GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dereenigingsleben.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dereenigingsleben.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

VEREEN. VOOR CHR.-NAT. SCHOOLONDERWIJS.

III.

IQ ons derde artikel, waarin wederom de quaestie van de Schoolinspectie en haar resultaten de grootste ruimte zal innemen, wenschen we kortelijk stil te staan bij datgene, wat de Christelijke School zelfs in het oog van den oppervlakkigen waarnemer bijzonderlijk kenmerkt, namelijk het onderwijs in de Bijbelsche (ieschiedenis en wat daarmede saamhangt.

Opzettelijk wordt hier gesproken van den oppervlakkigen waarnemer, omdat het iedereen, die zich niet tevreden stelt met te bezien wat zich aan de oppervlakte bevindt, treft, dat het kenmerk bij uitnemendheid van onze Christelijke Scholen niet is het feit, dat er gebeden en uit den Bijbel gelezen en verteld wordt, maar wel, dat het geheele schoolleven is, of althans moet zijn, ingericht naar de beginselen en doortrokken van den geest van het positieve Christendom, zooals dat is in overeenstemming met den Bijbel.

Ware dit niet het geval, dan zou, zooals vanzelf spreekt, kunnen volstaan worden met de openbare school, en daarnaast als aanvulling de catechisatie der predikanten of eenig geregeld godsdienstonderwijs in anderen vorm.

Het moet dan ook zelfs gevraagd worden, of de kinderen, die ter Christelijke School gaan, indien het onderwijs in de Bijbelsche Geschiedenis daar goed is, wel de catechisatie behoeven te bezoeken, en of men, door die kinderen ter catechisatie te zenden, den predikanten niet op onbillijke wijze lasten op de schouders legt, die zij feiteHjk, bij al de andere lasten die het leeraarsambt meebrengt, niet behoeven te dragen.

Zeker getuigt het van een heel averechtsche opvatting, als men in het verslag van een der Inspecteurs leest, dat op sommige plaatsen de predikanten hunne catechisaties houden onder schooltijd; zoodat b. v. om 12 uur een deel van de hoogste klasse vertrekt en om half 12 een ander deel.

Dit is natuurlijk zeer storend voor het onderwijs op school. Meenen de ouders, dat de kinderen naast het christelijk schoolonderwijs in de schooljaren ook nog het onderwijs ter catechisatie moeten genieten, dan mag toch wel als eisch gesteld worden, dat de predikanten de catechisaties buiten de schooluren stellen, en wel zóó, dat ook indirect de school er niet door benadeeld wordt.

Een dergelijke misstand zal zeer zeker niet vóórkomen daar, waar de verhouding tusschen school en kerk is zooals dat gewenscht moet worden geacht, al is er dan ook geen officieel verband tusschen de school en eene bepaalde institutaire kerk.

Die verhouding laat echter hier en daar wel eens iets te wenschen over, gelijk uit meer dan een Inspectie-verslag blijkt, zonder dat daarin wordt getreden in bijzonderheden dienaangaande.

Eene andere klacht, nauw met deze omstandigheid saamhangende, betreft het op sommige plaatsen — een Inspecteur spreekt van vele plaatsen — voorkomend gemis aan saam werking tusschen Hervormden en Gereformeerden ten opiichte der schoolqjiaestie, die toch op menige kleine plaats zouder die saamwerking zeer be slist niet naar behooren kan opgelost worden. Geneel zijn we het ten deze met den inspecteur eens, dat deze klacht wijst op eene gewichtige taak van het schooltoezicht vanwege de Vereeniging, om namelijk te trachten, de beide groepen op schoolgebied bij elkaar te brengen.

En wat nu voorts — om tot het uitgangspunt terug te keeren — het onderwijs in de Bijbelsche Geschiedenis zelve betreft, vindt men, naast de erkenning van hel vele goeds, dat op onze scholen gevonden wordt, in twee der verslagen toch ook in dit opzicht weer eene tweeledige klacht, welke belangrijk genoeg is om haar hier te herhalen, daar zij wijst op tweeërlei gevaar, dat te vermijden is.

Op enkele plaatsen toch werd vragenderwijs de klacht geuit, cl de Chr. school niet leed aan de kwaal van het intellectualisme inzake het Bijbelsch onderwijs, zoodat dit onderwijs zou ontaarden in h^t bijbrengen van kennis omtrent personen en feiten, zonder dat daar een geestelijke en zedelijke kracht van zou kunnen uitgaan.

Zulk Bijbelsch onderwijs heeft men uit den aard der zaak allicht daar, waar tot de Christelijke School overgaan onderwijzers, die niet met het diepst van hun hart de waarheid der Schrift aanvaarden, maar om bijredenen, wellicht op finantieele gronden — wees Ds. Pierson in zijn voortreffelijke rede te Arnhem er niet op? ! — voor het Christelijke onderwijs kiezen, en niet uit die overtuiging, die tot God biddend doet opzien om wijsheid voor en zegen op het aan de kinderen te geven onderwijs uit Zijn Woord.

De echt Christelijke ootmoed, — aldus zeer terecht de - Inspecteur —, de degelijke godsvrucht is ten slotte de eenige waarborg voor ons Christelijk onderwijs.

De verstandelijke kennis van personen en eiten is zeer zeker hoogst nuttig, maar hooger staat de geestelijke waardeering ervan, het be rijpen van hare beteekenis, en het toepassen van hetgeen uit de Bijbelsche Geschiedenis valt e leeren, op het leven der kinderen zelve.

De verstandelijke kennis van Gods Woord is iddel, maar einddoel mag zij nimmer wezen.

Maar, moge dit zoo zija, dan is daarmee nog niet goedgekeurd, — en hiermede wordt het gebied betreden van de andere klacht, — dat op eene enkele school, waar overigens het onderwijs zeer goed was, de kennis van de Bijbelsche eschiedenis te wenschen overliet, omdat het oofd de kennis van veel feiten en bijzonderheden niet noodig Vond. Zijns inziens behoefden . V, kinderen uit de hoogste klasse een tekst n den Bijbel niet te kunnen opzoeken; hij stelde er meer prijs op, door de Bijbelsche Geschie enis op het religieuse gevoel der kinderen in e werken.

Er behoeft wel niet op gewezen te worden, at deze methode leidt op den weg, die voert ot eigenwilligen, onschriftuurlijken Godsdienst, aarvoor onze kinderen mogen bewaard blijven!

Wij besluiten onze korte overzichten met en woord van dank te brengen aan hetgeen e Inspectie tot nu, toe reeds verrichtte, en et het uitspreken van de hoop, dat de arbeid er Inspecteurs in ruime mate ten goede moge omen aan het groote nationale belang, dat elegen is in den bloei, bovenal in d': n geestelijken bloei van ons Christelijk onderwijs, dat het bederfwerend Evangeliezout neerlegt in het midden onzer verwordende hedendaagsche Maatschappij.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 juli 1908

De Heraut | 4 Pagina's

Dereenigingsleben.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 juli 1908

De Heraut | 4 Pagina's