GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ieestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ieestafel.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

JOHANNA BREEVOORT, Van velerlei begeerten. Amsterdam, Firma B. van der Land, P. VAN DER KAMP, 1907.

Onder dezen titel geeft JOHANNA BREEVOORT drie novellen: De eindelijke inkeer, Arm xondeleven en Op een hooger plan.

In De eindelijke inkeer is het „een burgerjongen, in wien gloeide een hevige liefde voor schoonheid in litteratuur en kunst, in wien al 't leelijkè onuitroeibaren, onweerstaanbaren afkeer wekte." De „nieuwe kunst" heeft haar invloed op hem. Hij „walgt van 't eentooEÏg woordgeklikklak en zoekt naar nieuwe frissche zeggingswijzen, naar zuivere uiting vanpersoonlijk voelen." De nieuwere schrijvers doen hem in hun werken genieten, „al schiijnen enkele uitdrukkingen in die werken zijn christelijk voelen." Want deze jongeman is 'n christen.

BREEVOORT teekent nu den strijd van JOHAN HARDERS tusschen het anti-christelijke bij de „nieuweren" en het christelijke in zijn eigen ziel.

Een strijd waarin hij aanvankelijk bezwijkt.

Als hij, na zijn eersten roman te hebben geschreven, „op 't armoedig zolderkamertje, innerlijk gloeiend van geestesverrukking om 't heerlijke, dat hij scheppen j, iDg: een levensbeeld, een echt waèr levensbeeld; "—zijn litterairen arbeid voortzet, raakt hij al meer van de christelijke levens-en wereldbeschouwing af. In zijn werken teekent hij bij voorkeur de zonden „die brandden in de gemeente Gods, doorhem als huisgenoot des geloofs uitnemend gekend'— „En als gevolg had het overgtoote deel der Christenen hem geweerd als zijnde niet hunner een, had het zijn boeken gesteld op den index, op één lijn met heel die nieuwe literatuur die gebannen moest worden uit 't huis der geloovigen." — Eens bij het uitgaan van de kerk spreekt hem 'n vrouw uit het volk aan. „Zeg meaeer, schrijver, as je weer 's teekenen wil, schrijf dan van je eigen, wèje", zoo krijschte haar stem, in een vlaag van woede.

En als HARDERS, verlegen voor de enkele ketkmenschen, die staan bleven, haar afweerde met 'n: „vrouw, ik kèn je niet", dan zij weer:

„Ik jou wel, hoor je, nieuwe lichter, die bij ons in huis komp om alles te verraaie.... wou je mijn soms ook in de krant zetten, net als je m'n zus gedaan heb, mooie jonge? ..., , ik zet je de tien geboje in je gezicht.... vuile , ., ."

En van de „nieuweren" voelden sommigen „om zijn durf zich tot hem aangetrokken, pre«en hem, omdat hij zoo meedoogenloos de zonden der vromen getoond had". Maar , ^een d«: gelgke lof wat de laatst^ dien b^' begeu'de".

Met dit al was zijn zijn ziel al meer van God if. Eindelijk kwam hij dan tot inkeer.

„Los uit zijn gebondenheid aan eene kunstrichting, heidensch van aard, vijandig tegen God, köa Harders toen, in heiHge inspiratie vrijelijk doordringen tot het volle rijpe menschenleven, ook tot dat des geloofs."

Hoe het na den nederlaag, tot deze overwinning kwam, is hier zielkundig goed geteekend.

Uit een óogpuat van kunst, acht ik deze novelle al is zii ook niet zonder artistieke waarde, de 'rr^nsTe van het drietal. Maar daarentegen staat zii wat het heel intiem ontsluieren van n ScheliJ zieleleven betreft zeer. hoog. Wat ^i hier van dien HAREEBS leest, is zoo doorleefd - Als ge Be einddijke inkeer uit hebt, is hét u of ge een biecht van 'n vriend hebt aangehoord.

In Arm Zondekven teekent BREEVOORT, wat voor' haar, naar het schoone dorstende, ziel een opofferiDg moet zijn geweest: het leelijke en het ruwe in het leven van een arm zwak kind uit het volk. Van SAARTJE, 't meisje, „met een peinzend gezichtje, ietwat mat en droefgeestig", het tobsterije en zwoegstertje dat met haar twaalfde jiar „dienen" moest, want „dan kreeg ze beter eten in d'r lijf". Van het kwaad dat ater KtAAS de geweldenaar haar aandeed.* Van haar huwelijk met den bruten JAN en haar huwelijksleed met hem en zijn kinderen, die , niet de hare zijn; van haar sterfbed. En Breevoort beschrijft dii alles met zoo'n innig medegevoel, dat uw ziel onder het lezen door compassie verreind wordt.

Mooi, oprecht werk.

Zeker, geen lectuur voor kinderen, maar BREEVOORT is dan ook geen kindersclirijfster.

Mooi is deze novelle ook van karakterteek ening.

Die moeder van SAARTJE vergeet ge niet licht.

„Moeders „buitenkantje" leek hard, innerlijk was ze toch erg goed en ze had een zwaar leven."

JOHANNA BREEVOORT staat midden in het leven van onzen tijd.

Met haar sympathiek Christen-hart, voelt ze al wat de samenleving van onzen tijd beweegt.

De kunst, de religie, het sociale en politieke leven.

In Op een hooger plan teekent ze het pogen van" het christelijk-socialisme.

Ze zet u hier haar oogen op en nu ziet gij dat christen-socialisme als hopeloos en tevens als nog iets anders dan hopeloos.

Iemand heeft onlangs gezegd, dat door dit christelijk-socialisme nog nooit een socialist christen, maar wel vele christenen socialisten zijn geworden. ,

En zoo laat BREEVOORT het u nu ook zien in haar teekening van Jo ANDERS, den Christensocialist, die eindigt met niet meer als socialist, maar als Caristen, voor zijn deel aan de leniging van d? nooden van het volk te willen arbeiden.

De lezing van heel dezen bundel, inzoader heid van deze novelle uit dien bundel, kan ik met name aan dejongeren onder ons aanbevelen.

Hier en daar stootte ik op min fraaie uitdruk kingen: B.v. op p. 33 begeesterd; op p. 37 een duhendstemmig vreugdelied en alomme bCQOOn held; op p. 46 een ontroerende lij klucht.

Voor deze drie novellen ben ik JOHANNA BREEVOORT innig dankbaar. Met de eerste gunt ze een blik in een voor mij en zeker ook voor anderen belangwekkend zieleleven ; met de tweede en derde is het haar gelukt in den besten zin van het woord te stichten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 januari 1908

De Heraut | 4 Pagina's

Ieestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 januari 1908

De Heraut | 4 Pagina's