Buitenland.

Duitschland. Duitsche vorsten de Borromeus-encycliek. over de Borromeus-encycliek.

Den i3den Juni ontbood de koning van Saksen, Frederik August, die lid van de Roomsche kerk is, de ministers, die geroepen zijn de zaken van de Evangelische Kerk te behat-^ - tigen, om met die dienaren van de Kroon de Borromeus-encycliek te bespreken. Zijne Majesteit verklaarde bij dit onderhoud, dat het hem een groote voldoening was, dat zijn streven om den confessioneelen vrede in het land te verzekeren, tot hiertoe met goed gevolg werd bekroond. Des te meer betreurde de Koning het, dat zijn streven in die richting gedwarsboomd werd door de harde aanvallen in de jongste pauselijke encycliek op de Evangelisch-Luthersche landskerk, waartoe de meerderheid van zijne onderdanen behoorde. Hij deelde zijnen ministers mede, dat hij eigener beweging het plan had opgevat om een eigenhandige brief daarover aan den paus te schrijven.

De ministers dankten uit naam van de Evangelisch-Luthersche landskerk voor dit besluit.

Ook in Beieren, waar de meerderheid der bevolking Roomsch is, heeft de encycliek nan den paus veel opzien gebaard. Men zoekt in Roomsche bladen het doen van den „vredepaus" te rechtvaardigen. Doch er zijn ook Roomschgezinden, die duidelijk te kennen gaven, dat zij het schrijven van den paus, waarbij hij zich zoo smadelijk over de reformatie en de reformatoren uitsprak, afkeurden.

Een Roomsche schreef in Aa Aug. Abendztg.: „Men behoorde er in een tijd, waarin het Christendom van vele zijde bestreden wordt, van'af te zien, een deel belijders van den Christus tegen een ander deel op te hitsen. Onze protestantsche medechristenen kunnen er zich overigens van overtuigd houden, dat in deze zaak alle werkelijk christelijk-gezinde j Katholieken aan hunne zijde staan". In hetzelfde blad stelt een Roomsch priester het oordeel van een vroegeren paus over de oorzaken en t de noodzakeliikheid der reformatie, tegenover dat wat Pius X uitsprak of liever onderteekende. In kringen van de hoogere geestelijkheid in Beieren wordt het vermoeden uitgesproken, dat de opsteller van het onbegrijpelijk „Machwerk", de ' pauselijke secretaris Merry del Val is; de paus heeft het waarschijnlijk niet eens gelezen.

Ook de prins-Regent van Beieren evenals de Oostenrijksche Keizer heeft tegen de Borromeusencycliek geprotesteerd.

Rusland. Een nieuw statuut voor de Theologische academiën.

Het nieuwe statuut voor die academiën, welke dienen voor de opleiding der aanstaande dienaren van de Gtieksche kerk, is den isden April door den Czar bekrachtigd. Het moet het statuut van 1884 vervangen, dat onder den invloed van den toenmaligen procureur der Heilige Synode, Pobedoncszew, tot stand kwam. Lang n heeft het overwegen van de voorstellen der commissie van voorbereiding geduurd. Inmiddels kregen zij, die het privilegie van de Russische staatskerk zooveel mogelijk zochten te handhaven, meer invloed. Het is toch niet te ontkennen, dat nadat de Czar in zijn bekende October-ukase vrijheid van conscientie geproclameerd had, de leiders van de Grieksch» orthodoxen veel in het werk hebben gesteld, om te maken dat hun Kerk den voorrang bleef behouden. Dit blijkt ook weder uit het door den Czar bekrachtigde statuut. De acade­ . miën zijn daarin meer afhankelijk gemaakt van de Heilige Synode. De taak dier instellingen voor Hooger Onderwijs zal voortaan niet alleen zijo, theologische ontwikkeling te geven, maar ook op te leiden voor de uitoefening van kerkelijke ambten. Vroeger werden alleen de hoogleeraren door de Heilige Synode benoemd, voortaan zullen ook de docenten hun mandaat van dit hoogste kerkelijk lichaam ontvangen. De Heilige Synode heeft bovendien het recht, hen die aan de academiën onderwijs geven, te ontslaan. De rector der academie, zal voortaan een domineerende rol bij de leiding spelen; bij de academiën van Moskou en Kiew moet hij tot den monniksstand behooren. De inspecteur der academie behoeft niet , uit de professoren gekozen te worden.

Aan den dringenden eisch der ingestelde commissie, dat er onderwijs zou gegeven worden in de Schriften des Ouden en Nieuwen Testaments, is gelukkig voldaan. Ook praktische oefeningen zullen gehouden worden. Bovendien zal men de studenten in streng kerkelijken geest zoeken op te leiden, terwijl zij verplicht zullen zijn hunne kerkelijke plichten nauwgezet te vervullen.

Uit alles blijkt, dat men de academiën een sterk kerkelijk karakter geven wilde; niet het minst uit de bepaling, dat studenten die monnik willen worden, de voorkeur zullen hebben bij het verleenen van stipendia voor hen, die tot docent verlangen opgeleid te worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen