Het Principium Theologiae in zijne Beteekenis voor de Archaeologia Sacra - pagina 8

12 II

de

inhoud der

Schrift

het

historische

stempel realiteit

archaeologie

ontleent aan

de

Heilige

der goddelijke waarheid, zoo wat zijne als

wat

zijne theologische

beteekenis

aangaat. Kort uitgedrukt hebben we dus principium theologiae na te gaan:

de

beteekenis

van het

I voor den o m v a n g der archaeologia sacra I I voor den i n h o u d der archaeologia sacra.

I.

Het

behoeft

in onzen

tijd nauwelijks gezegd te worden,

dat de naam apy^ouoXoy'M door ons niet wordt opgevat in den vroegeren,

ruimeren

zin als

kennis

van alwat de oudheid

wetenswaardigs oplevert, zoo in gebeurtenissen als in toestanden, —

maar

onderzoek

in de latere,

engere

beteekenis, welke het

van den stroom der voorbijgaande

gebeurtenissen

aan de historie toewijst, terwijl ze alleen het stroombed van de

wel niet onveranderlijke maar toch duurzame toestanden

als het gebied der archaeologie beschouwt. Voor ons is de archaeologia sacra dus als zusterwetenschap van de historia sacra onderscheiden. Doch beide komen hierin overeen, Schrift

dat

haar omvang enkel en alleen door de Heilige

wordt

bepaald. De historia sacra mag niet worden

opgevat als geschiedenis van Israël, en evenmin onze archaeologie als Hebreeuwsche, Joodsche of Hebreeuwsch-Joodsche oudheidkunde. Toch voor

mogen

de hand

bezig te

we ons niet ontveinzen, dat dit laatste zeer ligt, juist

houden

met

omdat de archaeologie zich heeft

blijvende toestanden, welke ons voor

geen ander deel der heilige geschiedenis i n d i e mate bekend

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen