125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 105
groei naar volwassenheid
104
die als object en als principium divisionis van de ambtelijke vakken het ambt aanwees zoals ons dat in de Schrift wordt getekend. Daarmee werd zijns inziens aan de praktische vakken een juiste plaats ‘in het organisme der theologie’ geschonken, het was een volwaardig theologisch vak, geen praktisch aanhangseltje dat slechts nuttig was voor het predikantenbestaan. Een en ander werd onder meer concreet in een handboek voor het huisbezoek en een grote bijdrage aan een handboek voor het diaconaat.48 Op het nieuwtestamentisch vakgebied werkte hij zich snel en deskundig in.49 In zijn rede ter gelegenheid van de overdracht van het rectoraat in 1905 ging hij het gesprek aan met de ‘religionsgeschichtliche’ school. Voor Biesterveld was het christendom de absolute en onfeilbare openbaring en daarmee fundamenteel verschillend van de andere godsdiensten. Deze dienen verklaard te worden vanuit het christelijk geloof, en niet het christendom uit de andere godsdiensten. De canon was voor hem één geheel, de Schrift heeft één subject, de Logos, en één auteur, de Heilige Geest. In 1908 publiceerde hij een geprezen studie over de brief aan de Kolossenzen.50 Hoewel Biesterveld een snelle werker was en een hoge productie had, heeft hij niet veel meer dan enkele belangrijke aanzetten kunnen geven. Daarbij speelde een rol dat hij een dubbele leeropdracht had en dat hij op jonge leeftijd overleden is. Vermeldenswaard is verder dat onder zijn leiding de eerste promotie op nieuwtestamentisch gebied plaats vond, die van zijn leerling Grosheide.51
C. van Gelderen Met de komst van Van Gelderen verscheen de eerste specialist voor bijbelse vakken aan de vu sedert het vertrek van Dilloo in 1886. Naast het Hebreeuws en de archaeologia sacra doceerde hij de exegese van het Oude Testament, inclusief de canoniek, hermeneutiek en tekstkritiek. Tot 1910 werd hij daarin bijgestaan door Rutgers, daarna heeft hij deze taak 10 jaar lang, tot de komst van G. Ch. Aalders in 1920, alleen vervuld. Mede als gevolg daarvan richtte hij zich meer op de oudtestamentische wetenschap dan op de Semitische letteren. Van zijn hand verschenen onder meer commentaren op Koningen, Amos en Hosea. Overigens bleef de filologie hem boeien. Zo gaf hij in later jaren Elamitisch.
Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 104
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's