GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

TWEE WERELDEN.

EEN LEVENSJAAR.

XXII.

Üe tijd kwam eisdeüjk, waarop de meisjes moesten toonen, hoe het met hun oefening en kennis stond. Allen hadden hun best gedaan, en Rika had nu reeds ervaren, dat hoe mooi de weg tot „de kunst" ook mag schijnen, hetgeen gemakkelijke weg is.

Toch kon zij ditmaal tevreden zijn. H? ar moeite en inspanning werd beloond, door de goedkeuring en den lof dien zij inoogstte, dat was anders dan den vorigen keeil Ook werd zij tot een hoogere afdeeling bevorderd. Eenige heeren en dames die de uitvoering badden bij ge^ooEd, vereerden haar een prachtig bloemstuk, tn Rika was als buiten zich zelf van vreugd, bij zooveel lof en eerbetoon. Heel haar hoofd en hart werd er mee vervuld, en zoo was daar geen plaats meer voor nog wat anders en beters, voor dan dienst des Heeren, het lezen van Zijn Woord, het bedenken van de dingen die boven rijn. De psalmdichter bidt: „Wend mijn oogen af, dat zij geen ijdelheid zien; " doch Rika was hier midden in de ijdelheid, en gaf er zich aan met hart en ziel.

Een jaar lang ging zij zoo voort; alles scheen naar wensch te gaan, althans zoo zei de wereld, in wier strikken Rika al meer verward raakte. Naar de kerk ging zij nooit meer. De vrienden die zij nu had lachten om de kerk, en mijnheer en mesTouw Brandwijk, vonden dat iemand die in de week hard werkte. Zondags wel mag rus ten, en dat beter thuis dan in de kerk kan doen. Ook was het meisjo allengs geheel van de vreeze Gods vervreemd, nu zij verkeerde te midden vau menschen wier hoofddoel was, zich te bekwamen in de kunst, ea straks vee! geld te verdienen en dan beroemd te worden, of althats een onbezorgd, vroolijk bestaan te hebben. Die lieden leefden, alsof zij hier eeuwig blijven zouden en deze aarde, ir et al wat zij heeft en geef', het hoogste is, dat we kunnen en moeten zoeken. Hun hart ging tot niets hoogers uit zij waren zonder hoop en zonder God in de wereld, gelijk zoovelen, en hun grootste ongeluk is, dat zij 't zelf niet wisten of wilden weien.

De eenige bijna, naar wien Rika nog wel eens luisteren wilde, was haar in dien tijd ontvallen. Grootvader, de vrome, vriendelijke grootvader, was in goeden ouderdom heengegaan. Zonder ziekte of veel zwakheid, bad hij zijn taak lang vervuld, tot de Heere hem wegnam, en hij heenging in vrede. Hij had Rika meermalen geschreven en haar ernstig vermaand den Heere God in haar jeugd te zoeken, niet te steunen op eigen kracht en Hem te dienen en te eeren.

Rika’s antwoorden daarop bevredigden dtn orden man niet, al waren haar brieven langen lief. Doch als zij een enkele maal — heel ztlden — eens overkwam, bespeurde hij wel, boe zijn kleindochter niet meer het eenvoudige meisje was van vroeger, dat hoe zij ook in grootte en verstand mocht zijn toegenomen, haar inwendig leven niet was vooruitgegaan, Want Rika's hart toonde zich afkeerig van de dingen van Gods koninkrijk, en toen grootvader haar daar eens ernstig over sprak, had zij ronduit geantwoord:

„Ik kan het niet helpen, maar ik heb geen lust om zoo vroom te wezen. Ik kan daarom toch wel een goed mensch zijn."

Toen grootvader gestorven v/as, en Rika hem mee had begraven, en aangehoord bad wat door den dominee bij het graf werd gezegd, voelde zij zich toch getroffen en ontroerd, en herinnerde zij zich zoo menig goed en hartelijk woord, door den cuden man tot haar gespro ken. Een poos lang kon zij het zelfs niet vergeten, en was zoo terneergeslagen en droevig, dat mijnheer en mevrouiir het opmerkten en vroegen wat haar scheelde.

Rika zei het eindelijk. Ze vertelde hoeveel zij van grootvader had gehouden en hoe zij hem nu miste, althans zijn brieven, en dat zij niet nalaten kon, telkens aan hem te denken.

„Dat eert u en hem, lieve Rika, " sprak mevrouw. „We moeten ónie dierbare aigestorvenen niet vergeten, die ons een voorbeeld van deugd en braafheid hebben nagelaten. We mogen ons daarbij troosten met de gedachte, dat we ben eens in een volmaakter plaats zullen weer vinden. Ik heb twee lieve kinderen gehad, maar het Opperwezen heeft hen tot zich genomen. Zij zijn nu engelen in den hemel, gelijk uw lieve grootvader en zoo velen. De goede God geve dal ons ook eenmaal!

Mevrouw Brandwijk sprak heel zeilen over zulke dingen, maar nu zij het deed, trof het Rika, hoe geheel anders zij er over sprak dan grootvader. Die had het nooit over deugd en braafheid en had ook zeker nooit geloofd, dat hij, of welk mensch of kin J ook, ooit een engel zou worden — wat trouwens onmogelijk is, en ook nergens in de Schrift staat. Doch Rika's hart was te zeer met de dingen dezer wereld vervuld, om veel over de eeuwige dingen na te denken, 't Was veel gemakkelijker ten slotte, om zich ook maar te troosten met de hoop opeea „volmaakter plaats, " en voorts zich ia die zaken niet te verdiepen. En zoo duurde het niet lang, of ook de indruk van grootvaders sterven was uitgewischt.

Van tijd tot tijd moest Rika voor meer menseben dan vroeger optreden, en nu deze dan die rol vervullen, zoo als dat heet. Elk speler (of speelster) in een tooneelstuk heeft een gedeelte, dat om zoo te zeggen, voor zijn rekening is. De een speelt voor koning, de ander voor boerin, de derde voor koopman. Wat hij of zij te spreken heeft, werd vroeger geschreven op een rol. Vandaar de uitdrukking: Zijn rol spelen.

Nu ging dat spel op zich zelf voortreffelijk, en de deskundigen zeiden allen, dat Rika mettertijd een der beste en knapste tooneespeelsters worden kon. Zij zelf echter bleef daaraan twij felen, om de reden die we reeds kennen, haar ontrouw geheugen. HiJeveel moeite zij ook deed, het gelukte haar maar niet, het eens geleerde, dat zij in weinige dagen kende, er ook in te houden. Zoodra zij aan een volgend stuk begon was het, als werd het vorige uit haar heugenis weggevaagd. Eindelijk sprak zij er over met den directeur, doch dese stelde haar gerust, 't Zou wel overgaan en zoo niet, dan was het wel lastig maar geen bepaald gebre£ Er waren er meer zoo, verzekerde hij.

Op een middag kreeg Rika een briefje van den directeur, die haar verzocht eens bij hem te komen. Hij had een plan waar haast bij was, en wilde dat gaarne met haar en enkele anderen bespreken. Nieuwsgieiig wat het zijn mocht, kleedde Rika zich na den eten, zoo haastig zij kon voor het bezoek, en ging hesn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 april 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 april 1907

De Heraut | 4 Pagina's