GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 328

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 328

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

een vreemde eend in de bijt

taal wordt daar gesproken? Welke communicatieregels gelden daar? Welke ontwikkelingen doen zich voor? Firet had daarom een open oog voor de noodzaak van sociologisch onderzoek als bouwsteen voor een wetenschappelijke uitwerking van de praktische theologie. Zijn voorkeur ging uit naar een godsdienstsocioloog binnen de Faculteit der Godgeleerdheid, niet een socioloog die vanuit een andere faculteit enige diensten zou verlenen. Zo kwam het in 1970 tot de benoeming van Dekker. In het najaar van 1970 verschenen over Dekker enkele kritische artikelen in het Gereformeerd Weekblad. Plomp reageerde op een toespraak van Dekker voor het landelijk verband van de commissies van beheer.56 Het ging daarin om de vraag of er vanuit de ontwikkelingen in kerk en samenleving iets gezegd zou kunnen worden over de achterblijvende inkomsten van de kerk. Dekker had gewezen op een veranderende waardering voor het kerkelijk instituut en zijn activiteiten. Hij zag dat op twee terreinen tot uiting komen. In de eerste plaats speelde de verhouding tussen de plaatselijke en de bovenplaatselijke organisatie, en in de tweede plaats wees hij op de verhouding tussen de traditionele en de nieuwe kerkelijke taken. De bovenplaatselijke organisatie nam in betekenis toe en niet alle activiteiten konden op dezelfde waardering van de leden rekenen. Voor een zaak als het werelddiaconaat wilden de gelovigen nog wel warm lopen, maar voor het plaatselijk kerkelijk instituut gold een afnemende offervaardigheid. Dekker stelde dat de landelijke organisatie niet langer bekostigd moest worden door de plaatselijke kerken en dat de individuele gever meer vrijheid moest hebben om zijn bijdrage te variëren al naar gelang de activiteit die zijn belangstelling had. Tot zover de weergave van Dekker door Plomp. Dat een theoloog vragen zou stellen over de verhouding tussen de plaatselijke en de landelijke kerk, dat de vraag zou opkomen of vanuit het instituut niet de volstrekte voorrang van de dienst des Woords zou moeten worden beklemtoond, dat gesteld zou worden dat die dienst des Woords niet alleen sociologisch maar ook theologisch benaderd dient te worden, dat was min of meer te verwachten. Maar wat opvalt is de toon. In de kritiek van Plomp klinkt vooral verbetenheid door. Dekker was als socioloog zijn boekje te buiten gegaan en hij werd daarover in stevige bewoordingen vermaand.57 Enkele maanden later reageerde H. N. Ridderbos op een krantenverslag van een samenkomst waar Dekker een analyse had gegeven

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 327

327

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 328

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's