Verslag aan de Algemeene Vergadering over het jaar 1881 - pagina 8

G

op het hoogste gebied des levens, den goeden strijd te strijden voor den Heere en Zijne heilige kerk, vooi' den Heere en ons volk en onze koloniën! Gave God, dat de besten onzes volks zich opmaakten om onze plaatsen in te nemen en dat van de gemeente een gedurig gebed tot Hem opging, om die mannen te zalven met eene dubbele mate des Heiligen Geestes, opdat wij eerlang eene bloeiende Gereformeerde d. i. zuiver Christelijke Universiteit mochten hebben naar het harte onzes Hollands! Doch de toestanden nemende, zoo als ze zijn, mogen wij dankbaar op het afgeloopen jaar terugzien, dankbaar zelfs voor den feilen tegenstand van sommigen. Langzaam, maar zeker, beginnen de beginselen, niet het minst als heilzame vrucht van den tegenstand, besproken te worden en door te werken. Er komt meer besef, dat de Overheid niet geroepen is onderwijs te doen geven en het ook niet kan, al ware het alleen daarom niet, omdat aan de Overheid nooit de gave der liefde is beloofd. Zonder liefde tot de waarheid, liefde tot de wetenschap en de kinderen onzes volks, wordt het onderwijs eenvoudig africhting tot eenig staats- of maatschappelijk doel. Daarentegen komt er meer waardeering van het zachte juk en den lichten last van den Heere Jezus, zoodat zijne Souvei'einiteit in Zijn kerk en Zijn heerschappij op elk levensgebied door velen weer wordt erkend en begeerd. Ook vermindert de vrees voor cleiicalisme, om weldra, naar wij hopen, plaats te maken voor beter inzicht in den aard, de waardij en de heerlijke roeping der Kerk, d. i. van die gezegende instelling Gods, waaraan het heil der volken hangt. - Omtrent de beginselen komt meer helderheid, meer scheiding tussclien het ware en valsche; en wij zelven, die de Gereformeerde Universiteit voorstaan, hebben aan den strijd, waartoe zij aanleiding gaf of waartoe zij het voorwendsel was, hoe droef ook soms voor het hart, veel te danken, voor helderder inzicht van hetgeen wij behooren te zoeken. Mocht de Heere geven, dat de liefde tot de waarheid, d. i. Zijne loutere waarheid, bij ons en velen toeneme, dan is het bestaan der Universiteit verzekerd. Nog is zij slechts in wording: wij hebben nog slechts diie faculteiten, waarvan slechts éen een tamelijk voldoend getal Hoogleeraren telt. Toch langzaam gaan wij vooruit. Zoo werd in het afgeloopen jaar Dr. J. Woltjer, leeraar aan het Gymnasium te Groningen, benoemd tot hoogleeraar in de Letterkundige Faculteit, en heeft deze terstond na de groote vacantie zijne werkzaamheid aangevangen,met het houden eenerrede

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen