GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland.

Een-wondeplek aan­ gewezen.

Ons werd een blaadje, geschreven door Pastor Prietsch, toegezonden waaruit blijkt dat er in Duitschland mannen gevonden worden die op de wondeplekken van het volksleven ook in deze oorlogstijden den vinger weten te leggen. Daarin lezen wij o. a.: > Voorwaarts met God, Die met ons zijn zal, gelijk Hij met onze vaderen wast, zoo sprak de keizer van Duitschland bij het uitbreken van den oorlog. Dat was een manlijk woord in een zwaar oogenblik. > Ja, God met ons», dat bespeurde, wij in de eerste weken van den oorlog, van de overwinning.

En nu dit langzame voorwaartsgaan. Waaraan ligt dit? Wij zijn niet in het krijgsgewoel; wij zijn niet in de kwartieren van den veldheer. Wij zien niet duidelijk, waar het aan het front aan hapert.

Doch dit zien wij klaar: in Duitschland zelf zijn nog vreeselijke wouden! Die staan op ontzettende wijze in den weg! Wanneer deze niet weggenomen worden, kan God ons niet blijvend zegenen, ook niet door machtige overwinningen op den buitenlandschen vijand.

Het gaat er dus om, de overwinning te behalen op het terrein, dat het meest ons nabij is; den strijd te strijden; met God voorwaarts te gaan! Waar moeten wij dan in eerste plaats aanvallen?

Laat ons lezen wat de S. E. K. bericht. Toen in de eerste oorlogsmaand in een dorp bij Döbeln een moord uit wellust gepleegd werd, kon men gelooven dat deze ontaarde het niet gevoelde, dat oorlog hooge nood voor het vaderland is. Toen in November in de omgeving van Halle een gelijke misdaad begaan werd, was deze verontschuldiging haast niet meer aan te voeren. Wij troosten ons dat zulk een zinnelijke slechtheid uitzondering is. Maar is zij het ? Of hoe beoordeelt de handelaar in meisjes, ' die op 13 Nov. gevangen genomen werd, omdat hij door > versche waar* de verveling van onze landstormmannen in het bloedig veroverde Antwerpen verdrijven wilde, onze Duitsche huisvaders ? Wat antwoorden de uit een bloedigen strijd teruggekeerde 360 soldaten, die allen in een hospitaal moesten opgenomen worden, omdat zij leden aan geslachtsziekten ? O, die arme vrouwen! Zijn zij van alle schuld vrij ? Heeft niet onlangs de bezitter van een kasteel moeten dreigen, dat wanneer de nachtelijke bezoeken bij de geïnterneerde Russen niet ophielden, hij de namen der bezoeksters zou publiceeeren. Ziet men niet, dat bij de inkwartieringskringen de meisjes zich bij het vallen van den avond \ erdringen ? In een groote stad van ons land moet het aantal vrouwen van mannen die aan het front zijn en die de trouw van hunne echtgenooten verbraken en onder politietoezicht gesteld zijn, 'de twee honderd overschreden hebben! — In het Dresdener Künstlerhaus kon de monistenprediker Ostwald onder de dolle toejuiching der > dames» de hoop uitspreken, dat na den oorlog eindelijk de sanctie der »Pfaffen" en van de ambtenaren van den burgelijkeö stand niét meer noodig ^n zou om kinderen het leveii te schenken! En zulke voorbeelden zijn er meer.

Deze dingen moeten in het openbaar genoemd worden, opdat ieder wete hoe het onder ons volk gesteld is.

Men wil in deze dagen van Duitschland s grootheid en onoverwinnelijkheid hooren.

Hij die anders spreekt, wordt voor »vaterlandslos < gescholden. Neen, de vaderlandslievende Duitsche pers roept tot het volk: bedwingt u! Gij verspeelt de zekere overwinning door uwe zedelijke tuchteloosheid. Aan het front vergieten de strijders hun bloed en lijden zwaar. Wilt gij achter het front uwe lusten bot vieren?

Er is een sterk, kuisch Duitschland. Tot dit roept de Vaderlandsche pers: strijd tegen de schaamteloozen, opdat de offers dezer dagen niet vergeefsch zijn en de vreugde der terugkeerenden niet bitter vergald worde.

. . . Men verneemt dat in dezen oorlogstijd de straten der ontucht sterker bezocht worden dan in vredestijd. En daarop zou God zijn zegen geven? Maar dit kan toch niet."

Zoo gaat dit tractaatje voort, om op te wekken tot den strijd tegen de ontucht. Men kan de bedenking laten gelden, dat de strijd aangebonden wordt tegen het zondigen tegen het 7de ~ gebod, maar niet te ontkennen is, dat deze zonde in dezen oorlogstijd op ontzettende wijze, ook in Duitschland, verwoestingen aanricht.

Frankrijk.

Uit de synode der Gere f. Kerken.

De Union nationale des Eglises riformées de France hield den Isten en 2 den Juni te Crest hare synode. Volgens het verslag van den predikant J. Pfcnder werden 180 predikanten der Unie tot den krijgsdienst geroepen. Onderscheidene hunner zijn reeds in den oorlog gevallen of gewond. Zij werden vervangen door predikanten van genabuurde kerken, die buitendien in de hospitalen hadden dienst te doen, maar ook door hunne vrouwen, die GodsdienstoefeniBgen en begrafenissen leidden. Bovendien werd ook veel werk gedaan door predikanten, die hun emeritaat verkregen en door gemeenteleden. Van de medewerking der laatsten wordt nog veel verwacht. In de gemeenten, die met hare leden welke in het leger werden ingelijfd, steeds voeling bleven houden, ontstond na de beweging der eerste dagen van den oorlog wel geen groote opwekking, maar toch werden teekenen van opleving van het godsdienstig leven opgemerkt. De Theologische faculteit van Montauban begon hare lessen in November 1.1. met 14 studenten, er bleven er slechts 4 van over, voor welke de colleges werden voortgezet.

Toen Parijs door de Duitschers bedreigd werd, was de finantieele toestand een tijdlang moeilijk. Toch konden de predikantstractementen in 1914 uitbetaald worden; in 1915 geschiedde dit met zeker voorbehoud. De synode besloot buiten de gewone bijdragen een oorlogsbijdrage te vragen van een vijfde der tot hiertoe betaalde bijdragen. De gemeente van Castris had reeds 6000 in plaats van 3000 francs, die van Macamed 22, 000 in plaats van 7000 francs gegeven.

Door den predikant Pannier werd voorgesteld, de herdenking van de reformatie van 1 November op 26 Mei te brengen, ter herinnering aan de eerste Synode der Gereformeerde Kerken van Frankrijk, te Parijs op 26 Mei 1559 gehouden. Op deze manier zou men dan te kennen geven, dat de Fransche kerken meer betrekking gevoelen op de reformatie van Calvijn, dan op die van Luther. Na eene broederlijke bespreking wfcrd de volgende resolutie eenstemmig aangenomen :

»De Synode heeft kennis genornen van het voorstel van den predikant Pannier om den datum van de herdenking der reformatie te veranderen, omdat die welke tot hiertoe gebruikelijk was, aan het werk van Luther verbonden is. Zij meent echter — in aanmerking nemend dat geen Protestantsch Franschman er aan denken kan, ook maar een deel van de glorierijke erfenis der Reformatie prijs te geven, op het oogenblik, waarop ons hart hoopt onze Luthersche landslieden van den Elzas weder in het Vaderland op te nemen, — het onderzoek van het vraagstuk naar later te moeten verschuiven".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 september 1915

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 september 1915

De Heraut | 2 Pagina's