GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 119

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 119

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

een gereformeerde bul?

een gereformeerde bul?

118

De taak van deputaten betrof niet alleen het toezicht op de colleges, examens en de series, zij waren ook betrokken bij de levenswandel van hen die de faculteit bevolkten. Ten aanzien van de studenten werd dit expliciet uitgedrukt in Artikel 12 van het contract: De deputaten zijn bevoegd, om met betrekking tot het toezicht op de studenten der theologische faculteit ... in overleg te treden met de Theologische Faculteit, of indien de aard der zaak dit meêbrengt, met de Directeuren of Curatoren der Vrije Universiteit. Overigens behoorde het primair tot de taken van de hoogleraren (i.c. de senaat) om toe te zien op de levenswandel van de studenten. In de loop der jaren had de senaat zich inderdaad meer dan eens gebogen over cafébezoek, dronkenschap en bordeelbezoek van de studenten. In een enkel geval was het zelfs gekomen tot een verwijdering van de universiteit. Bij mijn weten hebben deputaten zich nooit met dergelijke zaken bemoeid. In het voorjaar van 1911 diende zich echter zo’n ernstige zaak aan dat deputaten zich genoodzaakt voelden de faculteit hierop aan te spreken. De theologisch student Auguste Winckel had zich niet bezondigd aan drank of bordeelbezoek, maar had zich verstout des zondagsmorgens, nota bene terwijl er een gereformeerde kerkdienst aan de gang was, te Kampen voor te gaan in een samenkomst van het Leger des Heils.111 Toen de zaak op 3 mei 1911 aan de orde kwam, bleek Klaarhamer, voorzitter van deputaten, reeds contact te hebben gezocht met de voorzitter van curatoren, Van Schelven.112 Wellicht mede naar aanleiding van dat overleg werd besloten met de faculteit te spreken over de vraag op welke wijze Artikel 12 hier kon worden uitgevoerd en welke maatregelen de faculteit zelf reeds had genomen. In die zin werd op 6 mei een brief aan de faculteit geschreven. Deputaten wezen er daarbij fijntjes op dat de synode ongetwijfeld met betrekking tot dit ‘zeer bekend’ feit navraag zou doen. Daarom zouden ze het op prijs stellen van de faculteit te vernemen in hoeverre en met welk resultaat ‘den heer Winckel door U is in onderhandeling [sic] genomen’.113 Tevens verzochten deputaten om overleg over het genoemde Artikel 12. De faculteit antwoordde per brief van 22 mei 1911.114 Daarin stelde zij dat dit feit haar bekend was, maar dat het kerkrechtelijk gezien behandeld behoorde te worden door de kerkenraad van Kampen, die de zaak had moeten aankaarten bij de kerkenraad van de kerk waarvan

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 118

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 119

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's