GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

AAN VRAGERS,

Is het juist, zoo vraagt G, B. te zeggen, dat de apostel Paulus ook een profeet is geweest?

Een profeet is in het algemeen een leeraar, een man die van Gods wege iets te zeggen heeft, die leert, vermaant, bestraft, troost en raadt. Reeds zoo beschouwd is Paulus zeker met recht een profeet te noemen.

Verstaat men onder zulk een man bepaald iemand, die toekomende dingen voorzegt, ook dan mag Paulus een profeet heeten. Zoo zegt hij b.v, in I Cor, 15 : 51, 52: iet, ik zeg u eene verborgenheid: i] zullen wel niet allen ontslapen, maar wij sullen allen veranderd worden, in een punt des tijds, in een oogenblik, met de laatste bazuin; want de bazuin zal slaan, en de dooden zullen onverderfelijk opgewekt worden en wij zullen veranderd worden. Zoo ook lezen we in I Thess. 4 : 14, 15. Ï6, 17: ant indien wij gelooven dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzoo zal ook God degenen die ontslapen zijn in Jezus, wederbrengen met hem. Want dat zeggen wij u door het woord des Heeren, dat wij die levend overblijven zullen tot de toekomst des Heeren, niet zullen voorkomen degenen die ontslapen zijn. Want de Heere zelf zal met een geroep, met de stemme des archangels, en met de Bazuin Gods, nederdalen van den hemel; en die in Caristus gestorven zijn, zullen eerst opstaan; daarna wij die levend overgebleven zijn, zullen tezamen inet hen opgenomen worden in de wolken, den Heere te gemoet, in de lucht; en alzoo zullen wij altijd met den Heere wezen.

Dezelfde vraagt waarom men zegt, „peperduur", daar peper toch goedkoop is.

Thans ja, maar vroeger alles behalve. Peper en andere specerijen moesten toen veelal door karavanen worden aangevoerd, en dan per scheepgelegenheid verder gebracht. Dat kostte veel geld. Later toen Europa zijn schepen zelf naar het warme land zond, werd de peper goedkoop.

Onlangs hoorde ik iemand zeggen dat de uitdrukking „Jodenkerk" niet juist is, want dat de Joden geen kerk hebben. Is dat zoo? W, G, R,

Het woord „kerk" kan naar zijn oorsprong en beteekenis eigenlijk op niet anders betrekking hebben dan wat Christelijk is of tot het Christendom behoort; alsook het gebouw aanduiden waar de Gemeente vergadert.

Onze voorvaderen echter namen het met dat woord „kerk" niet zoo nauw, en noemden soms elke plaats der aanbidding zoo, bijv, den heidenschen tempel van Diana te Efeze. Zoo kwam msn er ook licht toe de Synagoge als „jodenkerk" te betitelen. De Joden zelf doen dit echter — en terecht — niet.

In de Bijbel, zoo schrijft T. A., wordt menigmaal van sterren gesproken. Maar als het niet beduidt de sterren die men aan den hemel ziet, wat wordt er dan mee bedoeld.

Dit is niet in ééa woord te zeggen. In het algemeen duidt de ster aan een groot merkwaardig persoon, een voorganger.

Zoo lezen we in Openb, i : 20: e verborgenheid der zeven sterren, die gij gezien hebt in Mijn rechterhand en de zeven gouden kandelaren, die gij gezien hebt, zijn de zeven gemeenten.

Met de sterren worden hier dus de leeraars bedoeld. Men kan hiermee vergeleken Dan. 12:3: e leeraars nu zullen blinken, als de glans des uitspansels, en die er velen rechtvaardigen, gelijk de sterren, altoos en eeuwiglijk,

In een van Jozefs droomen komt voor dat de zon, de maan en elf sterren zich voor hem buigen. Hier zijn de sterren zijn broeders, de stemvaders van Israel.

We lezen in Num. 24 : 17: k zal Hem zien, maar nu niet; ik zal Hem aanschouwen, maar niet nabij. Er zal eene sterre voortgaan uit Jakob, en er zal een schepter uit Israël opkomen; die zal de palen der Moabieten verslaan, en zal alle de kinderen Setbs verstoren.

Hier wordt met de ster de Messias bedoeld, Volkomen stemt daarmee overeen wat Deze self zegt in Openb. 22 : 16: k, Jezus, heb Mijnen engel gezonden, om ulieden deze dingen te getuigen in de gemeenten. Ik ben de wortel en het geslacht Davids, de blinkende morgenster.

In 2 Sam. : 9 wordt gesproken van een man Ziba geheeten. Wie wordt met dezen bedoeld of wat was zijn ambt?

Toen David, na den dood van Sauls zoon Isboseth, koning van geheellsrael was geworden, deed bij weldadigheid aan Sauls kleinzoon, den kreupelen Mephiboseth, zoon van Davids vriend Jonathan. Ziba, een man van aanzien, was bestuurder van Sauls goederen, en zou die nu voortaan ten bate van Mephiboseth beheeren.

Na jaren brak het oproer uit onder Absalom. Ziba steunde toen David naar zijn vermogen, maar gaf over de gezindheid van Mephiboseth tijdens den opstand een getuigenis voor dezen niet gunstig. In hoever dit waar was, is moeilijk uit te maken. Althans Mephiboseth weersprak het weer later. Toen David als overwinnaar terugkeerde uit het over-Jordaansche, waarheen hij gevlucht was, kwam Ziba hem met vijftien zonen en twintig knechts al vóór, en zorgde voor den overtocht over den Jordaan. Trouwens David had hem reeds vroeger tot loon voor zijn hulp in het bezit gesteld van al wat hij beheerde.

Zoowel Mephiboseth als Ziba zochten Davids gunst, en het slot van de zaak was dat de goederen tusschen de twee mannen verdeeld werden. Meer is van Ziba niet bekend.

BRIEFWISSELING.

E. V. te L. Uw vraag kwam voor dit nummer, jammer genoeg, juist te laat. Maar uitstel is geen afstel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 mei 1911

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 mei 1911

De Heraut | 4 Pagina's