125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 349

een gereformeerde faculteit?

348

literair-historisch vak is geworden, zoals dat ook aan de rijksuniversiteiten het geval is binnen het kader van de duplex ordo. Daarom is er sprake van het einde van de gereformeerde exegese, daarom is er geen verschil meer tussen de Faculteit der Godgeleerdheid aan de vu en de openbare faculteiten. Dat er met het optreden van Baarda een andere benadering van de exegese zichtbaar werd, staat vast. Baarda heeft laten zien – met gebruikmaking van de historisch-kritische methode – dat de fixatie van de gereformeerde theologie op de onfeilbare en absolute historische betrouwbaarheid van de bijbeltekst geen recht doet aan de problemen die de Schrift zelf oproept. In die zin is er inderdaad sprake van een grote, ja zelfs van een ongedachte omslag. Ook bij andere disciplines is sprake van grote veranderingen. Ik wees reeds op het verschil tussen D. C. Mulder en zijn voorganger J. H. Bavinck, en Nauta was het bepaald niet eens met de visie van zijn opvolger Augustijn op de belijdenisgeschriften. Anderen wezen op het optreden van M. J. Mulder als een keerpunt in de benadering van het Oude Testament.14 Genoeg reden dus om over een breuk in de ontwikkeling te spreken. Toch is het de vraag of daarmee alles is gezegd. Om me tot het Nieuwe Testament te beperken: er speelde in de negentiende eeuw ook nog een ander verschil tussen de gereformeerde en de seculiere exegese dan het gebruik van de historisch-kritische methode. In feite was het Nieuwe Testament binnen het kader van de Wet op het Hoger Onderwijs van 1876 deel van de Israëlitische of oud-christelijke letterkunde. Onder gereformeerden echter ging het in exegetische omgang met het Nieuwe Testament om de uitleg van het Woord Gods. Met andere woorden: het kenmerkende van de gereformeerde exegese lag niet alleen in de afwijzing van de historisch-kritische methode, maar ook in een bepaalde visie op het object van de theologie. Dat is in De betrouwbaarheid van de evangeliën niet veranderd.15 Mijn indruk is dat dit ook een aantal andere disciplines geldt: er is veel veranderd, maar er is ook sprake van continuïteit. Wie het werk van Firet op zich laat inwerken, proeft in alles een diep doorleefde spiritualiteit. In de praktische theologie, hoezeer ook gebonden aan de menswetenschappen, gaat het ten diepste om het komen van God tot de mens. Een dergelijke keuze als object van de praktische theologie laat zich niet verenigen met een neutrale faculteit. En het werk van D. C. Mulder valt niet samen met wat in andere faculteiten godsdienstwetenschap wordt genoemd.

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 348

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen