Uit de Pers.

Naar aanleiding van het voorstel door sommige kerken gedaan, om te Kampen een vijfden hoogleeraar in de theologie te benoemen en aan de school het recht te geven om te doctoreeren, schrijft Ds. Sikkel in Hollandia het volgende:

Zoo de Kerken oordeelen een stichting als Hoogeschool voor Theologie te rr.oeten onderhouden en in de toekomst bestendigen willen, — en dat eerst eens en voor goed vaststaat, — zoo behooren ze g.i; en half werk te doen.

Dan moet het getal hoogleeraren dier Hoogeschool en ook de inrichting der colleges en examens, geheel beantwoorden aan wat de wetenschappelijke beoefening der Theologie aan een Poogeschool vordert.

Zeker, dan moet het Doctoraal Examen doo^ deze Hoogeschool evengoed ingesteld ~ worden al het Candidaatsexamen. Zij bedoelen beide een svetenschappelijken graad te geven, en ze vorderen elkaar. Een Hoogeschool voor Theologie, die geen doctoralen graad geeft, doet half werk. En half werk behooren de Gereformeede Kerken niet te doen.

Maar dan moet ook de Hoogeschool voor Theologie haar roeping vervullen vror de Wetenschap in haar geheel. Zij moet dan op het terrein van de beoefening aller Wetenschappen naar Gods Woord optreden, om haar roeping in heel den wetenschappelijken arbeid te vervullen. Zij moet dat willen en zij moet dat doen. Een Hoogeschool voor Theologie vordert noodzakelijk, naar de beginselen der geopenbaarde waarheid Gods, eenheid met heel een School der Wetenschappen.

Wil men daar niet heen, zoo laat men de Hoogeschool voor Töeologie beneden den eisch van haar ontwikkeling; men laat haar dan een paria, een kloosterling in de wetenschappelijke wereld.

Houdt men de kerkelijke Hoogeschool vast, laat men dan haar ontwikkeling vorderen als Gereformeerde School der Wetenschappen voor heel ons volk en voor heel het leven, en haar als kerkelijke stichting publieke Gereformeerde Nederlandsche Universiteit doen worden.

Dan krijgt zij de plaats der eere, die men voor haar vorderen, moet. Dan lijdt die eere in geen enkel opzicht schade. Dan zal er inderdaad voldoening zijn voor de stichting, die in 1869 op zoo veler gebed verrees. En dan komt het Gereformeerde leven en pogen, dat in haar belichaamd is, waar het wezen moet.

Dit zou inderdaad een oplossing zijn, die bevredigde, al was het, althans tijdelijk, een dure oplossing.

We kregen dan twee Gereformeerde Universiteiten, één vrije en eén kerkelijke, maar die beide in den Staat hetzelfde publieke recht konden vorderen, en die, haar vrijheid ongeschonden handhavende, in volle en gelijke rechten gebracht kunnen worden ten opzichte van de Universiteiten, die het Rijk onderhoudt.

In die richting moet en zal toch voor vrijheid en recht in ons volksleven gearbeid worden. En zoq die strijd en die arbeid ernstig zijn, zullen zich de verhoudingen ook in die richting ontwikkelen.

Vrije scholen voor Hooger Onderwijs, door den Staat in publieke rechten erkend en op voet van gelijkheid met andere stichtingen van gelijke beteekenis behandeld, — daarheen moet het en gaat het, indien er in Nederland recht zal wonen en het leven zich naar Gods ordinantie ontwikkelen zal.

En kerkelijke stichtingen mogen hierin niet bij vrije stichtingen of rijksstichtingen achterstaan.

Dan mojgt echter de kerkelijke Hoogeschool zoo spoedig mogelijk Kampen verlaten, om in een meer centraal punt van het nationale en wetenschappelijke leven op te treden.

Durft men den aangegeven weg voor de Hoogeschool, die thans te Kampen door de kerken verzorgd wordt, niet aan, oordeelt men dat het zóó niet raag, of dat het niet kan, omdat de Gereformeerden geen twee Hoogescholen met wetenschappelijke krachten kunnen verzorgen, — dan mocht er toch liever beraad komen, om de tweeheid niet te bestendigen, maar tot één te komen.

Half werk is in ieder geval beneden de waardigheid van elke Hoogeschool, ook en niet het minst van die der Gereformeerde Kerken.

Er ligt in deze opmerking hoe paradoxaal geuit, een kern van waarheid.

Wil men aan de Theologische School het recht van doctorceren.schenken, dan dient ze ook een universitair bestaan te krijgen. De kerken zouden dan een Kerkelijke Universiteit moeten oprichten, waar heel de wetenschap onderwezen werd. En ons Gereformeerde volk zou twee universiteiten te onderhouden krijgen.

Juist door deze consequentie wil Hollandia blijkbaar toonen, hoe onoplosbaar het vraagstuk is, dat hier voor ons ligt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen