GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZOO GAAT HET.

Eens was een land op 't wereldrond, Waarin men wondre menschen vond; Elk stotterde, deed bij den mond maar open, Eu ieder hinkte bij het loopen, — Men vond dat al recht mooi en zoo 't behoort.

Eens kwam een vreemdling in dat oord. Hij zag al 's volks gebrek en dacht: Hoe hoog zal ik hier zijn geacht. Ik d'een'ge met twee goede beenen! Een elk misgunt ze mij, zou 'k meenen.

Zoo ging hij dan in 't rond met stijven, vasten tred. Miar ziet alras, hoe wèl een elk groote oogen zet Maar tevens hem bespot. Men bleef al lachend staan. En sprak: „Leer toch dien man behoorlijk gaan!"

„Wat!" riep de vreemd'ling vol verbazen, Wilt gij mij leeren? arme dwazen; Wie hmkt er, zegt het, ik of gij Bij u 't gebrek, gelooft me vrij."

Maar naawlijks heeft hij zoo gesproken, Of 't volk schijnt nu wel losgebroken En tiert: „Hij stottert niet, o schand! Men jaag den snoever nit het land"l

Dit vers heeft in der tijd de bekende Dnitsche dichter en hoogleeraar Gellert gemaakt. Dat hij ons land bedoelde is ver van zeker, doch wel dat wij uil zijn vers nog wat kunnen leeren. Hij besluit aldus:

Tot sieraad maakt gewoonte een fout, V/aarmee we jong al zijn vertrouwd. Vergeefs al dan de wijze 't wagen Om over 't onverstand te klagen. Zijn raad volgt louter spotternij Omdat.... hij wijzer is dan wij.

HET WOORD DES HEEREN.

Hieronymus was een bekend vermaard CQ risten leeraar, die vier eeuwen na Cnristos leefde. Men rekent hem onder de zoogenaamde „kerkvaders, " zoo als ook Angustinns en anderen. Hij is vooral bekend doordat hij den Bijbel uit het Hebreeawsch en Grieksch in het Latijn vertaalde, dat toen vrij algemeen verstaan werd.

Wel zijn er later veel beter overzettingen gegeven, o. a. die van onzen Statenbijbel, maar toch was zijn werk voor zijn tijd een groote zegen.

In zijn eersten levenstijd hield Hieronymus veel van de boeken van heidensche schrijvers, zoo als Horatius en Ccero, en las die vaak en met ijver. Later erJiter veranderde dat, toen nij last gekregen had in het Woord des Heeren. Eens toen het te pas kwam, zei hij daarover:

Wat deel heeft de geloovige met den ongeloovige? Wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis? of Coristus met Bilial? Hoe komen de Psalmen met Horatius of het Evangelie met Cicero overeen?

Zoo wilde hij in Paulas woorden zeggen, dat de wijheid der menschen en de wijsheid Grod* niet ktianen Saamgaan.

Dat mogen ook wij wel bedenken. De mengchen kunnen nog, gelijk vroeger, wel schoone dingen zeggen, ook al vreezen zij den Heere nietj hij geeft ook hen deze ga"eo. Doch nooit mogen wij, om hun werk het Woord God? vergeten. Ja, ook niet, al was het een boek van den vroomsten man.

We mogen gerust mooie verhalen, prettige geschiedenissen, aardige verzen en zooveelmeer lezen, als we maar vóór alles de Schrift ter hand nemen. Want die kan ons wijs maken tot zaligheid en dat kan geen menschofmenschen' »prk uit zich zelf.

We spraken rog pas naar aanleiding van een vraag, over de Waldenzen. Bij deze eenvoudige vrome lieden was het de gewoonte dat elk lid der gemeente een gedeelte van den Bijbel uit het hoofd Kfende, en soms geen klein ook. want we vinden opgeteekend, dat meer dan een een geheel Evangelie kon opleggen. Dat was zeer nuttig in die tijden, toen de Roomsche priesters er steeds op uit waren aan die dus genaamde „ketters" hun Bijbel te ontnemen en die te verbranden. Gelukkig bezit het pausdom thans de macht niet meer om zoo iets te doen, doch dat neemt niet weg, dat het kos telijk blijft Gods Woord in het hoofd te hebben. Dat is altijd de weg om het ook in ons hart op te nemeu.

Oadersoekt de Schriften, zegt de Heere Jezus. Laat ons daarop letten, en niet voor het mindere het meerdere verwaarlooten. Dat gebeurt, helaas, meer dan eens. Miar het is dwaas en gevaarlijk. Het boek is en blijtt het Woord, dat blijft in der eeuwigheid,

AAN VRAGERS.

We zeiden pis dat er nog altijd veel twijfel achtigs overblijft bij het verklaren van sommige plaatsnamen. Dat blijkt alweer uit wat onze lezer E. A, W. te V, schrijft naar aanleidicg van de verklaring in het nummer van De Heraut van 7 Febr. van het woordje „lee" in Heiligerlee,

Hij zegt dat het woordje „lee" hier hoogte beteekent. De plaatsnaam dus zelf Heilige hoogte, om reden hier vroeger een klooster gestaan heeft, wat nog uitkomt in dinaam Kloosterholt. waarmede de plaats dda in den volksmond gewoonlijk genoemd wordt Dit s< emt ook geheel overeen met den naam Westerlee, onmlddelijk tea westen van Hsiiigerlee gelegen, en evenzeer op een hoogte gebouivd.

Wellicht i.-! dit dan de geheel juiste oplos sing, O veiigens is het verschil tusschen een heuvel en een hoogte zeker niet groot.

CORRESPONDENTIE.

W. G. M. te Z. Het is in orde. We hopen er voor te zorgen,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 februari 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 februari 1909

De Heraut | 4 Pagina's