GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

VELERLEI WEGEN.

XXII.

EEN NIEUW VERBLIJF.

Wij vertrokken nu weldra en hadden door 's Heeren goedheid een voorspoedige reis die zelfs recht aangenaam mocht heeten. Want, het weer werkte mee en het landschap was prachtig, gelijk de weg goed. Ik had geen oogen genoeg om al het schoone te bewonderen, dat de hand der Scheppers hier in de natuur had ten toon gespreid. Slechts trof het mij onaaangenaam, dat mijn reisgenooten over het laatste in het geheel niet spraken hoe schoon zij de omgeving ook vonden, die wij allen voor de eerste maal zagen.

Overigens was vooruit alles zoo bepaald afgesproken en beschreven, dat we overal gereed vonden wat wij noodig hadden, eten, drinken, goede bedden, tot water om de handen te wasschen toe. Voor dit alles hadden de vrienden gezorgd. Daarbij had, schoon om zeer verschillende . redenen, elk der tochtgenooten schik in de reis, ook mijnheer Jansens, die op beterschap hoopte en „gezond van harte" was, gelijk men dat noemt, doch alleen niet loopen kon. De rit in een open rijtuig was heerlijk, en hier was geen Toon Hokvast om telkens een spaak in het wiel te steken.

Na ettelijke dagen kwamen we op de plaats onzer bestemming. Reeds van ver kon ik de gebouwen zien, en nabij moest men erkennen dat zij wel eenvoudig maar toch vriendelijk er uitzagen. De school was een vrij groot gebouw, luchtig in dubbelen zin, op 't oogenblik ledig om de bekende reden. Ze zag er gezellig uit. Nog meer kon dit gezegd worden van het woonhuis, 'dat er naast stond, 't Was een gebouw van slechts één verdieping gelijk trouwens alle huizen in deze streek. De witte kleur stak fraai af bij het donkere groen van den boschrijken omtrek waar alles groeide en bloeide. Wel was - het verschil groot, als ik dacht aan het fraaie gebouw dat wij zoo pas verlaten hadden, maar ik vond dit kleine, eenvoudige huis. gezelliger, vooral bij zoo weinig bewoners. Het trof mij, dat alles zoo licht en dicht was gebouwd, zelfs ^ voor de Oost. Later begreep ik dit beter, 't Was , alles hier slechts neergezet als proef of de plak gunstig gekozen was. Zoo niet, dan kon men opbreken én zonder veel moeite zich elders weer vestigen.

Onze rijtuigen reden tot voor de deur vati het kleine huis, die dadelijk geopend werd. Een vriendelijke verrassing wachtte ons.

Een oude dame, eenvoudig maar deftig gekleed, vertoonde zich aan den ingang eii wenkte ons vriendelijk toe. Zij scheen mij tot dicht bij de zestig te zijn en droeg, gelijk de meeste bejaarde dames van dien tijd, éen net, luchtig kanten mutsje, dat haar goed stond. Haar geheele voorkomen nam mij dadelijk voor haar in.

Uitgestegen werden we door haar hartelijk welkom geheeten. Elk onzer was min of meer verplicht zich zelf voor te stellen. Zoo kwamen wij al dadelijk te weten, dat de vriendelijke vrouw, die ons ontving, dezelfde was als zij die het gezin, van den prediker bestuurde, welke geen half uur ver woonde.

Weldra zaten we gezellig een oogenblik in de vriendelijke huiskamer eenige verkwikkingen te gebruiken. Ik merkte op, hoe onze gastvrouw uitnemend den toon wist ^an te geven. »Het spijt me" zoo sprak zij, »niet eer geweten te hebben dat gij heden zoudt komen. Maar dat komt er van, als men een brief meegeeft en niet met de post verzendt. Zuodra ik wist wanneer gij hier kondt zijn ben ik gekomen, en we hopen het nog zoo te schikken, dat allen hier kunnen blijven eten en slapen".

Doch dat behoefde niet. Want de vrienden van den heer Jansens meenden büjkbaar, dat zij ten volle hun plicht veïvuld hadden door hem weg te brengen en thans met zelfvoldoening konden terugkeeren. Het zou, zeiden ze, te veel gevergd zijn de heusche uitnoodiging aan te nemen. Zij zouden maar noodeloos last veroorzaken. De naaste pleisterplaats terug was nog heel best te bereiken. En zoo vertrokken de heeren dan spoedig weer, van wier beleefdheid ik geen hoogen duak had gekregen.

Zoo bleven voor den ' maaltijd slechts drie personen over. Dat was niet veel, ' en toch had ik in lang niet zoo aangenaam getafeld. Dat er vooraf gebeden werd scheen mijnheer niet te hinderen ; althans ik zag dat ook hij de oogen sloot. Onze gastvrouw wist den gezeliigen toon te bewaren, en dat zei nog meer dan de spijzen, hoe voortreffelijk die ook waren, want ik had veel weelderige m^tijden bijgewoond, doch het betere gemist dat hier werd gevonden. En ik dacht aan het versje van Cats:

Als dat uw harte wel geviel, Dat is als voedsel voor de ziel. En 't is u beter in den mond Dan alles wat op tafel stond.

Het is bekend, dat op Java de schemering maar kort is en alle dagen ongeveer even lang zijn. Onze dag was dus al bijna verstreken, toen we nog even onze kamers gingen zien in het huis dat ons als we wilden een week of zes zou herbergen. We konden slechts een paar kamers bezichtigen, die voor den zieke en de mijne. Alles getuigde van netheid en zindelijkheid, van eenvoud bij degehjkheid. Ik kon het, dunkl mij, ~^ hier best een poos uithouden, te meer wijl ik duidelijk voelde gelijk reeds op de reis, hoe koel en frisch de lucht in het hoogland was vergeleken bij die in de lage streken. Vroeger had men mij wel eens verteld van menschen op Java die uit Nederland dekens lieten komen. ïk kon toen niet begrijpen dat dekens in de zoo warme Oost noodig waren. Thans begon ik het al beter te vatten.

De kamer voor den zieke en de mijne waren onberispelijk in orde. Aan alles ^as gedaóht, voor alles gezorgd, en dat in zoo korten tijd. Onze vriendelijke gids deelde ons mee, dat zij zelf dien eersten nacht van ons verbhjf hier 'door zou brengen. »Gij zijt hier nog vreemd", sprak ze, »en vooral in den nacht kiindt ge hulp noodig hebben, dus blijf ik. Morgen komt iemand die u verder heipen zal. 't Is de huishoudster van den schoolmeester, wiens vrouw zwak is. Ik heb haar gevraagd of zij een poosje hier wou komen, en zij was dadelijk bereid. Zij kent hier iedereen en kan u van veel nut zijn. Hedenavond kunt ge kennis maken".

Dat geschiedde ook, nadat mijnheer Jansens ter rust was gegaan. De kennismaking beviel mij bizonder. Toen ik, moe maar niet mat straks zelf in mijn kamer te bed lag, moest ik van ganscher harte God dankzeggen die alfes tot uu toe wel maakte.

De Heere had trouwelijfc mij geleid. Voorloopig was ik uit een omgeving waarin ik mij niet thuis voelde, gekomen bij lieve, goede menschen, die naar ik dikwijls in allerlei opmerkte, een gansch ander leven leidden dan mijn vropgeré gastheer, en die over God en Zijn dienst vrijmoedig en blijmoedig spraken. Ik had boven de deur van het schoolgebouw in groote letters gelezen:

EBEN HAËZER.

Tot hiertoe heeft ons de Heere geholpen., en dat was thans ook de grondtoon van mijn hart.

Hij die mij indertijd had behoed voor den dood door schipbreuk, die mij in Afrika een veilig onderkomen had gegeven en mij ook weer veilig hierheen had geleid, zou ook verder zorgen. Ik had althans vooreerst weer omgang met menschen, die den dienst des Heeren verkozen • boven een zorgeloos, wereldsch leven. Juist de omgeving waarin ik pas \ertoefd had, waar niemand vroeg, naar God en Zijn gebod had mij, die nog altijd hinkte op twee gedachten, tot zekere beslistheid gebracht. Ik wist nu, dat de smalle weg het best is, en kreeg lust hem te gaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 maart 1918

De Heraut | 6 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 maart 1918

De Heraut | 6 Pagina's