Voor Kinderen.

PASCHEN.

Dit is een dag van heil en vreugd, Een tijd die 't wereldrond verheugt; Hoog tïi Gods naam geprezen I Komt, heffen wij het feestlied aan: De Zone Gods is opgestaan En uit den dood verreren. Hij strgdt, Hij zegepraalt, Hij leeft, Die ons het eeuwig leven geeft.

Wat menschentong, wat eng'lentaal. Kan zulk een bhjde zegepraal Ooit naar waardij bezingen r Toch zingt ons hart tot 's Heeren lof Die opgaat, rij 't ook uit 't stof. Door lucht en wolk zal dringen? Geef big den Overwinnaar - eer; Hij vdt de macht des doods ter neer.

Halleluja, 't is al volbracht 1 Gij deëdt, o Heer, voor ons geslacht Een eeuwig heü ontspringen. De zwarte nacht des doods verdween. De heidere dageraad verscheen En spelt ons blijde dingen. Gij Heer ontrukt het graf zgn buit. En treedt als Overwinnaar uit.

De Heer is waarlgk opgestaan. Heft Hem ter eer het feesüied aan: Hij schenkt ons eeuwig leven. Wat moeite ons hier op aard nog wacht. Thans is ook zelfs de donkre nacht Des doods met hcht doorweven. Looft Hem die ons dit heil bereidt; Hem de eer, de kracht in eeuwigheid.

Zoo kunnen rij spreken en juichen die den verrezen Heiland hef hebben, die weten dat Zijn woord de waarheid is: sdie in Mg gelooft zai leven, al ware hij ook gestorven. En een iedtr die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheide.

Maar ook die alleen.

De ware, eenige Paaschvreugde is dus die in den Heere Jezus, die dood geweest is en nu leeft in aUe eeuwigheid en die den Zijnen dat eeuwige leven geeft. Er is veel zoogenaamde Paaschvreugde, welke daar buiten omgaat, maar die is ijdeL

Dezer dagen zaten in een wachtkamer twee heeren saam te praten. De een zei o. a.: »

En nu wordt het zachtjes aan weer Paschen ook*-.

»Och, wat Paschen t, sprak_de ander, > 't riet er nog al naar uit. Heel geen Paaschbrood, de eieren peperduur net als 2d het andere. Een uitstapje maken gaat ook al niet om üe hooge kosten. En daarbij overal oorlog of oorlogslast Een mooi Paaschfeest. Ik geef het weg* -

Die man sprak pootendeefe waarheid en toch had hij het mis. Waarom ? Omdat hij de hoofdzaak vergat en alleen aan bijzaken dacht, die met het Paaschfeest weinig of niets te maken hebben.

Meer dan twee duizend jaar geleden ïeeide een piofeet Habakuk geheeten. Ook hij kende kwade, droevige dagen. ^laar hg wist raad, en wij lezen in zgn profetie: »

Alhoewel de vggeboom niet bloeien zal, en geen vnicht aan den wijnstok rijn zal, dat het werk des olijfbooms hrgen zal, en de velden geene spijs voortbrengen; dat men de kudde uit de kooi afscheuren zal, en dat er geen nmd in de staflingen wezen zal:

Zoo zal ik nochtans in den HEERE van vreugde" opspringen, ik zal mij verheugen in den God miias heils. De HEERE Heere is mijn sterkte; en Hij zal mgn voeten maken als der hinden; en Hg zal mij doen treden op mijn hoogten". En zoo gaat het nog. Wie zich sterkt in dea Heere en op Christus hoopt, die kan Paaschfeest vieren, al zijn de tijden boos en al wordt dat door groot en klein ondervonden.

Paaschfeest is het feest der Opstanding, der Verrijzenis uit den dood. Te recht valt hetdaarom in de lente als de natuur uit haar winterslaap ontwaakt tot nieuw leven. Het zegt ons, dat ons hchaam, schoon door de zonde aan den dood onderworpen, toch herleven zal. Het zal, i gaat het in het graf, toch straks weer verrijzen" Dan zal gerien worden wat de Apostel Paulus zoo schoon zegt in 1 Corinthen 15. s Alzoo zal ook de opstanding der dooden zgn. Het lichaam wordt gezaaid in verderfeigkhad, et wordt opgewekt in onverderfeHjkheid \ Het wordt gezaaid in oneer, het wordt opgeekt in heerfijkheid ; het wordt gezaaid in zwakeid, het wordt opgewekt in kracht; Want dit verderfelijke moet onverderfelijkheid andoen, - en dit sterfelgkc moet onsterfelijkheid andoen.

En wanneer dit verderfelijke zal onverderfeijkheid zal aangedaan hebben, en dit sterfelijke al onsterfelijkheid aangedaan hebben, alsdan al het woord geschieden, dat geschreven is; e dood is verslonden tot overwinning. Dood, waar is uw prikkel ? Hei waar is uw verwinning ? "

En die gelooven gaan & n in tot het eeuwige even, waarin hchaam en riel, die een poos gecheiden zijn geweest, weer vereenigd worden oor altijd. Niet de dood, maar het leven zal verwinnen.

Dat is de vrucht van hetgeen Christus voor ns gedaan heeft. Door Zijn lijden en sterven, oor Zijn Opstanding heeft Hij den dood te iet gedaan, hem overwonnen. Zoo zal de tijd omen, dat de joichtoon weerklinkt: > de dood s verslonden tot overwinning", en er zal geen ood meer zijn.

Leven, gelukkig leven is aangenaam en beeerlijk. \Ien wenscht het elkander toe als een ieuw jaar of een nieuw levensjaar begint. »Nog ele jaren na dezen", heet het dan. Wie oudtijds en der machtige heerschers van het Oosten oest ontmoeten, begon met den heilwensch: O Koning leef in eeuwigheid, " al wist een ieder at & e. wensch^iet vervuld zou worden. Door de zonde is de dood in de wereld geomen, die tot aUe menschen is doorgegaan. u zouden ook allen voor altgd in de macht es doods of eigenüjk des duivels rijn gebleven. aar de Heere Christas is gekomen. Hij heeft et den duivel gestreden en diens helsche acht vernield. Op den derden dag verrees Hij

als Overwinnaar uit het graf. Zoo werd openbaar, dat Hij is de Zoon van God, die he eeuwig leven heeft en geeft.

Nu is voor allen die in Hem gelooven de prikkel des doods, dat is de rampzaligheid, weggenomen. Zij blijven niet dood maar, herleven gelijk hun Heer, en zulten deelen in Zijn heerlijkheid.

Dat blij vooruitzicht geeft ons het Paaschfeest, een hemelsche vreugde in Christus, die juichen doet:

Hij geeft waarheid, Hij geeft klaarheid. Zelfs ia 't somber doodendal. Hij geeft tronen, Hij geeft kronen, Die geen macht vergruizen zal.

Het Paaschfeest valt ditmaal niet in vroolijke dagen, maar veeleer in benauwdheid der tijden, gelijk de Schrift zegt. In dat opzicht had de man van wien we spraken ia het begin, volkomen gelijk. Dat weten kleinen en grooten, kinderen ea ouderen.

Maar toch kunnen en willen' we Paaschfeest vieren, omdat al is er veel dat leed doet, het hoogste goed, de Opstanding tot heerlijkheid, verzekerd is en blijft aan allen die gelooven in Hem, die de eersteling is uit de dooden, die voor Zich en allèa die Hem liefhebben, den dood overwon. Dit willen wij op het Paaschfeest gedenken en verheugd zeggen:

Hij, verrezen, Uit de vreezen, Uit de smarten van den dood, Zal, ten dage Aller plage Mij verlossen uit den nood.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen