GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET GOEDE DEEL.

V.

AAN HET HOF.

Keeren terug. we thans tot onze twee reizigers

Zonder ongeval bereikten zij het jnchthuis, waar de heer en de vrouwe van Rothenfels het tweetal recht hartelijk ontvingen. De tafel was feestelijk aangericht, en een uur na hun aankomst zaten heer Koenraad, jonker Oito, diens ouders, magister Becker, de jachtmeester en nog enkele gasten gezellig in de zaal bijeen, en werd de gezondheid gedfonken van den jongen man, den toekomstigen slotheer.

De eerste weken die nu volgden, waren voor den laatste recht aangenaam. Men vertrok weldra weer naar het kasteel aan den Waldnaab, en ook oom Koenraad maakte geen bezwaar nog een poosje te blijven. Ja misschien zou hij zelfs geruimen tijd bij zijn broeder hebben vertoefd, als er niet zeer ernstige tijdingen uit het aangrenzende Bohemen waren gekomen. Welke die waren zullen we zien. Heer Koenraad meende dat zijn tegenwoordigheid in Regensburg nu noodig kon zijn, en vertrok dus eerlang weer daarheen.

’t Was voor Otto een waar ganot weer eens naar hartelust rond te dwalen in de bosschen en over de bergen, te midden waarvan hij zijn jeugd had door gebracht. Meermalen kwam de gedachte bij hem op, of het althans niet aangenamer zou zijn hier bij ouders en vrienden te leven dan aan het kenrvorstelijk hof, waar alles hem vreemd zou zijn. Maar hij wist, hoe zijn vader hierover dacht. Daarbij kwam er weldra bericht van graaf Bavitz, dat keurvorst Frederik den jongen edelman thans gaarne zou ontvangen, Hoe eer hij kwam dus hoe beter.

Een maand later reeds nam Ouo afscheid, en ging, door zijn vader vergezeld, op reis naar Heidelberg. Daar woonde de keurvorst met zijn hof, in het vermaarde, prachtige slot, welks prachtige bouwvallen nu nog de aandacht der reizigers trekken. Zeer vriendelijk werden vader en zoon door den jongen vorst ontvangen, die met hun geslacht niet onbekend was. Oito werd al aanstonds tot den dienst van zijn heer aangenomen, en dese laatste beloofde zooveel mogelijk voor den jongeling te zullen zorgen, die hem van verschillende zijden was aanbevolen.

Fredetik V bleek zoo goed »ls zijn woord, want reeds ruim een maand nadat Otto von Rothenfels in zijn dienst was getreden, kreeg hij een aanstelling als kamerjonker. Hij kwam nu in de naaste omgeving van den vorst, moest hem persoonlijk bedienen, en had alle gelegenheid hem van nabij te laten kennen, evenals zijn vrouw, de Eogelsche koningsdochter Elisabeth,

Met blijdschap hadden Otto's ouders de berichten ontvangen, waaruit de guast bleek, die de keurvorst hem bewees. O.to zelf echter dacht er al spoedig eenigzins anders over. Uit zijn stille omgeving te Regensburg en op het vaderlijk kasteel, was hij eensklaps verplaatst in het drukke hofleven, te midden vin edellieden en hofdames, die hem allen vreemd waren.

Daarbij ging het aan 't hof weelderig toe. De keurvorst was jong en luchthsittig, en de keurvorstin, een heeiscbiucniige vrouw, scheen te Heidelberg op het slot een even vorstelijk leven te willen leiden als in het konitklijk paleis haars vaders te Londen. Otto voelde zich hier niet op zijn gemak, niet recht i'nuis. Hij zou, eerlijk gezegd, gaarne teruggekeerd zijn, indien hij masr gedurfd had. Doch tegenover zijn vader en den keurvorst ging dat nu eenmaal iet. De eenige wien bij in brie/en zijn nood lagen kon, was zijn oude vriend en leermeester, agister Becker. En deze troostte hem door er p te wijzen, dat men ook te midden van het wereldsch gewoel toch wel een vroom leven on leiden. Daarbij, zoo zei de magister, ge ijt niet voor uw leven verbonden; heb geduld, n over enkele jaren kunt ge een ander leven eginnen, 't Is misschien goed, dat ge nu de ereld eens leert kennen, als ge slechts de reeze Gods voor oogen houdt.

De voorzomer ging voor O Ito als in een ogenblik voorbij. Trouwens, veel van wat hij ag en doorleefde was voor hem geheel nieuw, n vervulde hem zoozeer dat hij aan weinig nders denken kon. Daarbij liet zijn betrekking an het hof hem veel vrijen tijd, vooral wanneer , e keurvorst voor korten tijd afwezig was. Dan aakte onze vriend te paard of te voet uittapjes in het heedijke Neckardal, dat in choonheid de streek zijner geboorte nog overtrof. oen echter in den zomer de keurvorst en zijn rouw voor een poos naar een bergslot in anheim gingen, moest Otto hen vergezellen. egen die verandering had hij allerminst bewaar, maar eenmaal in de nieuwe verblijfplaats angekomen, trof het hem, dat bier herhaaldelijk ersonen verschenen, die hij te Heidelberg nooit ezien had, en met wie de keurvorst zich soms eruimen tijd onderhield. Oak kwamen er elkens boden of koeriers met brieven voor eurvorst Frederik, veel meer, dat merkte tto zeer goed op, dan een paar maanden eleden.

Nu was onze jonker tot nog toe niet gewoon eweest over veel meer na te denken dan hem an nabij aanging. Doch dat er thans voor en keurvorst buitengewone tijden waren aanebroken, werd hem uit alles duidelijk. Hoe einig hij ook als nieuweling zich nog met de taatkunde bemoeide, toch werd hem allengs et een en ander klaar, van hetgeen wij in e twee vorige hoofdstukken vermeld hebben.

Zoo liepen er geruchten, die de een den nder vertelden, van onlusten in Bohemen, van wisten met keizer Ferdinand, en van dreigenden orlog wellicht, 't Rechte kon Otto niet te eten komen, en wisten dan ook zeer weinigen n zijn omgeving. Want nieuwsbladen en telerafen bestonden toen nog niet. De gemeenschap usschen verschillende landen was veelal slecht, n daarbij had allicht de eene of de andere artij er belang bij, dat vooralsnog zoo weinig ogelijk uitlekte, van wat er eigenlijk gebeurde.

Op een heerlijken zomeravond begaf Otto zich aar den slottnin, om daar het schoone uitzicht

op de Neckar te genieten, dat hem altijd tta aantrok. Op een bank rustig neergezeten, dwaalde hij met zijn gedachten onTxillekeuiig naar het ouderlijk huis. En heimelijk bekroop hem. 't verlangen daar heen, zoodat hij opstond voor een oogenblik, om zijn blik te richten naaf het Oosten, in de richting van het verre land aan de Boheemsche grens, dat hem lief bleef.

HOOGENBIKK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 februari 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 februari 1912

De Heraut | 4 Pagina's