GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de pers

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van de rede, die Prof. Bavinck hield over „Individualisme en Individualiteit" op de vergadering van Christelijke onderwijzers, gaf de pers het volgende verslag:

Het woord individuum, aldus ving Prof. Bavinck zijn betoog aan, latijnsche vertaling van het grieksche woord atomon (atoom), beteekent letterlijk ongedeeld, ondeelbaar, en werd vroeger in veel ruimer zin dan tegenwoordig gebezigd. Eerst in de individualistische, achttiende eeuw is het woord weer algemeen in gebruik gekomen, en inzonderheid op menschen toegepast. Individu is een mensch op zichzelf beschouwd, in tegenstelling met de maatschappij, Waarvan hij lid is. Het begrip stelt ons direct voor de ernstige quaestie, wat de verhouding is en behoort te zijn tusschen den enkeling en de gemeenschap, hetzij deze van staatkundigen, godsdienstigen, maatschappelijken of anderen aard is. In deze quaestie schuilt ten eerste een diep metaphysisch (philosophisch) probleem, wat n.l. de verhouding is tusschen de eenheid en de veelheid, wat m.a.w. het principe der individualisatie is. Alle eeuwen door stonden hier twee richtingen tegenover elkaar, in den niuweren tijd bijv. Leibnitz tegenover Spinoza, Herbart tegenover Schelling, in de Middeleeuwen het nominalisme tegenover het'realisme. En feitelijk staat altijd met de richting welke men volgt, het antwoord in verband, dat men op de tweede historische quaestie geeft, n.l in welke verhouding gemeenschap en enkele behooren te staan.

In de oudheid en nog heden ten dage bij de z.g.n. natuurvolken staat de gemeenschap (gezin, familie, klasse, stam) op den voorgrond; deze is schier voor alles verantwoordelijke en aansprakelijke juridische persoon, en de enkele is slechts lid van dat geheel. Met de cultuur treedt allerlei differentiatie in; er komen rijken en armen, heeren en slaven, vorsten en onderdanenen enz. En in. de historie staan er op het gebied van kunst, wetenschap. Godsdienst, politiek allerlei krachtige persoonlijkheden op; toch is ook hun bestaan en arbeid dienstbaar voor het geheel. ; Je vrije Griek b.v. stelde het staatsburgerschap boven alles, en de vrome Israëliet hoopte op een lang leven in het midden van zijn volk.

De geestelijke en eeuwige waarde der persoonlijkheid werd eerst tenvoUe in het Christendom erkend; maar het kind Gods was tevens van stonde af aan ingelijfd in de gemeenschap der heiligen. Het probleem van de verhouding tij^schen enkele en gemeenschap bleef daarmede, schoon gewijzigd, in de Christenheid aan de orde, en werd telkens in de historie naar de eene of de andere zijde opgelost. Tegen de Roomsche kerk en hiërarchie verhief zich de Renaissance en de Reformatie; tegen de Protestantsche scholastiek, het Piëtisme, het Rationalisme, en straks geheel de Aufklarung der achttiende eeuw, die haar consequentie ontving in de Fransche Revolutie. Tegen het individualisme, dat in deze gebeurtenis zijn triumf vierde, stond toen weer de Restauratie, straks het Socialisme op. En toen dit laatste een tijd lang gewerkt en zijn waren aard geopenbaard had, kwam tegenover Marx' eenerzijds Tolstoï, anderzijds Nietzsche te staan. Emancipatie »ran het individu is thans een kenmerk van den tijd.

Van dit individualisme moet, wat men met individualiteit bedoelt, wel worden onderscheiden. Onder deze verstaat men het geheel der eigenschappen en hoedanigheden, die een bepaald mensch van anderei onderscheiden en kenmerken In zekeren zin is deze altijd voorwerp van eenige studie geweest. Ieder mensch bezit eenige menschen-of karakterkennis, en vooral is ze het eigendom van denkers en dichters. De algemeene menschenkennis is en blijft steeds van groote waarde, maar in den nieuweren tijd is er, onder invloed van psychiatrie, criminologie enz. nog aan een andere psychologie behoefte ontstaan. De algemeene psychologie is niet voldoende meer. Zij heeft, in deze eeuw van specialiseering, aanvulling en uitbreiding van noode in de z.g.n. individucele, speciale of differentiëele psychologie (characterologie). Ofschoon deze in het verleden ook wel hare wegbereiders had (b.v. Galenus met zijne leer van de temperamenten), mag zij toch eene nieuwe wetenschap heeten. Zij tracht n.l. de kennis der individualiteiten op wetensfhappelijken grondslag te vestigen; stelt daarom, door vragen, door de studie van biographieën, door proeven, een onderzoek in naar al hare kenmerkende eigenschappen; tracht de correlaties te ontdekKen, welke tusschen die verschillende eigenschappen bestaan; en hoopt zoo te komen tot eene welgefundeerde indeeling of classificatie der karakters.

Ofschoon de verwachtingen ten aanzien van deze jonge wetenschap dikwerf veel te hoog gespannen zijn, heeft zij toch reeds vruchten gedragen en is zij inzonderheid ook voor de opvoeding van groot belang. Zij kan de algemeene psychologie met hare paedagogiek niet vervangen, maar toch wel bevestigen, aanvullen en eventueel ook corrigeeren. Voor onderwijs en opvoeding is degelijke kennis van de leerstof noodig, maar ook kennis van de kinderen en van elk kind in het bijzonder, opdat de leerstof in geregelde orde aangepast en medegedeeld worde aan het kind met zijne verschillende vaardigheden en in verband met zijne natuurlijke ontwikkelingsperioden.

Daaruit vloeit voort, dat ook bij de opvoeding individualisme en socialisme beiden vermeden moeten worden, maar dat individualiteit en solidariteit beide tot haar recht dienen te komen. En dit is geheel in overeenstemming met den eisch der Christelijke, en nader ook der Gereformeerde beginselen. Jezus ging bij zijn onderwijs individualiseerend te werk en behandelde ieder naar zijn aard. Pualus werd allen alles, opdat hij zoovelen mogelijk behouden mocht. Én de Gereformeerde belijdenis handhaaft beide, verkiezing en verbond, en beide steeds in verband met elkaar. Daarin ligt eene ordinantie, ook voor de Christelijke school. Gezag en vrijheid, afhankelijkheid en zelfstandigheid, lichaam en leden hooren bijeen, niet ten koste, maar juist ten bate van elkaar. , A»i«: iisi,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 juni 1915

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de pers

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 juni 1915

De Heraut | 4 Pagina's