GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 108

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 108

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

groei naar volwassenheid

Conclusie Heeft de opbloei van de vu voor de gereformeerde theologie veel vruchten voortgebracht? Kort en goed: nee. Bavinck die niet meer de kracht had om opnieuw richting te wijzen, H. H. Kuyper die niet aan het schrijven van zijn kerkgeschiedenis toekwam, Geesink die niet durfde te publiceren, de voorzichtige Van Gelderen, Biesterveld en Smitt die te jong overleden, zij hebben voor de faculteit en voor de kerken grote verdiensten gehad, maar de gereformeerde theologie hebben ze niet echt verder gebracht. Grosheide vormt een eenzame uitzondering, die pas later gezelschap kreeg. Voorlopig stond de theologie aan de vu tussen 1900 en 1926 nog in de steigers, steunend op de fundamenten die Kuyper en Bavinck hadden gelegd, geplaagd door de spanningen die de crisis der cultuur binnen de gereformeerde wereld te weeg brachten.63 Pas toen daarop met de Synode van Assen (1926) een antwoord was geformuleerd, kon verder gebouwd worden aan de ontwikkeling van de gereformeerde theologie, in het bijzonder van de exegetische vakken. De benoeming van Grosheide en Aalders is daarvoor van cruciaal belang geweest. Tegelijkertijd valt op dat van vernieuwing en uitbouw van de systematische theologie pas na de Tweede Wereldoorlog sprake was. Dat wil niet zeggen dat er niet driftig gestudeerd werd. Tussen 1902 en 1912 werden er 22 dissertaties verdedigd. Elf daarvan lagen op dogmatisch of dogmenhistorisch terrein. Opvallend is ook het relatief grote aantal dissertaties dat handelde over een oudtestamentisch onderwerp, namelijk vijf.64 Dat was er één meer dan het aantal kerkhistorische dissertaties. Zou hierin iets blijken van de waardering die Van Gelderen als docent kreeg? Eén dissertatie had een nieuwtestamentisch onderwerp (die van Grosheide), één dissertatie handelde over zending en polygamie (B. J. Esser). Tussen 1913 en 1923 verschenen 35 theologische dissertaties.65 Opnieuw hebben de meeste een dogmatisch of dogmenhistorisch karakter (dertien), maar ook verschenen er regelmatig dissertaties op het gebied van het Nieuwe Testament (acht). Aan de ambtelijke vakken werden vijf dissertaties gewijd. De dissertaties op het gebied van de ambtelijke vakken verschenen voor het overgrote deel na 1918, het jaar waarin de in 1912 benoemde Sillevis Smitt overleed.

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 107

107

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 108

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's