Omvang en invloed der Zuid-Nederlandsche immigratie van het laatste kwart der 16e eeuw - pagina 38
Rede ter aanvaarding van het hoogleeraarsambt aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
36
OMVANG E N I N V L O E D D E R Z U I D - N E D . IMMIGRATIE. l
dig" waren? ) En ja, waarom zou ook de „brusselsche swans" en de eigenaardigheid, waarom de Antwerpenaars sinjoren heeten een specifiek 19e- en 20e-eeuwsch verschijnsel wezen! ) Zoo zal het optreden der uitgewekenen in onze Noordelijke steden zeker wel opvallend zijn geweest. Maargeeft dat nugenoegzamen grond hen ervan te beschuldigen, dat zij ons vaderland naar den afgrond van overdaad en demoralisatie hebben meege sleept, en zijn burgerij hebben beroofd van hun degelijkheid en zedelijke kracht? Het wil er bij mij niet in. Natuurlijk, er zullen onder de immigranten ook wel voor onze natie schadelijke ele menten zijn geweest. Maar dat de komst der Zuidelijken als ge heel, omdat die menschen — in kleeding en manieren — nu, laat ik maar zeggen wat fleuriger waren, dan men hier gewend was, een slechten invloed heeft gehad, dat kan toch eigenlijk alleen hij denken, die nog steeds bevangen zit in het meelij-wek kende Braakensiek-geloof, dat er geen emblemen te bedenken zijn voor een man van strenge denkbeelden en een rigoristische levensopvatting dan een stropdas en een besteedster. Trouwens, de feiten geven een heel ander geluid. Hier is er een: „In den Leycesterschen tijd", zegt Mr. S. Muller Fzn., „als de heftige Zuid-Nederlandsche vluchtelingen den baas spelen te Utrecht", begint in de oude bisschopsstad een her vorming, „die denken doet aan het régime van Savonarola te Florence. Alle publieke vrouwen worden de stad uitgezet; de kermis wordt afgeschaft, ja het dansen verboden. De volks gebruiken op St. Maartensavond (10 November) — klokgelui en het loopen der straatjongens met brandende fakkeltjes — wordt verboden als afgoderij, en (heuchelijker gevolg!) bij het straffen van misdadigers eischen de predikanten zachtere prak tijken )". Me dunkt, wie zoo optreedt kan toch moeilijk aan hanger van een laxe moraal worden genoemd! Maar wellicht vindt ge dezen, toch slechts localen gang van zaken als bewijs 2
8
') G. BRANDT, a. w., D. i, bldz. 406. *) Vfcl. R. F R U I N , Uittreksel utt Fr. Dusseldorpii 114. ) S. MULLER. FZN., a. te., bldz. 435. 3
Annales ('s-Grav. 1894), bldz.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 december 1918
Inaugurele redes | 66 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 december 1918
Inaugurele redes | 66 Pagina's