GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

VELERLEI WEGEN.

XXI.

VERHUIZING.

Toen ik hem mededeelde wat ik er van dacht, keek hij min of meer verwonderd en zei:

Ik begrijp dan toch niet wat zoo iemand beweegt, zijn vaderland te verlaten en naar een vreemd land te trekken, louter om daar aan de bevolking, een anderen godsdienst te prediken dan zij reeds heeft. Waar is dat goed voor ?

Wel, mijnheer", antwoordde ik, , , de Heere Jezus heeft, toen Hij de aarde verliet, tot Zijn discipelen gezegd: > Gaat heen in de geheele wereld; predikt het Evangelie aan alle schepselen". Dat Evangelie i« de Blijde Boodschap van Gods genade. En Christus wil, dat alle menschen die boodschap hooren".

Mijnheer zeide niets doch zijn blik toonde mij dat mijn antwoord hem niet bevredigde. Waarschijnlijk zou hij liever gezien hebben dat er een circus had gestaan zooals die waarmee ik eens op weg naar de Oost geweest was, dan een Christelijke school. Doch hij begreep zich te moeten schikken in de omstandigheden, te meer daar hij blijkbaar niet te doen had met menschen die hem wilden »afzetten" zooals hij het uitdriikte. Want de prijs dien zijn voorganger betaald had, en waarmee ook hij volstaan kon was zoo gering, dat hij bij het hooren uitriep: „Daar kan de man het onmogelijk voor doen! Hij moet minstens de helft meer hebben".

Ik herinner me als kind een oud boekje gelezen te hebben met allerlei leerrijke geschiedenissen. Een er van heette : „De vermakelijke geschiedenis van Toon Hokvast".

Deze Toon zou een poos bij zijn oom doorbrengen die buiten woonde, terwijl Toon een stadskind was. Hij had in de lange reis met den postwagen niet veel zin, en nog minder in het doel, daar hij voor zijn gezondheid ging en allerlei dingen zou moeten doen of laten om die te bevorderen. Nu werd hem om zijn zwakte te huis veel toegelaten dat de dokter verboden had, en bleef veel achterwege dat de geneesheer voorgeschreven had. Maar oom was, dat wisi Toon, een streng man, die zich hield aan hetgeen verordend was, en daaiom ging Toon liever niet.

Toen dan ook de bepaalde dag kwam, was het of alles tegenwerkte. Allerlei onmisbare dingen voot^ de reis waren zoek, hoewel niemand begreep of scheen te begrijpen hoe dit kwam. Toen eindelijk alles was opgediept en de tijd van scheiden was gekomen, bleef het wagentje weg waarin Toon zou rijden naar de plaats waar de postwagen afreed. Zoodoende moest men dien dag de reis uitstellen. Den volgenden dag was hij, naar zijn zeggen, zoo ziek dat er van reizen geen sprake kon zijn Toen het eindelijk zoo ver was wist Toon zijn moeder, die hem een eindweegs vergezelde te bewegen uit te stappen en eerst met den volgenden post verder te gaan. Ea zoo kwam er allerlei: de eene hindernis op de andere, in 't kort ettelijke dagen gingen verloren omdat hij dien het gold geen lust in de zaak had.

Aan die geschiedenis dacht ik in deze omstandigheden, al , was de overeenkomst lang niet volkomen. Want de hoofdpersoon, de heer Jansens, was met de reis ingenomen, doch zijn reisgenooteu of die het wezen konden dachten er anders over. Hoe mooi het hoogland ook niocht zijn hen-"-trok de stad meer aan, waar men drukte, afleiding en wereldsch genot in overvloed had. Én daar ginds zou het stil zijn bij weinig bezoek en mogelijk ook wel bij een minder weelderig leven dan de meesten gewoon waren.

Intusschen, alleen kon mijnheer moeilijk gaan, en nu was het de lastige vraag wie hem zou verzeilen. Mijn inziens was zijn vrouw daartoe allereerst geroepen, als hulp voor haar man en al zag zij dan ook een straat vol mooie winkels veel liever dan een prachtig bosch. Toch verbaasde het mij niet haar te hooren verklaren, dat zij onmogelijk gaan kon, al ging haar de scheiding aan het hart en al deed het haar zielsleed, de zorg voor haar man aan anderen te moeten overlaten. Maar het kon niet andere. Wiezoo daarginds haar helpen bij zoo gewichtige zaken als kleeden en kappen ? Wie met haar uitgaan ? Wie haar steeds sterken bij de vervulling harer plichtetf?

Kortom het ging niet, en daarom ging Mevrouw' ook maar niet.

Dit voelde ik wel dat ik geheel bij haar had atgedaan. »De juffrouw kan mij niet meer van dienst zijn*, verklaarde zij, idie heeft het te druk met den zieke; en hij wil van geen ander geholpen zijn. Ik zou haar telkens moeten storen zij heeft haar tijd hard noodig."

De waarheid was dat ik best van tijd tot tijd gemist kon worden en ook niets Mevrouw belette in de kamer Mijnheer en mij gezelschap t« houden. Het werk mij opgedragen liet best toe, dat mevrouw mij eens^ verpoosde of dat ik haar hielp. Maar, zooals ik reeds vroeger zei, ik' was te fijn en ie vroom. De dame verlangde van mij af te komen, en greep nu deze geschikte ' gelegenheid aan. Was Mijnheer eens weer beter dan was ik onnoodig geworden en zou ik al lang een plaats vervangster bij haar hebben. Ik kon dan, weer naar Afrika terugkeeren.

De huisgenooten en de verdere vrienden betoonden al mee weinig lust om den heer Jansens te vergezellen. Hij was de gewilde man geweest in zijn gezonde dagen, toen hij mee kon doen in het vroolijke leven, en heel gezellig kon zijn. Menigen avond had hij de gasten vermaakt. Doch nu was het anders.

Een oud spreekwoord zegt:

Vrienden in den nood

Vijf-en-twintig in een lood

d.i. zoo licht, zoo onbeduidend zijn dezulken, «n mijnheer Jansens werd dit gewaar. Nu hij niet meer mee kon, hulpbehoevend wa.s, bleek-al spoedig hoe weinig zijn zoogenaamde vrienden eigenlijk om hem gaven. Ja 't is waar, geld hadden ze nog voor hem over, maar dat bezaten /, ij toch in overvloed zoodat het verlies er van hen minder, deren kon. Er is een Fransch spreekwoord^ wa^irin voorkomt van „payer de sa personne", dat wil zeggen: persoonlijk dienst doen, zich zelf geheel voor iets" geven. Ook daarin kan zich de ware vriendschap openbaren. De vrienden van de heer Jansens waren nu _'t zoo liep. als 't liep eigenlijk blij van hem af te zijn.'

Na veel wikken en wegen waardoor mijnheer Jansens ernstig ontstemd werd, besloot men eindelijk dat mevrouw thuis zou blijven. Zij kon zich dan ten minste behoorlijk aankleeden. Een paar heeren zouden mijnheergaan wegbrengen. Verder gingen eenige bedienden mee voor het huiswerk, en ik van zelf om mijnheer te verplegen. Op de huishouding zou de bejaarde dame van wie ik heb gesproken toezicht houden. Onze maaltijden mochten we eiken dag bij haar aan huis laten afhalen.

Toen het alles besproken was volgde spoedig het afscheid en begon de reis.

BRIEFWISSELING.

C. C. In en nog lang na de Middeleeuwen geloofde men algemeen, dat_-de staartsterren bij hun verschijning Voorboden van onheil waren, althans van groote gebeurtenissen. Keizer Karel V moet door zulk een verschijning er toe gekomen zijn ia 1555 afstand te doen van de regeering^k. Ook beslaat er een oude plaat waar-, onder men leest: «Afbeelding van het begraven van lijken in pesttijden benevens het gezicht van een komeeister-». Blijkbaar zocht men tusschen die twee zaken verband.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 maart 1918

De Heraut | 6 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 maart 1918

De Heraut | 6 Pagina's