GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

BERGOPWAARTS.

XII,

BLIJVEN.

Wie een aanbeveling van Boerhaave meebracht, kon er zeker van zijn bij Professor BarmaD goed ontvangen te worden. Dat ondervond ook Linnaeus.

In den brief had Boerhaave blijkbaar met grooten lof over zija Zsveedschen vriend gespro. ken. Althans Burman ontving dezcu met alk ee

en stelde dadelijk zijn huis tot zijn beschikking, zoolang onze vreemdeling in Amsterdam zou blijven. Niet anders meenende of dat kon hoogstens voor een paar weken zijn, stemde Linnaeus toe.

Doch het liep anders uit. Twee dagen na zijn aankomst werd Linnaeus door zijn gastheer verzocht eens met hem mede te gaan naar een bovenverdieping. Daar gekomen •toni bij niet weinig verbaasd, 't Leek er wel een museum. Op groote tafels lagen allerlei vreemde gedroogde planten, kruiden, bloemen, alsmede velerlei gesteenten en andere delfstoffen. In groote kasten met glazen deuren zag men geraamten van dieren, opgezette vogels; ook veel verschillende werktuigen voor de natuurkunde en een menigte boeken. Alles echter lag nog al verward dooreen.

„Gij zult u wel verwonderen over hetgeen ge hier ziet" sprak Barman; „eenigzins wanordelijk vindt sre niet? "

„'t Moet zeker alles nog zijn plaats krijgen", sei Linnaeus, die aandachtig rond zag. „Ér is veel moois bij."

„Juist", was het antwoord. „Wat ge hier ziet zijn, ik mag wel zeggen de nagelaten schatten van Paul Hermann."

„Ge bedoelt zeker den Leidschen professor. Ik heb veel van hem gehoord en gelezen." „Juist, 't was van afkomst een Duitscher die op allerlei hoogescholen was geweest tot Rome toe, maar het ten slotte — en hierbij zag Professor Barman zijn gast veelbeteekenend aan — hier in de Nederlanden toch maar het best vond. Nu moet ge weten dat, wijl hij zeer beroemd was in de plantkunde, onze Staten hem opdroegen een groote reis te doen naar Afrika, Indie en Ceylon om daar allerlei te onderzoeken." „Zoo iets als ik in 't klein gedaan heb", zei Linnaeus.

„Toen hij na acht jaar terugkwam", ging Burman voort, „was hem een plaats als hoogleeraar in de geneeskunst en de kruidkunde te Leiden opengehouden. Ook werd hij opziener van den Kruidtuin, waar hij heel veel voor gedaan heeft."

„Hij was dus een voorganger van, en een man als Boerhaave".

„Juist, oc gelukkig werd hij niet oud, maar vijf-en-vijftig jaar. Zijn sterven was een zware slag voor de hoogeschool. Daar kwam nog iets bij. Hij was voornemens een groot werk uit te geven, waaria hij zijn ontdekkingen op Ceylon beschreef. Er behoorden een 400 teekeniugen bij, alle in l'idiö gemaakt. Maar door zijn dood is van dat werk niets gekomen, en ik vrees dat we ook weiuig meer van zijn aanteekeningen zullen vinden'.

(Dit is bter waarheid gebleken. Hermann's werk is goed ieels verloren gegaan.)

„'t Is nu een kleine 40 jaar geleden" ging de professor voort, „dat Heimann stierf. Rijke verzamelingen voor de wetenschap heeft hij nagelaten. Maar wil men daar algemeen nut van hebben, dan moet het geordend en gerangschikt wordec, en alles nauwkeurig beschreven. Dit werk nii is mij opgedragen, en ik heb een deel van het noodige hier laten brengen en besteed er menig uur aan".

„Dat is een verbazend werk, professor", sprak Linnaeus.

„Zeker, düt zult ge nog beter inzien als ge het eens nader bekeken hebt."

Nadat dit geschied was herhaalde de bezoeker zijn verzekering; „maar", voegde hij er bij, „'t is wel een aangenaam werk ook."

„Vindt ge dat? " vroeg Burman snel, „welnu dan weet ik iets. Blijf nog een poos hier om mij te helpen. Mijn huis beschouwt ge als he uwe en uw werk wordt - daar sta ik u borg voor - heei goed betaald. Over eenige maanden kunnen wij gereed zijn, en dan aanvaardt ge uw reis naar Zweden." „Ik moe: er nog eens over denken" zei Linnaeus.

't Slot van de zaak was dat hij toestemde te blijven, nu men er in Zweden ook genoegen mee nam, wijl het bleek in aller belang te wezen. Zes maanden lang bleef de Zweedschedoctor in het gastv-ije huis van professor Burman, die mede zijn vriend werd. Linnaeus verleende met ijver de hulp door hem toegezgd en zoo kon heel de nalatenschap van Hermann uitne mend in orda gebracht. Burmann wist de hulp wel te waa'-deeren. Zoolang zijn gast bij hem was kon de^e nog gebruik maken van Professor's kostbare boekerij en prachtige verzamelingen. In dat half jasft leerde Linnaeus velerlei dat hem later vaa dienst was.

Dat was trouwens begrijpelijk. Want professor Hermann wis een der grootste plantenkenners van zijn tijd geweest, een uitnemend leeraar, een uitgever van zeer nuttige werken, die ook den nog beroemden Leidschen kruidtuin zeer heeft verrijkt. Tot eer van hem heeft Linnaeus een plant Hsrmannia genoemd.

Het gewic'itige werk was eën goed eind gevorderd, toen onze Zweedsche doctor meende dat hij na een hilf jaar gastvrijheid bij den professor genoten te hebben moest denken aan vertrekken. Hij meende natuurlijk nu naar Zweden, maar de Heere God had bet anders beschikt. Een heerlijk tijdperk wachtte hem nog vóór hij zijn vaderland zou wederzien.

CORRESPONDENTIE.

De brief uit B. is in orde ontvangen, 't Antwoord moet nog uitgesteld.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 december 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 december 1909

De Heraut | 4 Pagina's