GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

HENRY BEETS. ABRAHAM LINCOLN ZIJN TIJD EN LEVEN. Grand Rapids Mich. 1909. J. B. Hulst.

Ds. HENRY BEETS, met wien ik kennis maakte te ARNHEM, toen hij daar, als afgevaardigde der CHR. GEREF. KERK VAN AMERIKA, onze Synode bezocht, zond mij dezer dagen zijn levensbeschrijving van ABRAHAM LINCOLN ter aankondiging in DE HERAUT.

Het leven van LINCOLN, die den i2en Februari van 1809 werd geboren en de I6Ï president der Veteenigde Staten is geworden, is veelmaal en op velerlei wijze beschreven. Onder meer is dat gedaan door NICOLAY en HAY, wier werk orer hem in 10 deelen te NEW-YORK in 1890 verscheen. Naast deze en andere Engelsche biografiiën bestaan ook Fransche en Daitsche. De eenige Hollandsche, die tot dusver bestond, kon den heer BEETS niet bevredigen. Van het werkje van ZWART over LINCOLN zegt hij toch: „Zoover wij ontdekten is het eenig populair boek over president Lincoln een werkje voor jongelieden, dat echter zoo romantisch is opgesmukt, dat de geschiedkundige waarheid er onder lijdt in bedeckelijke mate". En hij vertrouwt dan ook, dat zijn werk „in een leemte voorziet in de historische literatuur in de Nederlandsche taal".

Het komt me voor, dat dit vertrouwen des heeren BEETS niet al te ongegrond is.

Met de belangstelling, die men voor den literairen arbeid heeft van iemand aan wien men, gelijk ik aan Ds. BEETS, aangename herinneringen bezit van gezellig causeeren op het gebied der ideëele cultuur, ben ik de lezing van dit werk begonnen, maar heb haar met steeds klimmende belangstelling in zijn inhoud ten einde gebracht.

Uit een oogpunt van Nederlandschen schrijftrant moge dit boek al niet voorbeeldig zijn. Aan de eischen der historiopraphie moge het, niet zooseer door gemis van bronnen-studie, — van het over LINCOLN ia druk verschenene verzekert de heer BEETS, dat hij het beste heeft gebruikt, — dan wel van objectiviteit, als gevolg van niet genoegzaam onderdrukt sentiment bij zijn auteur, al niet geheel beantwoorden. Waar dan nog bij komt, dat de auteur ook met zijn kwistig tusschen den tekst gestrooide opmerkingen van stichtelijken aard, telkens van achter zijn historisch verbaal even komt uitkijken. En eindelijk moge, het gebruik dat er in gemaakt wordt van de vaak zoo teekenende termen en uitdrukkingen, die sedert de laatste jaren geijkt en alzoo gangbaar zijn in de calvinistische en antirevolutionaire kringen ten onzent, — iets waarvan de heer BEETS den trek schijnt te hebben beet gekregen in ARNHEU — het boek hier en daar al minder verstaanbaar maken voor lezers buiten deze kringen. Tegenover dit alles staan onmiskenbaar goede qaaliteiten.

Het is populair in den besten zin van het woord.

Het schetst u in levendige trekken, zonder „romantische opsmukking", hoe ABRAHAM LIN COLN, „het kind van kleyne luydcn", al vroeg in de school des lijdens, pioniersjoogen in INDIANA'S achterhoek, eerst soldaat, dan can didaat voor het lidmaatschap der Wetgevende Vergadering van ILLINOIS, dan weer winkelier en postmeester en eindelijk advocaat, tenslotte een staatsman van beteekenis en in i860 president van de Unie wordt.

En in die zelfde levendige trekken schetst het u dan LINCOLN „aan het roer van het schip van staat in het midden der branding", gedurende den burgeroorlog van 1861—1865. De burgeroorlog tusschen de noordelijke en zuide lijke Staten van N.-Amerika, waartoe zijn benoeming het sein had gegeven en waarbij het uitliep op de viij-verklaring der negerslaven. Een vrij verklaring waarvoor LINCOLN, sedert hij te NEW-ORLEAKS de gruwelen der slavernij op de slavenmarkt had gezien, levenslang heeft gestreden. Een burgeroorlog, waarbij de Unie wel verbroken, docb na groote worsteling hersteld werd, zij het ook, dat LINCOLN zel^ die den i4en April van 1S65 door den tooneelspeler BOOTH, in de presidents-loge van het FORD'S theater, verraderlijk werd doodgeschoten, — dit niet mocht beleven. Laat mij, als in het voorbij gaan, hier mcgen zeggen, dat Ds. BEETS tegenover zijn lezers er blijkbaar verlegen mee is, dat zijn held juist op den i4en April van 1865, waarop toen de Goede Vrijdag viel, zoo tragiscö, in de comedie, aan zijn einde kwam, al was het dan ook „bij de opvoering van een patriotisch tooneelstuk”.

„Wij bejimmeren het dat de president op dien avond was, waar hij was, ook al weten wij" — zoo schrijft hij — „dat hij er was op aandrang van anderen, en om een groot en belangstellend publiek niet teleur te stellen; ook al weten wij, dat vele godsdienstige Amerikanen geen kwaad zien in den schouwburg als instelling, maar alleen in het misbruik ervan, door stukken van twijfelachtig of onzedelijk gehalte.”

Maar behalve de populaire wijze van behandeling en de levendige wijze waarop - het ons van LINCOLN'S lotgevallen vertelt, is ook een der onmiskenbaar goede eigenschappen vau dit boek zijn beschrijving van de wording en het wezen van LINCOLN'S karakter.

De omstandigheden waaronder ABRAHAM LINCOLN, met zijn aangeboren energie en zijn, wat ik zou willen noemen, , , natuurlijke deugden", waartoe ik dan ook zijn zin voor humor reken, die hem, toen hij advocaat en zelfs staatsman was, een geestige anecdotenverteller deed blijven, — zich zijn karakter verwierf, zijn er duidelijk in aangewezen.

En dat „verworven karakter" komt er dan in al het ethisch mooi van zijn eenvoud en levensemst, toewijding en medegevoel — het laatste zelfs met lijdende dieren, waarvan BEEXS aardige staahjes vertelt, — van zijn rechtvaardigheid, onbaatzuchtigheid en geduld, goed in uit.

En deze mensch van zoo hooge moraliteit was ook, nadat hij een korte „storm-en-drang"periode van twijfel had doorgemaakt, een oprecht Schriftgeloovige. Als president bezocht hij te Washington gedurig de Presbyteriaansche Kerk en naar het getuigenis van DR. GURLEY, den predikant dier gemeente, was LINCOLN, al had hij ook geen openbare belijdenis gedaan, rechtzinnig in de leer. Die zelfde DR. GURLEY heeft ook van hem getuigd, dat hij in de laatste dagen ran zijn zoo moeilijk leven, „met tranen in de oogen tot hem gezegd heeft, dat hij in alles bet vertrouwen had verloren behalve in God; dat hij geloofde, dat zijn hart veranderd was en dat hij den Heiland beminde en het voornemen had opgevat om spoedig in het openbaar den Naam des Heeren te belijden“.

En wat ik bij de drie door mij genoemde eigenschappen van dit boek ook niet onvermeld mig laten, het gunt zijn Nederlandschen lezer een blik op het Amerika uit den tijd van LINCOLN, gelijk dan ook reeds door den titel te verwachten was, en door den schrijver bedoeld is. Deze laatste toch zegt: „Het doel was om hem (LINCOLN) te teekenen in het raam van zijn tijd en vooral om ons HoUandsch volk een meer helderen kijk te geven ep de historie onzer Amerikaansche natie, die voor zoovelen nog als een gesloten boek is.”

„Daarom geven we telkens kijkjes niet alleen op het gebied van de staatkundige geschiedenis, maar ook op het terrein van het dagelijksch leven, en op dat van het eigenaardige godsdienstige leven, zooals het gevonden wordt onder het gewone volk.”

Zoo kan dit boek, met name bij jonge menschen, door den blik dien het geeft opeen voor hen vrij onbekende wereld, den geestelijken gezichtseinder verruimen; door het karakterbeeld dat het doet aanschouwen, moreel goed werken; doordat het als voor de oogen schildert wat wilskracht vermag, bemoedigen; door de blikken, die het doet slaan in het innerlijk zielsbeweeg van dezen niet alleen onder de menschen grooten, maar ook godsdienstigen Amerikaan, den godsdienstzin sterken.

Om het voor HoUan& sche lezers nog aantrekkelijker te maken voegde de auteur er, als aanhangsel, een lijst aan toe van de jongelingen en mannen, die van uit den staat MICHIGAN en lowA zich in den Burger-oorlog vrijwillig aansloten bij het leger van de Noordelijken. Zoo uit MICHIGAN als uit IOWA, den Staat in 1847 door Ds. H. P. SCHOLTE ingetrokken om de schoone nederzetting „Pella" te vormen, waren deze vrijwilligers meest geboren Nederlanders.

Menig HERAUT-lezer zal in die lijst „van-zijnfamilie" ontdekken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 januari 1911

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 januari 1911

De Heraut | 4 Pagina's