GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

TWEE WEGEN.

XXX.

UIT VERLIES WINST.

Toen vader en zoon eindelijk scheidden, verblijd over de zoo heugelijke ontmoeting, was het met de afspraak dat Gilles zoodra mogelijk vader zou opzoeken. Eerst echter wilden ze gaarne iets van Pieter weten die nog altijd niet had geschreven. Zelf naar Amsterdam gaan kon de oude man niet, en Gilles gevoelde er geen meed toe.

Eindelijk kwam het begeerde antwoord. Doch het was kort en harteloos.

„Ik heb hel”, schreef Pieter aan vader, „op het oogenblik veel te druk met de zaken, om te kunnen overkomen, 't Is daarbij onnoodig. Want u zijt goed bezorgd en nu weer beter, wat mij veel genoegen coet, en Gilles zal nu zeker wel gauw aan 't werk gaan. Ik hoop dat hij, nu hij weer gaat verdienen, ook weer mee zal betalen voor u, want het is onbillijk dat ik de kosten alleen moet dragen. Wil Gilles bij mij komen, dan kan hij 's avonds na achten terecht, maar niet eer. 's Nachts kan ik hem niet herbergen, omdat ik bij anderen inwoon. Maar als ik vooruit weet, dat hij komt, wil ik wel zorgen voor een logement, dat hem weinig kost.”

Wat vader dacht toen hij dezen brief kreeg kunt gij weder eenigszins begrijpen. Hij stuurde den brief aan Gilles en deze had, al lezende, moeite niet toornig te worden. „Wat is mijn broer toch vrekkig!" riep hij uit: „Als het geld hem maar niet tot ongeluk wordt”.

Intusschen deed onze vriend al wat hij kon om weer werk en brood te vinden. Graag zou hij slechts voor den kost bij den boer gewerkt hebben, maar daar stonden zijn handen verkeerd voor. Wat Gilles kon: handel-drijven, zaken besturen, boekhouden kwam hier niet te pas. Eindelijk besloot hij maar op goed geluk te vertrekken, doch daar wilde zijn gastheer niet van weten. „Neen", zei de boer, „ik geloof dat de Heere God nog wegen en middelen heeft om uw begeerte, die goed is, te vervullen. Blijf neg hier en later, als ge weer in beter doen zijt, betaalt ge de schuld maar af." „Daar reken ik dan op", voegde hij er lachend bij.

En de Heere zou hun geloof en dagelijksch gebed niet beschamen.

Tegen den zomer moest onze boer naar Utrecht waar zijn pachtheer woonde. Nu moet gij weten dat deze niemand anders was dan de vader van Wiebold, die op verschillende plaatsen land en grond bezat. De boer echter wist niet, dat zijn gast en zijn landheer elkaar zoo van nabij kenden.

Toen de landman betaald had, bleef hij als gewoonlijk nog een oogenblikje praten over huis en land, en terwijl zij een glas wijn dronken vroeg de heer eensklaps:

„Zeg me toch eens, is het waar dat die oude Schravers weer beter is? ”

De lezer moet weten, dat het gebeurde met den ouden man, die in Utrecht zeer bekend was, begrijpelijkerwijs overal was verteld ge-

worden. Daar nu de boer in de buurt van Schravers woonde, was de vraag heel verklaarbaar. Bovendien was, gelijk we weten, denaam Schravers den vrager lang niet vreemd.

„Zeker is 't waar", zei de landman, „ja mijnheer, de Heere God doet nog wonderen. Dat zien we alweer.”

„Ja het Opperwezen kan meer doen dan wij begrijpen", antwoordde de landheer, die liever over des Heeren wegen niet sprak, „maar heb je den man gezien? ”

„Ja mijnheer, hij kwam om zijn zoon op te zoeken.”

„Zijn zoon? Is die dan ook bij je in de buurt ? ”

„Hij is bij mij aan huis”.

„Aan huis? Ik bedoel Gilles Schravers.”

„Ja, ja mijnheer. Dat is een heele geschiedenis. Maar als mijnheer tijd heeft, zal ik 't vertellen”.

Nu verhaalde de boer uitvoerig al waterden laatsten tijd met Gilles was gebeurd. De heer luisterde zeer opmerkzaam toe, zonder iets te zeggen. Hij voelde weinig lust om te verhalen, hoe hij Gilles, die vroeger als vriend aan huis was gekomen, ten slotte had weggezonden, zonder te beproeven hem te helpen, dan met een weinig geld, dat toch spoedig gebruikt zou zijn. Misschien ook gevoelde de rijke man, dat hij anders en beter had moeten handelen, dat die eenvoudige landman hem beschaamde. Althans toen deze alles verteld had, vroeg hij:

„Wat gaat de jonge Schravers nu doen? ”

„Dat weet hij nog niet: we vertrouwen dat God ook verder zal zorgen”.

„Dat is recht prijselijk; misschien weet ik wel iets. Ik heb grond en een paar hoeven in Gelderland tussch Apeldoorn en Harderwijk, 't Is een heele reis daarheen en een lastige ook, net als voor die menschen daar om bij mij te komen. Als nu Schravers lust had daar te gaan wonen, vooreerst bij een van de boeren, dan kon hij opzicht houden over mijn bezittingen en zien dat hij alles op 't voordeeligst bestuurt. Hij weet genoeg om alles behoorlijk te kunnen beheeren. Praat er eens over, en laat hij mij eens schrijven. 'kHeb hem vroeger wel ontmoet en weet zoo ten naastenbij wie hij is.”

De boer vroeg niet meer, maar haastte zich met de goede tijding huiswaarts.

Hoe verblijd Gilles was toen hij hoorde wat de landheer voorstelde behoef ik wel niet te zeggen. Hij vertelde den boer nu een en ander — al was 't niet alles — over zijn vroegere bekendheid met Wiebold en diens vader, en voegde er bij: „Wat heeft de Heere het wonderlijk geleid, dat u juist hem, die mij kent, over mijn vader moest spreken. Wie had ooit zoo iets kunnen denken”.

Gilles draalde natuurlijk niet te schrijven en de landheer gelukkig ook niet met antwoorden. Zoo Gilles wilde was alles in orde. En al was het nu geen hooge post en geen gemakkelijke ook, en al zou het een heel stil leven zijn, toch aarzelde Gilles geen oogenblik het verrassende geschenk uit des Heeren hand te aanvaarden. Hij deelde het vader mee, die zich met hem verheugde. Gaarne had de zoon den ouden man meegenomen, doch de dorpspre dikant ried dit af, wijl vader hier gezond was geworden, en elders misschien weer in cl e oude droefgeestigheid kon vervallen. Zoo vertrok Gilles dan alleen, na een hartelijk afscheid van den boer en zijn gezin, onder toezegging dat hij de afspraak niet vergeten zou. Hij had ook gaaine de ouders van Wiebold gesproken, maar die heer en dame moesten juist de stad uit.

Dat ze hem liever niet spraken begreep Gilles beter, toen hij op de plaats van zijn bestemming kwam. Hij werd er door de boeren juist niet hartelijk ontvangen. Zij schenen hem te wan trouwen, en spraken liefst zoo weinig mogelijk met hem. Dit vond hij vreemd, tot hij ontdekte hoe het kwam. Er was voor hem een ander geweest, en dat was niemand anders dan. . . . Wiebold, zijn vroegere vriend, die, daar hij toch nergens deugen wou, door zijn vader als opziener of rentmeester naar die afgelegen streek was gezonden. Wiebold echter had de boeren zoo minachtelijk behandeld en tevens zoo weinig verstand getoond en vaak zoo los geleefd, dat ieder hem verachtte. Op 't laatst had zijn vader hem moeten terugroepen. Nu schijnt Wiebold, om de boeren te plagen, hun op het laatst verteld te hebben, dat er een oude kennis van hem in zijn plaats kwam. En 't was heel be grijpelijk, dat de landlieden dachten: dat zal er dan wel net zoo een wezen, en Gilles niet vertrouwden.

Doch al spoedig werd dit anders. Want zij zagen, dat Gilles zijn best deed om hen te helpen, waar hij kon, om op alles goede orde te stellen, en wat hij niet wist trachtte te weten te komen. Ook leidde hij een eerbaar, ingetogen leven, zoodat de boer bij wien hij inwoonde alle goeds van hem sprak. In 't kort èn Gilles èn de lieden waren weldra over elkaar recht tevreden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1906

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1906

De Heraut | 4 Pagina's