GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Gereformeerde Kerk schrijft Dr, Schok-•""g uit Leiden onder het opschrift: „op een verkeerd spoor" het volgende over de dis-< !n5Sie, die naar aanleiding van de gevraagde subsidie voor een tiende predikantsplaats te Rotterdam ontstond:

De thans n«g aanhangige kwestie van uitkeering «n Rijkssubsidie voor een zeventiende predikantsplaats in de Hervormde gemeente te Rotterdam beeft tot allerlei beschouwingen aanleidiog gegeven.

In de laatste dagen zelfs tot een discussie in de pers over de vraag, of die gemeente tot de meer vermogende dan wel armoedige gemeenten in het land moet gerekend worden.

Daarmee dreigt de kwestie, welke het hier geldt, op een verkeerd spoor te komen.

Of, eigenlijk is dit te zwak gesproken, en zou het juister zijn te zeggen, wordt zij steeds verder op het verkeerde spoor geleid, v/aarop zij te kwader ure gekomen is.

Dit is begonnen, toen de Minister van Financiën in antwoord op het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer er toe heeft meegewerkt, dat de aanvraag voor Rotterdam de beteekenis van een speciaal geval in den engeren. zin des woords gekregen heeft, welke beteekenis door de discussies bij de openbare • behandeling nog versterkt is geworden.

Hoewel het op zichzelf volkomen begrijpelijk is, dat er alzoo gehandeld is, en men daardoor een breed principieel debat over de hoofdkwestie vermeed, heeft het toch dit nadeel, dat de aanvraag voor Rotterdam thans in een licht komt te staan, die zij o.i. niet heeft noch hebben mag.

Het is toch vooral na de blijkbaar niet zeer gunstige ontvangst, dis het voorstel der Regeering in de afdeelingen der Eerste Kamer gehad heeft, dat nu de vraag meest besproken wordt, of Rotterdam die ééne predikantsplaats niet zonder Regeeringssteun had kunnen vestigen.

Nu denken wij er natuurlijk niet aan, omte beweren, dat deze vraag niet van belang zou zijn of niet in aanmerking zou moeten komen bij de beoordeeling van de vraag omtrent het al of nietuitkeeren van een Rijksbijdrage.

Maar wanneer dit zóó op den voorgrond komt als thans geschiedt, wanneer zelf binnen de Hervormde Kerk de eene gemeente zich stelt tegenover de andere en vraagt, of Rotterdam niet had kunnen doen wat zij heeft gedaan, danmeenen wij, dat het gewenscht is er aan te herinneren, dat wij hier niet slechts met een specifiek Rotterdamsch belang te doen hebben.

Dezelfde moeielijkheid, waarvoor Rotterdam ten aanzien van een behoorlijke bearbeiding der gemeente staat, wordt evenzoo in Amsterdam, 's-Gravenhage, Utrecht en andere steden in meerdere of mindere mate ondervonden.

En wel verre, dat Rotterdam met die eene zeventiende plaats geholpen zou zijn, is er daar behoefte aan een zeventiental plaatsen meer.

Doch vandaar ook, dat wij het bedenkelijk achten, als de groote kwestie, welke met deze aanvraag aan de orde is gesteld, en waarop onze mederedacteur Dr. Kromsigt meer dan eens het licht heeft laten vallen, schuil ging achter de vraag, of Rotterdam die f 1500.— per jaar, het bedrag thans van de Regeering gevraagd, niet missen kon.

Bij al de waardeering van de warmte, waarmee sommige leden der Rotterdamsche gemeente tegenover een h. i. onjuiste voorstelling van den welstand dier gemeente in de Standaard zijn opge komen, moeten wij toch zeggen, dat de Hervormde Kerk in het algemeen, noch de Rotterdamsche gemeente in het bijzonder een dienst wordt gedaan, als thans de schijn werd gewekt, dat het om die genoemde som ging.

Men weet wel beter, kan althans beter weten, maar het is allerminst onverschillig, in welk licht het groote publiek de kwesties ziet.

Of de thans gevraagde f 1500.— alof niet wordt toegestaan, blijft de toestand in Rotterdam en daarbuiten, wat het gebrek aan voldoende krachten ter geestelijke bearbeiding in de groote gemeenten der Herv. Keik betreft, feitelijk dezelfde.

Daarom is er wel een afzonderlijke aanvraag aanhangig bij de Regeering; maar betreft zij geen speciaal geval.

Op dit spoor gebracht, dient zij er hoe eer hoe beter afgevoerd.

Deze uitlating is zeker van hoog belang ook voor de beslissing die de Eerste Kamer zal moeten nemen.

Immers er blijkt uit, dat deze aanvrage volstrekt niet bedoeld is als een speciaal geval, maar dat men, is deze eene subsidie verkregen, straks om meer vragen zal. Alleen voor Rotterdam zijn er nog een 17 tal nieuwe predikants tractementen noodig, ea voor de andere groote steden in ons land naar evenredigheid.

Het komt er dus op neer, dat de Regeering de Hervormde Kerk als gepriviligieerde Kerk, niet omdat ze te arm i% of 't zelf niet doen kan, maar omdat ze de Volkskerk is; aan de ooodige uitbreiding van predikantspkatsen zal moeten helpen ea daartoe schatten uit de Staatskas zal moeten betalen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 juni 1910

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 juni 1910

De Heraut | 4 Pagina's