GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Eéne of een.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eéne of een.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In onze Kerken schijnt hier en daar bij de voorlezing der Apostolische Geloofsbelijdenis geschil ontstaan te zijn over de vraag, hoe het negende geloofsartikel: „ik geloof eene heilige algemeene christelijke Kerk" gelezen moet worden. Sommigen meenen, dat het woord eene hier een telwoord is en den klemtoon heeft: ik geloof ééne, heilige, algemeene, christelijke Kerk. Terwijl anderen meenen dat het een onbepaald lidwoord is en daarom zonder klemtoon moet gelezen worden: ik geloof 'n heilige, algemeene, christelijke Kerk. Met andere woorden, de vraag is of in onze apostolische geloofsbelijdenis de eenheid der Kerk onder haar eigenschappen uitdrukkelijk vermeld wordt of niet.

Dit geschil nu is niet eerst van onzen tijd, maar reikt terug tot de eerste christelijke Kerk.

Zooals men weet is de Apostolische geloofsbelijdenis niet, gelijk de Roomsche Kerk beweert, van. de apostelen zelf afkomstig en in vasten vorm overgeleverd, maar een belijdenis die waarschijnlijk uit de doopsformule ontstaan is en allengs in den strijd met de ketterijen is uitgebreid. Dat deze belijdenis zeer oud is en reeds vroeg algemeen in gebruik was, wordt thans algemeen erkend, maar haar oorsprong ligt in het duister, en evenmin weten we precies hoe deze belijdenis oorspronkelijk luidde. Wel vindt men reeds bij de oudste Kerkvaders voortdurend zinspelingen op deze belijdenis, maar ze deelen haar nooit volledig mee. Augustinus zegt zelfs uitdrukkelijk, dat ze niet op schrift werd gesteld, maar mondeling werd overgeleverd. Eerst betrekkelijk laat is deze geloofsbelijdenis schriftelijk opgeteekend, en de vorm, waarin wij deze belijdenis kennen, dagteekent eerst van de 7e of 8e eeuw.

Juist omdat deze oudste belijdenis der Kerk niet schriftelijk, maar mondeling werd overgeleverd bij den doop, staat de redactie van sommige artikelen niet geheel vast. Met name is dat ook het geval bij het negende artikel. In de Oostersche Kerk luidde dit artikel, gelijk blijkt uit de getuigenis van verschillende Kerkvaders: wij gelooven in ééne, heilige, algemeene kerk (jziarévo^sv slg {liav ayiav xa& ohx^v exxXriaCav), waarbij zeer bepaald de eenheid der Kerk werd genoemd. Vandaar dan ook, dat in de zoogenaamde geloofsbelijdenis van Nicea (325) die niets anders is dan een uitbreiding van de oude Apostolische geloofsbelijdenis met het oog op de ketterij van Arius, het negende geloofsartikel in dezen vorm wordt gelezen. In de uitgave onzer liturgische en symbolische geschriften door Prof. Rutgers bezorgd, vindt men daarom bij de geloofsbelijdenis van Nicea op het woord ééne het teeken van den klemtoon, terwijl er een komma op volgt, om duidelijk te doen uitkomen, dat hier niet het onbepaalde lidwoord, maar het telwoord wordt bedoeld.

In de Westersche Kerk daarentegen was een andere redactie van het negende artikel in gebruik, waarbij het woord ééne ontbrak. De oudste Latijnsche kerkvaders reeds laten hier het woord ééne weg en in den textus receptus, die van de 9e eeuw dagteekent, staat: ik geloof 'n heilige, algemeene kerk (credo sanctam catholicam ecclesiam). Daar in het Latijn het onbepaalde lidwoord niet uitgedrukt wordt, springt de tegenstelling hier nog sterker in het oog dan bij ons. Er staat letterlijk: ik geloof heilige, algemeene kerk.

De Kerken der Reformatie hebben deze

Westersche redactie van de Apostolische geloofsbelijdenis eenparig overgenomen en daarin, behoudens éen enkele uitzondering, geen verandering aangebracht.

Deze éene uitzondering raakt wel het negende geloofsartikel, maar niet het in geding zijnde woord. Luther had nl. bezwaar om het woord katholiek (of algemeen) te behouden, omdat dit licht tot misverstand aanleiding kon geren, alsof daarmede de roomsche kerk bedoeld was. Hij veranderde daarom in zijn kleinen Catechismus het woord katholiek of algemeen in christelijk: Ich glaube eine heilige, christliche Kirche.

Calvijn daarentegen behield de oorspronkelijke lezing, en in zijn catechismus geeft htj het negende artikel aldus weer: ik geloof de heilige, katholieke of algemeene kerk (je crois la saincte Eglise catholique OU universelle).

De opstellers van onzen Heidelbergschen Catachismus voegden later beide uitdrukkingen saam en gaven het artikel aldus weer; ik geloof eene heilige, algemeene, christelijke kerk, en zoo werd het ook door onze Kerken in Nederland overgenomen.

Er kan dus geen twijfel over bestaan of de door onze kerken overgenomen tekst van de Apostolische geloofsbelijdenis bedoelt het woord eene in het negende geloofsartikel als onbepaald lidwoord. De Latijnsche tekst van onzen Catechismus wijst dit uit, want het woord eene wordt hier weggelaten (credo sanctam catholicam ecclesiam). In de Fransche en Engelsche vertaling staat dan ook op voetspoor van Calvijn: ik geloof de heilige, algemeene kerk. En Prof. Rutgers heeft daarom volkomen correct in zijn uitgave laten drukken: ik geloof eene heilige, algemeene, christelijke Kerk. Waar het woord geen telwoord maar een onbepaald lidwoord is, moet het hier dus toonloos worden gelezen.

Natuurlijk is hiermede niet bedoeld, dat onze Kerken de eenheid der Kerk niet zouden belijden, en mag hierin allerminst een dogmatisch geschil worden gezocht. In Art. IX van onze Geloofsbelijdenis wordt verklaard, dat onze Kerken de drie geloofssommen aannemen namelijk der Apostelen, van Nicea en van Athanasius. En aangezien in de geloofsbelijdenis van Nicea uitdrukkelijk staat: ik geloof ééne, heilige, algemeene kerk, blijkt daaruit, dat onze Kerken zeer beslist de éénheid der Kerk belijden.

Dat is waarschijnlijk de oorzaak waarom Calvijn in zijn Catechismus bij de verklaring der Apostolische geloofsbelijdenis geen bezwaar had te zeggen: en nu volgt het vierde deel, waarin wij belijden te gelooven ééne, heilige, algemeene kerk (in qua confitemur nos credere unam sanctam ecclesiam catholicam) hoewel uit zijn eigen redactie van de Apostolische geloofsbsiijdenis blijkt, dat hij daar het woord ééne niet opnam.

Oorzaak om hierover geschil te maken is er dus niet.

Onze Kerken belijden met heel de Christelijke Kerk te gelooven de eenheid der Kerk en drukken dit in de geloofsbelijdenis van Nicea uit.

Maar zooals blijkt uit de historie, ligt dit niet uitgedrukt in den door onze kerken overgenomen tekst van de Apostolische geloofsbelijdenis, en behoort het daarom bij het lezen er ook niet in te worden gelegd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juli 1906

De Heraut | 4 Pagina's

Eéne of een.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juli 1906

De Heraut | 4 Pagina's