben, in het laatst der zeventiende eeuw en verder in de achttiende, toen de menschen in het algemeen volstrekt niet ouder werden dan in onzen tijd. /

En toch is hetgeen ik zei, volkomen waar, en moeten we zoo groot een sprong maken, zullen we onzen Short — en wel levend en gezond — weer vinden.

Hoe dit kan zal u blijken, en dan meteen duidelijk worden, hoe „stokoud en zestien jaar" kunnen zamengaan.

Intusschen zal het goed zijn even op te merken hoe in zoo langen tjjd ook zeer veel in de tijden en toestanden was veranderd. De Franschen en de Engelschen hadden in Amerika als in Europa veel en fel met elkaar gestreden, doch ten slotte was in Amerika de zegepraal aan de Britten gebleven. Althans in 1755 werd Canada, dat de Pranschen ongeveer twee en een halve eeuw hadden bezeten, door de Engelschen veroverd, die het nog bezitten. Ten zuiden van dat Canada lag Nieuw-Engeland, dat zich niet lang daarna van Engelands opperheerschappij vrij maakte en een Vrije Staat ot liever Statenbond werd. Deze bond, aanvankelijk klein, vormt nu, na ruim een eeuw, een der machtigste rijken ter wereld, de Vereenigde Staten van Noord-Amerika.

AAN VRAGERS.

Onze lezer M. v. L. te U. vraagt:

„Zou u mij ook eens het verschil kunnen opgeven tusschen een keizer en een koning?

Ligt het alleen maar in den titel, of in minder of meerder uitgestrektheid van hun gebied, of in hun macht of in nog iets anders. Ik heb er al eens een woordenboek op geraadpleegd, doch wordt daardoor niet veel wijzer. Zou ik uw antwoord hierop mogen te gemoet zien."

De naam koning is ouder dan die van keizer. De oudste vorsten b.v., die in het Oude Testament vermeld worden, heeten steeds koningen, hoe machtig ze ook zijn.

Onder de Romeinen, die eeuwen lang vóór Christus, een republikeinsche regeering hadden, nadat eerst reges. d. i. koningen over hen geheerscht hadden, was een eeuw vóór Christus een geslacht, dat Cesar heette. De meest beroemde uit dat geslacht is, Cajus Julius Cesar, de groote veroveraar, die een verbond sloot met de Batavieren. Hij was, al heette hij nog geen keizer of koning, eigenlijk de eerste alleenheerscher, na vele eeuwen, over het Romeinsche volk. Zijn naaste opvolgers, die ook bij de daad den naam paarden, voegden aan hun naam dien van Cesar toe. Zoo werd die naam allengs gebruikt om hem aan te duiden, die als de wettige heerscher werd beschouwd; of ook wel de kroonprinsen. De Cesar was de keizer. Cesar Augustus was de naam van den eersten. De eigenlijke keizers.titel was Imperator, zooveel als gebieder.

In later tijd werden uit dat woord „Cesar" de woorden kaiser en keizer gevormd, die nog in gebruik zijn bij de volken in het noorden, van Germaansche afkomst. De Duitschers hebben b.v. reeds vele eeuwen een Kaiser d. i. Cesar. De zuidelijke volken behielden den oorspronkelijken titel, waarvan b.v. het Fransche empereur komt.

Daar nu de titel van keizer indertijd slechts gegeven werd aan hen, die over het Romeinsch gebied, of over groote rijken als het Frankische geboden — Karel de Groote b.v. — zoo kreeg de naam keizer een hooger beteekenis dan die van koning. Zoo is te verklaren, dat zeer machtige vorsten, zoo als die van Rusland en Oostenrijk den titel van keizer dragen. (Het woord Czaar of Tsaar is ook niet anders dan Cesar).

Daaruit volgt echter in onzen tijd niet meer dat een keizer juist machtiger is dan een koning. Ik zou niet durven zeggen dat b, v. de keizer van China meer macht heeft, dan de koning van Engeland, die trouwens toch ook keizer is van Indië. En zeker hadden twee en een halve eeuw geleden, de koningen van Frankrijk meer macht dan de keizers van Duitschland. In den regel echter duidt ook nu nog de titel keizer, op bijzondere grootheid en macht.

CORRESPONDENTIE.

M. V. L. te H. In het „Groot Liederboek van Nederland' (uitgave van Van Dishoeck) zult u denkelijk kunnen vinden wat u zoekt.

J. R. te W. Zoodra mogelijk.

T. G. te ? — Dat een antwoord op uw vraag in daze afdeeling kwalijk passen zou, zal u bij nadenken blijken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 september 1903

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 september 1903

De Heraut | 4 Pagina's