125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 459
noten hoofdstuk 7
458
ologisch bewustzijn in gtt tijdens de jaren zestig’, in: Stoker en Van der Sar, Theologie op de drempel, 314-326, aldaar 315. 9. D. Th. Kuiper, ‘Het Nederlandse protestantisme in ontwikkelingsperspectief (1860-1940)’, in: J. de Bruijn (red.), Een land nog niet in kaart gebracht. Aspecten van het protestants-christelijk leven in Nederland in de jaren 1880-1940 (Amsterdam 1987) 1-25. 10. Zie H. E. S. Woldring en D. Th. Kuiper, Reformatorische maatschappij-kritiek. Ontwikkelingen op het gebied van de sociale filosofie en sociologie in de kring van het Nederlandse protestantisme van de 19e eeuw tot heden (Kampen 1980), onder meer 35-38 en 40-42; J. Bolt, A Free Church, a Holy Nation. Abraham Kuyper’s American Public Theology (Grand Rapids 2001) 427-428, legt eveneens een verbinding tussen de soevereiniteit in eigen kring en het onderscheid tussen de kerk als organisme en de kerk als instituut. 11. Voor het volgende Van Klinken, Opvattingen, 232-285 en 319-371. In Van Roon, Protestants Nederland, komen ook andere aspecten aan de orde, onder meer de houding tegenover de Duitse kerkstrijd. Zie bijvoorbeeld bladzijde 233, waar hij wijst op de terughoudendheid ten aanzien van de Duitse kerkstrijd in De Heraut. 12. Overigens was men in het algemeen afkerig van de rassenleer en van de aanvallen op het Oude Testament. Zo W. H. Gispen in De Reformatie, oktober en november 1933. Zie hierover ook Schilder in De Reformatie, 20 september 1935. 13. Van Es was de enige curator die vaak een tegemoetkomende houding ten opzichte van de Duitsers innam. Zie Zondergeld, Geen duimbreed?!, 251. 14. Zie Van Klinken, Opvattingen, 247-248; G. Kittel, Die Judenfrage (Stuttgart 1933); Grosheide, ‘Het Jodenvraagstuk in Duitschland’, De Heraut, 2 juli 1933. 15. Zie J. S. Vos, Politiek en exegese. Gerhard Kittels beeld van het Jodendom (Kampen 1983). Zie ook R. P. Erickson, Theologians under Hitler. Gerhard Kittel, Paul Althaus and Emanuel Hirsch (New Haven1985), in het bijzonder 28-78. 16. Kittel, die in 1924 gastcolleges aan de vu had verzorgd en sedertdien met Grosheide bevriend was, was vanaf 1933 lid van de nsdap. Vanaf 1922-1955 zijn er in het archief van Grosheide brieven van Kittel en zijn weduwe bewaard. Zie hdc Archief Grosheide. Uit alles blijkt dat de verhouding intiemer was dan alleen die van twee geleerden die af en toe met elkaar van gedachten wisselden over hun vak. 17. Overigens is het merkwaardig dat Grosheide voor de eerder genoemde studie van Prins een hartelijke aanbeveling schreef, omdat Prins in zeer afwijzende zin over Kittel en zijn boekje had geschreven. 18. De Standaard, 22 maart 1933. De arp was in zijn afwijzing van het Duitse antisemitisme veel duidelijker dan de kerken. In joodse kring nam de waar-
Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 458
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's