GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

AAN VRAGERS.

Wat beduiden zoo vraagt P. R. de volgende twee regels?

Noch Orijlam noch Lelievaan

Kon tegen loos verraad bestaan.

De Oriflam was de naam der Fransche leger­ banier in de Middeleeuwen. Van haar wordt o.a. melding gemaakt in de tijden der Kruistochten. Er werd op deze banier hoogen prijs gesteld. In een lateren oorlog ging de beroemde banier verloren; men weet niet recht hoe.

De Lelievaan is het Fransche vaandel zooals het zich vertoonde, toen het land een Komnkrijk was, dus vóór het einde der 18de eeuw, en weer later nog voor een korten tijd in de 19de, Zij vertoonde drie witte lelies op een blauw veld. Men beweert soms, dat dit wapen 't welk uit overoude tijden afkomstig is, oorspronkelijk drie kikvorschen voorstelde, die later door leliën zijn vervangen. Of dit waar is, valt te betwijfelen.

Met meer zekerheid kan men zeggen, dat het oudste veldteeken der Franschen een haan was, de zoogenoemde coq gaulois d. i. Gallische haan. Gallie is de oude naam van Frankrijk.

Onze lezer W. R. schrijft:

Mag ik een paar vragen doen over het boek Daniël?

De eerste luidt: Wat beteekent hetgeen staat in Daniël 1 v. 21 ? : En Daniël bleef tot het eerste jaar van den koning Cores toe.

Duidelijkheidshalve zal het goed zijn hiermee te vergelijken Dan. 6 v. 29: Deze Daniël nu had voorspoed in het koninkrijk van Darius, en in het koninkrijk van Cores, den Perziaan.

Zooals wij weten, behoorde Daniël tot de jongelieden van hoogen stand uit Israël, die door koning Nebucadnezer naar Babel werden gevoerd om aan zijn hof te wezen. Deze wegvoering ging geruimen tijd vooraf aan de laatste, waarbij Jerusalem werd verwoest.

Hij is dus als jongmensch onder Nebucadnezar in Babel gekomen en heeft'er gewoond zoo lang deze en zijn opvolgers regeerden, tot den laatsten toe, al de 70 jaren der ballingschap.

Uit de aangehaalde teksten blijkt ten eerste, dat Daniël nog leefde in het eerste jaar van koning Cores of Cyrus, de eerste Perzische vorst die over Babel heerschte. Ook blijkt dat Daniël nog betrekkelijk lang onder Cores heeft geleefd. Hij moet dus zeer oud zijn geworden.

De tweede vraag is: Hoe kan koning Beltsazar in Dan. 5 een zoon van Nebucadnezar genoemd worden, daar dit toch met den tijd der regeering niet uitkomt?

Nebucadnezar stierf waarschijnlijk omstreeks S70 vóór Christus. Beltsazar werd bij de inneming van Babel gedood in S36. Tusschen Nebucadnezar en Beltsazar hebben volgens de ongewijde geschiedenis nog drie vorsten geregeerd nl. Evil Merodach, ook in den Bijbel vermeld. Laborosoarchod en Neriglassar. Dan eerst komt Beltsazar.

Nu leest men in Dan. 5 vs. 11 : Er is een man in uw koninkrijk, in wien de geest der heilige Goden is, want in de dagen uws vaders is bij hem gevonden licht, en verstand, en wijsheid, gelijk de wijsheid der Goden is. Daarom stelde hem de koning Nebucadnezar, uw vader, tot een overste der toovenaars, der sterrenkijkers, der Chaldeën en der waarzeggers; uw vader, o koning.

Hier wordt dus Nebucadnezar tweemaal de vader van Beltsazar genoemd, gelijk ook in vs 13. Dit is zoo te verstaan, dat vader hier beduidt voorvader, gelijk zoo vaak in de Schrift. We herinneren slechts aan uitdrukkingen als: kinderen van Abraham, zonen van David, om personen aan te duiden die van Abraham of van David afstamden, maar soms zelfs eeuwen na hen leefden. Beltsazar was een kleinzoon of een achter-kleinzoon van Nebucaflnezar.

Is ook bekend, vraagt G. te N., waarom men een groote Kerk soms een Dom noemt.

Daarover loopen de meeningen uiteen. Op de praalgraven in onze oude kerken ziet men meermalen als begin van een opschrift:

D. O. M.

Dat zijn dan de beginletters van deze Latijnsche woorden:

Deo Optimo Maximo.

D. i.:

Aan den algoeden en allerhoogsten God (gewijd).

Dit D. O. M. stond ook vaak boven den hoofdingang van kerkgebouwen. De meeste menschen echter, geen Latijn kennende, spraken het uit als één woord: Dom., en zoo is de naam in gebruik gekomen.

Er is echter ook een andere oorsprong mogelijk. Boven den ingang eener kerk las men niet zelden de Latijnsche woorden:

DOMVSDEI.

D. i.: Huis van God.

Dit opschrift werd soms verkort, zoodat er in plaats van sDomvs" (v = u) Dom stond; het overige is duidelijk.

Op een vraag van W. wat men door een »zeepaard" verstaat, kunnen we antwoorden:

1. Een groot, dikhuidig zeedier, ook Walrus geheeten.

2. Een klein zeedier, welks kop heel veel op dien van een paard gelijkt; het z.g. szeepaardje".

3. In de fabelleer de paarden die den wagen van Neptunus, den zeegod, trokken.

4. (Zinnebeeldig) een schip ; het »holle zeepaard", zeide onzer vaderen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 augustus 1914

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 augustus 1914

De Heraut | 2 Pagina's