GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 38

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 38

Een geschiedenis van Natuurkunde en Sterrenkunde aan de VU

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

natuurkunde in nederland

sche (later theoretische) natuurkunde en er werden aparte leerstoelen voor ingesteld. De hoogleraren in de experimentele natuurkunde transformeerden de vroegere onderwijslaboratoria tot onderzoekslaboratoria.50 In de loop van de negentiende eeuw kwam in de natuurkunde een aantal overkoepelende theorieën tot stand: de thermodynamica (warmteleer), elektrodynamica (de theorie die elektrische en magnetische verschijnselen verklaarde in termen van spanningstoestanden van de elektromagnetische ether) en de kinetische gastheorie (gebaseerd op de beschrijving van de beweging van gasmoleculen met de wetten van de mechanica). Ook ontstond halverwege de negentiende eeuw het energieprincipe en werd de wet van energiebehoud geformuleerd, die fungeerde als een overkoepelend beginsel voor de andere theorieën. Hoewel eind negentiende eeuw wel werd beweerd dat de natuurkunde zo goed als voltooid was, dienden zich toen al de voorboden aan van wat een revolutionaire ontwikkeling in de natuurkunde zou worden, uitlopend op de formulering van een aantal nieuwe theorieën: de speciale en algemene relativiteitstheorie in respectievelijk 1905 en 1915 en de quantummechanica in 1925-1926. Het laatste decennium van de negentiende eeuw laat in Nederland een snelle opkomst en professionalisering van onderzoek in de experimentele natuurkunde zien. Geleidelijk ontwikkelden de universiteiten elk een eigen specialiteit. Deze specialisering hing samen met een voortgaande differentiatie binnen de natuurkunde, maar werd ook noodzakelijk door de hoge kosten van het natuurkundig onderzoek. Verschillende universiteiten lieten in deze tijd grote onderzoekslaboratoria bouwen. Bekend voorbeeld is het Leidse laboratorium, dat zeer succesvol werd in het onderzoek bij extreem lage temperaturen. De Nederlandse natuurwetenschap maakte rond 1900 een ongekende bloei door en de periode staat bekend als de ‘Tweede Gouden Eeuw’. Bekende wetenschappers in deze tijd waren de fysici J. D. van der Waals, H. Kamerlingh Onnes, H. A. Lorentz en P. Zeeman, die allen de Nobelprijs hebben gekregen, en de sterrenkundigen J. C. Kapteyn, W. de Sitter en A. Pannekoek. Hoewel er daarna geruime tijd geen Nobelprijzen meer in de wacht werden gesleept, telden ook de fy-

37

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 38

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's