GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over de „Volkskerk" schrijft Prof. Visscher in het Gereformeerde Weekblad het volgende:

De theorie eener zoogenaamde volkskerk, die ten onzent reeds lang tot het verleden behoort, wordt nog altijd als de eenig ware aangeprezen door hen, die zich niet hebben kunnen inleven in de historisifch geworden toestanden. Met een beroep op lang vervlogen tijden wordt nog altijd gedaan alsof er in den politieken en religieuzen levensgang van ons volk niets veranderd is. Men houdt zich vast aan illusies, waarmede men zelf verlegen zit, zoodra het er op aankomt de werkelijkheid onder de oogen te zien, en werkt daardoor meer als een rem op den invloed der Christelijke beginselen onder ons volk, hoewel men meent dien invloed te bevorderen. De kerk is van haar gloriepunt af gedaald. Zij keert in het moderne leven hoe langer hoe meer terug tot den nederigen staat waarin wij haar in de eerste eeuwen onzer jaartelling vin den, en zij zal zich aan den arbeid dier eerste eeuwen moeten spiegelen, dien arbeid ais een exempel moeten volgen om weer den invloed op het leven der volken Ie verkrijgen, die haar toekomt krachtens haar wezen en krachtens de eeuwige beginselen, waarvan zij de draagster is. Het allereerste om die roeping te kunnen volgen is, dat zij van alle grootheidswaan moet aflaten met betrekking tot haar uitwendig optreden. Zij moet de werkelijkheid van haar bestaan aanvaar den, om door de openbaring van haar hooge geeste lijke kracht terug te winnen wat zij aan invloed verloor. Zoo min als de man, die eens rijk was en daarna arm werd, zich in zijne armoede kan gedragen als in zijn schoon voorheen, zoo min ook kan de kerk de pretentie van volkskerk te zijn, blijven vasthouden als alle dagen de nuchtere werkelijkheid leert en roont, dat zij geen volkskerk meer is. Zij mag zich aanklagen over hare ïondej wijl zij door haar eigen traagheid en scha ld hare inzinking heeft teweeg gebracht, zij mag zich voor God verootmoedigen met de belijdenis dat zijn de zonde meer gemaakt heett dan de heidenen rondom, maar zij mag de kastijding Gods niet ontkennen, zij mag niet, als zij een nachthut iu den komkommerhof geworden is, doen alsof de Heere haar niet heeft klein gemaakt. Als zij dat doet, dan is haar belijdenis van schuld niet recht en diep gevoeld, dan stelt zij God niet in het recht; want zij ontkent de oordeelen, die God over haar bracht. Voor de reformatie der kerk is dus ook wel degelijk noodig, dat ook in dezen opzicht de erkentenis er zij, dat de kerk, in dit geval de Herv. kerk, in het volksleven niet meer de plaats inneemt, die zij in vroeger eeuwen innam. Zij zal h.et met schaamte hebben te belijden dat haar glorie van haar is weggegaan om de zonde die zij bedreef. En haar schuld wordt nog grooter als zij zich inbeeldt, dat zij in geen enkel opzicht daarvan verloor. Zij is geen volkskerk meer en mag zich dus ook niet langer inbeelden het te zijn. Maar daarnaast staat nog iets anders. Tot de kerk van Christus is gezegd, dat zij zal onderwijzen alle volken, dus ook het volk, waaronder zij geplant is als geheel. Zij heeft het gansche volfc onder hare vleugelen te vergaderen, zooals de Heere Jezus Jeruzalem tot zich riep. De kerk van Christus be hoort te kennen en zal kennen, als het wel met haar is, den machtigen drang tot expansie. Zij heefi dus te midden van het volk zendmgskerk te zijn in den vollen zin des woords. Rusteloos heeft zij Gods woord uit te roepen. Zij beeft hare geestelijke armen uit te strekken tot alles wat op den doolweg is vervallen. Zij heeft ook te zoeken wat ver loren is. Zij moet en mag er naar streven volkskerk te worden in waarheid. Maar het streven naar de volbrenging van die roeping wordt veeleer verhinderd, als zij met ijdelen grootheidswaan ver vuld, zich aanziet voor hetgeen zij niet is. De ervaring leert dan ook, dat alle kerken op het hoogtepunt van macht en glorie naar de wereld, ir de betooning des geloofs en dei-liefde en der kracht achterstaan, En ook ten onzenl was het zoo met de kerk op het hoogtepunt van macht, toen zijn nog den naam van volkskerk verdiende Zij deed maar zeer weinig voor het volk. Zij teerde op hare zelfgenoegzaamheid. En thans is de tijd gekomen, dat zij is verdrongen van hare eereplaats, allereerst omdat zij haar roepmg veronachtzaamde, niet het minst doordat zij het volk als geheel in zich heeft opgenomen, hoewel dat geheele volk niet voldeed aan de eischen die Christus' kerk aan hare leden stellen moet. Om volkskerk te kunnen zijn heeft zij hare eere prijsgegeven, losgelaten wat zij altijd had moeten vasthouden namelijk hare belijdenis als geme nte van Christus. Zij behoort allereerst te wezen gemeente van Christus, en mag en moet als zoodanig rusteloos haar roep doen uitgaan-en haar licht doen schijnen. Zij mag zich mspannen het gansche volk tot haar te brengen met de wapenen des Geestes, die de Heere haar gaf. Maar zij mag niet haar karakter verloochenen om al wat feitelijk van haar vervreemd is, in haar op te nemen. En dat moet, wie in onze dagen haar nog tot volkskerk proclameeren wü. Het is mogelijk dat de Heere haar nog tot een volkskerk maken wil. Maar wij zullen moeten wachten het te aanvaarden tot het geschied is. En onderwijl heeft Christus'kerk zich met de kracht des Geestes te werpen op het cultuurleven dezes tijds om het te leggen aan Jezus'voet.

We hebben dankbaar te zijn, dat zuliie stemmen in de Herv. kerk nog worden vernonaen.

Hier is ernst aan het woord.

In plaats van te stefifen op een eeretitel, dien we reeds lang verloren door eigen schuld, is hier de erkenning van onze armoede en kleinheid voor God.

En tegelijk wordt de hoog-ideale roeping der kerk vastgehouden om voor heel het volk ten zegen te zijn, niet door te leven uit de fictie, dat nog heel ons volk christelijk is, maar door te erkennen dat helaas een groot deel afdoolde van God en door de prediking des Woords weer terecht moet gebracht worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 december 1906

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 december 1906

De Heraut | 4 Pagina's