GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

MISDEELDEN EN HUN WELDOENERS

II

GEVOLGEN DIR ONTMOETING.

Bij de thuiskomst der moeder veroeemt de abt, dat de meisjes doofstom zijn en reedf zes |ur geen onderricht meer ontvangen, door den dood van pater Vaiim, die ze door prenten gedarende twee jaar onderwezen had. Dooven, ja, die had De l'Epée vaak ontmoet, maar doofstommen nooit.

Zijn liefdevol gemoed vraagt zich af, hoe die zachte, viiendelQke oogen ooit zullen schitteren van liefde voor hun Schepper en Zaligmaker als die schepseltjes van alle onderwijs verstoken blijven? £D, als gevoelde hij zich onmiddellijk door God geroepen, de abt besluit zich toe te wijden aan het onderrichten dezer beklagens waardige kinderen.

Hij zou ze onderwijzen. Hoe? dit wist de abt zelve niet. Geschriften over het onderwijs aan doofstommen waren eenlingen, ia, De l'Epée had er nimmer van gehoord. Toen hl zijn roeping zich bewust werd, raadpleegde hi slecht! zijn liefhebbend hart; toen hij zijn taak aanving, putte hij uit het genie, hem van God gcEchonken. Wel heeft men sedert 1878 cfficiöel, zelfs in Frankrijk, met zijn wijze van onderricbt«n gebroken; doch allen, die in hetondei' wijl van doofstommen belang stellen, erkennen dat de lof, hem door geleerden en kunstenaars, koningen en keizen toegezwaaid, wel verdiend is.

In d« eerste plaats wegens zijn groote liefde tot de naasten. Over armen ontfermd* de abt tich stetës; voor hen stichtte hij uit eigen middelen zijn inrichting, waarin hij vijftien jaar lang meer dan vijftig gehoorloozen huisvestte; Toor hen droeg hij kale, afgesleten kleederen, leefde hij hoogst eenvoudig, zocht naat betere middelen om hen te onderwijzen.

Zoo biedt een onbekende hem op zekeren dag een Spaansch boek aan, hij zegt in grooten nood te verkeeren en smeekt den abt het boek te koopen. De l'Epée kent geen Spaansch, aarzelend opent hij het boek, doch ziet het handalphabet daarin afgedrukr. Niet alleen is zijn besluit genomen om het boek te koopen, Buai tevens om Spaansch te leeren, teneinde zich de kennis van den Spanjaard, Juan Pablo Bonet, eigen te maken, ncirgelegd in bet werk: „De kunst om stommen te leeren spreken".

En als De l'Epée later het boekje „Snrdus loquens" (de doove sprekende), in 1779 in he Fransch vertaald, leert kennen, stelt de abt een methode samen, gegrond op de gebarentaal, het vinger-of handalphabet en het laatstgenoemde werkje.

De vruchten van zQn toewijding en onderwijs, nog meer dan de verdedi^g zijner methode, wonnen vele harten voor den arbeid van den abt. Had Lodewijk XVI, toen bij eerst over het werk van De l'Efée hoorde spreken gezegd: „De abt bewijst zijn leerlingen een grooten dienst, doch het ware hun beter doofstom te blijven, dan hun ooi te openen voor het Jansenisme." In 1785 stelde dezelfde koning, terwijl hij het beschermheerschap over het Instituut aanvaardde, 6000 francs uit zijn eigen schatkist daarvoor beschikbaar. Welk een omkeer !

Beurtelings venichtten enkele zijner leerlingen des morgens de bezigheden van den misdienaar, als de abt in de kerk van Saint Koch de mis bediende, wel een bewijs dat zijn onderwijs vruchten afwierp. Op zekeren morgen is door ongesteldheid zijn doofstomme afwezig en de abt is in ongelegenheid om zijn mis op te dragen. Daar nadert een deftige vreemdeling het altaar en biedt De 1' Epée zijn diensten aan. Na afloop gaat de onbekende met den geestelijke in de saaistie om hun misgewaden af te leggen.

„Niet waar, mijnheer de abt, n is de abt De 1' Epée? " zegt de vreemdeling in zuiver Franscb.

„Om u te dienen edele heer" de abt ver moedde, dat hij met een groot heer te doen had.

„U geeft doofstommen onderwijs en leert hen spreken, naar men mij verzekerde en zij staan u bij, als u de mis bedient, doch waaarom ont­ brak heden uw helper? "

„Men heeft uw Edelheid de waarheid ge zegd, ik ging te veel in gedachten weg, anders zon ik er op gelet hebben, dat de sprekende doofstomme mij niet vergezelde, zoo doende was ik in de verlegenheid, waaatuit uw Edelheid mij redde."

„Zon ik uw instituut mogen bezoeken, mijnheer de abt? "

Niets zal mij aangenamer zijn, hoewel ik heden geen openbare les geef, is uw Edelheid van harte welkom."

Weldra is de vreemdeling opgetogen over al het ongelooflijke, dat hij ziet en hoort in de inrichting. Als hij des namiddags De l'Epée verlaat, doet bij een verzegeld pakje in zijn band glijden met de woorden: „Geiieve dit als een gering aandenken van mij aan te nemen".

Na zijn vertrek ontdekt de abt wie die vreemdeling is. Niemand minder dan Duitschlands keizer. Jozef U! 't Pakje bevatte een gouden snuifdoos, 't deksel rijk met diamanten omset, vertoonde het welgelijkend portret van den misdienaar van dien morgen!

Enkele jaren later biedt dezelfde keieer D« l'Epée een rijke abdij aan, in de hoop hem aldus te bewegen zich in zijn land te vestigen.

Welk antwoord ontvangt Jozef II? „Ik ben verslagen over uw goedheid, Sire; l indien op het tijdstip waarop mijn ondememicg nog weinig kans van slagen scheen te hebben, de een of andere invloedrijke persoon ware opgestaan en voor mij een groot inkomen gevraagd en verkregen had, zou ik het vol vreugde hebben aangenomen om de vootdeelen er van voor mijn doofstommen te gebraiken, dodi niet om het voor mij zelveo te bezitten. Ik bm reeds oud, indien Uw Majesteit het wü meent met de doofstommen, zoo storte U. ïl. haar gaven niet uit over mijn hoofd, dat reeds buigt naar het graf; schenk uw weldaden aan mijn werk zelf. Het is een grooten vorst waardig dezen arbeid te doen voortduren tot heil der menschheid".

Cathaiina II, keizerin van Rusland gelastte haar gezant den abt De l'Epée kostbare geschenken aan te bieden, als bewijs van haar achting en bewondering voor zijn persoon en werk. En wat antwoordt de abt den gezant?

„Mijnheer, nooit ontving ik goud, nooit geeft men mij belooningen; maar wees zoo goed en laat aan uwe Souvereine weten, dat als H. M. mij bewijzen wil, dat zij achting koestert voor mijn werkzaamheden, zoo vraag ik H. M. éen eenige gunst, nl, dat de keizerin mij een doofstomme zende, opdat ik dien kunne onderwijzen."

De diepste vreugde en innigste blijdschap smaakte De l'Epée, wanneer 't zijn kweekelingen goed ging, wanneer zij hem bun dankbare liefde toonden. En dit geschiedde menigmaal op de meest ongedachte wijze. S.eeds heeft de abt de zeventig jaren bereikt en lijdt onder de ruwheid van een strengen, langdurigen winter. Evenals in vorige jaren wilde hij zijn zit-en slaap-vertrek niet verwarmd hebben, maar ontzegde zich ook het noodigste hout aan den haard om in de behoeften zijner kweekelingen, zijner kinderen, beter te kunnen voorzien. Deze zouden er niets van geweten hebben, als de huishoudster had geswegen.

Daar komen de arme doofstommen bij hun „vader" en smeeken hem met gebaren, met het vingeralpbabet, met kreten, met woorden, om zich toch te ontzien, om toch niet langer kou te lijden; hij sal ziek worden en wat zal , er dan van hen worden? Velen der leerlingen staan de tranen in de oogen; zij houden niet op met vragen, vóór De l'Epée antwoordt: „Na goed, kinderen, ik zal geregeld het vuur onderhouden, maar verongeljk ik u niet? Beroof ik u aldus niet van twee of drie honderd franc? " Een toewijding van zich zelven en al het zijne aan die arme m sdeelden kon hem alleen zulke woorden doen spreken; zulke daden doen verrichten.

De Bijbelsche geschiedenissen gaven De l'Epée zijn geliefkoosde stof voor zijn onderwijs; en als hij hen des zomers op de vrije dagen medenam naar een eenvoudig gehuurd optrekje buiten Parijs, waar allen zich naar hartelust vermaakten, dan geen grooter genot voor de meer en de minder gevorderden, dan te zitten luisteren naar de verhalen uit Oud-en Nieuw Verbond, die de abt, in hun midden op het grasperk gezeten, hun vertelde.

Eén zorg bedroefde de laatste jaren zijns levens, nl. de onzekerheid van de toekomst zijner inrichting na zijn dood. Zijn eigen kapi taal, zoo vaak reeds aangesproken, kon 3 et lang in aller behoeften voorzien en wat zou er dan van die arme kinderen worden?

Eens sprak hij tot hen van zijn naderend einde; doch toen de leerlingen als radeloos werden bij de gedachte hun „vader" te verliezen, greep de abt moed om hen te wijzen op hun Hemelschen Vader, die hen bij hem ge bracht bad; die zoo rijk, zoo machtig is, wien alles ten dienste staat, die zou hen niet verlaten; en hij spoort hen aan op Qod te vettrou wen, door deze toespraak verdween zijn eigen bekommering.

Ia December 1789 overleed de abt De l'Epée diep betreurd door zijn leerlingen en in 1791 vroegen vier afgevaardigden in de Nationale Vergaderbg, dat het Instituut van De l'Epée op t kosten van den staat zou worden onderhouden en aldus de arme doofstommen niet zouden worden verlaten; want zeiden de afgevaardigden; „De abt De l'Epée heeft zich grootelijks verdienstelijk gemaakt jegens het vaderland en de menschheid."

De Nat. Verg. vaardigde hiervoor een besluit uit en gaf de goederen van enkele opgeheven kloosters als kapitaal van onderhoud.

Eenige vrienden en vele leerlingen van den abt richtten hem in 1843 een bronzen standbeeld in zijn geboorteplaats, Versailles, op Tevens schreven Lenoir, Pélissier en De Seine, de beide laatsten in dichtmaat, tot lof van hun „vader".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 juli 1912

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 juli 1912

De Heraut | 2 Pagina's