GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrouwelljke studenten.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrouwelljke studenten.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het feit, dat ditmaal voor het eerst een rouwelijke student aan de Vrije Universih atiet is ingeschreven, heeft eenige bevreemding gewekt. Men meende dat dit in strijd was met de Gereformeerde befinseln, gelijk die vroeger geleerd waren, en duchtte reeds s afglijding van het eenmaal gelegde fundament. Daarbij fluisterde men, dat wel de Senaat der Vrije Universiteit over deze zaak officieel een besluit had genomen, maar dat Standaard en Heraut zoo met de zaak verlegen zaten, dat met opzet hierover het stilzwijgen werd bewaard.

Vooreerst merken we op, dat de hier geteekende voorstelling van zaken onjuist is. De Senaat heeft als zoodanig over de inschrijving en toelating der studenten niets te zeggen. Het reglement stelt vast aan welke eischen bij de inschrijving moet voldaan worden, en de Rector heeft op eigen autoriteit te beslissen of aan deze eischen is voldaan. Al heeft de afgetreden Rector, staande voor dit nieuwe geval, natuurlijk wel ruggespraak met zijn collega's gepleegd, toch is de inschrijving van deze vrouwelijke student niet op last van den Senaat geschied, die zich officieel over deze quaestie zelfs niet heeft uitgesproken. Zoolang nu deze zaak in den boezem der Vrije Universiteit nog een onderwerp van bespreking uitmaakt, zou het allicht niet kiesch worden gevonden, wanneer onze Redactie zich praematuur over deze quaestie uitliet.

Nu men echter uit dit stil zwijgen een confessie van schuld afleidt, zou daardoor een onjuiste voorstelling ingang vinden, die we ons haasten wrg te nemen.

De grondfout van deze voorstelling schuilt toch hierin, dat men twee dingen verwart. Vooreerst, of het wenschelijk is dat vrouwen ook publieke ambten bekleeden, waartoe het academisch examen den toegang ontsluiten kan. En ten tweede of een Universi teit eventueel aan een vrouwelijke student den toegang tot haar collegezalen ontzeggen kan en moet. Al volgt schijnbaar uit de ontkenning van het eerste de bevestiging e g d s R -\' s; s­ e e el r g e ­ ­ n , t t ­ . ; van het tweede, toch is deze conclusie logisch niet juist. Het karakter eener Universiteit brengt toch mede dat ze haar poorten zoo •wijd mogelijk openzet voor ieder, die naar haar onderwijs wil komen luisteren. Ze keurt bij den ingang niet; ze eischt niet, dat elke student haar beginselen deelen zal; ze vraagt alleen bewijs, dat men wetenschappelijk genoeg gevormd is en laat dan zeifs modernen, des noodig joden en muzelmannen, toe. In die toelating op zich zelf iigt dus geenszins een uitspraak, dat de Universiteit het met de beginselen dezer studenten eens is of de verantwoordelijkheid voor hun studie draagt. Gesteld al dat alle hoogleeraren, curatoren, directeuren het eens waren, dat vrouwelijke doctoren, advocaten enz. in strijd zijn met de ordinantie Gods, dan zou daaruit nog niet volgen, dat een vrouwelijke student zou moeten geweigerd worden. De Universiteit geeft niet anders dan wetenschappelijk onderwijs en wetenschappelijke graden; zij bevordert nooit tot advocaat, arts, leeraar of predikant. Het amót of de betrekking, die men voor vrouwen ongepast acht, wordt door de Kerk of den Staat verleend, niet door de Universiteit. Dan alleen zou 'de Universiteit dus in strijd met Gods Woord (gelijk sommigen dit opvatten) handelen, wanneer dit Woord aan de vrouw verbood wetenschappelijk onderwijs te genieten. Zoolang dit argument echter door niemand is aangevoerd en ook kwalijk kan aangevoerd worden, omdat Gods Woord hierover geen enkele uitspraak bevat, kan van de Universiteit niet geeischt worden, dat zij haar colleges alleen voor mannelijke studenten zal openstellen. In Gereformeerde kringen is deze beperking dan ook nooit ingevoerd. Zelfs een zoo streng en purïteinsch man als Voetius zag er geen het minste bezwaar in, dat zijn theologische colleges ook door dames werden bijgewoond, en Anna Maria Schuurman behoorde geregeld onder zijn toehoorders.

Op universitair standpunt ons stellende, kunnen wij dus de beslissing van den vroegeren Rector der Universiteit niet laken. Daaruit af te leiden, dat de Vrije Universiteit principieel zich verklaard zou hebben voor de vrouwenemancipatie, is én formeel én materieel onjuist.

Natuurlijk gaat' de vraag veel dieper of het goed is, dat dochters van gereformeerden huize gaan wedijveren met de geëmancipeerde vrouwen onzer dagen in het jagen naar betrekkingen en ambten, die tot dusver altoos door mannen bekleed werden. Deze vraag is echter niet te beantwoorden in dien algemeenen zin, dat alle studie voor vrouwen contrabande is. Gesteld bijv. dat een Christelijke schrijfster zich inzonderheid tot de historische roman aangetrokken voelde en om te beter fundament te hebben voor haar verdichtingsvermogen, eerst een academischen cursus over de historie doorliep, dan zou daarmede niets gedaan zijn wat in strijd was met de positie der vrouw. En evenzoo is de uiterst kiesche vraag, of de medische verzorging van onze vrouwen alleen aan mannen moet worden overgelaten, dan wel of ook de vrouw hier kan optreden, niet met een machtspreuk van „geen vrouwenemancipatie" te beantwoorden. In het vroedvrouwschap is nooit iets onvrouwelijks gezien, en dat de vroedvrouwen wetenschapelijk voor haar taak worden opgeleid, kan p zich zelf niet worden afgekeurd. Er zijn renzen door Gods Woord en de natuur elf gesteld. Het ambt van Dienaar des oords mag door geen vrouw bekleed l orden. Maar hoe duidelijk die grens hier u v oge zijn, op ander gebied valt ze veel oeilijker te bepalen en eischt ze veel ern­ v tiger en principieeler onderzoek.

Aan dat principieele onderzoek wagen we ons hier niet. Feitelijk zou dan toch in geding komen, wat we juist buiten deze discussie wilden sluiten. Niet de vraag of het gewenscht is, dat vrouwen advocaten, doctoren, predikanten worden is hier aan de orde, maar deze, of de Universiteit, die haar poorten voor alle studenten openstelt, alleen de vrouw mag buitensluiten?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 november 1905

De Heraut | 4 Pagina's

Vrouwelljke studenten.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 november 1905

De Heraut | 4 Pagina's