GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1907-1908 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 188

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

178 doende en moet zi] door eene andere onderstelling vervangen worden. Van welken aard, vervolgt LAPLACE, ook de oorzaak moge wezen, waarvan al de boven vermelde verschijnsels gevolgen zijn, zij moet al de planeten van ons planetenstelsel omvatten, en wijl die dwaalsterren op groote afstanden van elkander staan, kan die oorzaak niets anders geweest zijn dan eene vloeistof van buitengewone uitgebreidheid. Ten einde aan al die planeten een gelijk gerichte en bijna cirkelvormige beweging om de zon mee te doelen, moet die vloeistof de zon hebben omringd als een dampkring. De beschouwing van de bewegingen in ons planetenstelsel brengt er ons toe te onderstellen, dat tengevolge van eene buitengewone warmte de atmosfeer der zon zich oorspronkelijk uitgestrekt heeft tot over, tot buiten de banen van alle planeten, en dat zij van lieverlede is samengekrompen tot hare tegenwoordige grenzen. In den oorspronkelijken toestand, waarin de zon volgens onze onderstelling verkeerde, geleek zij op eene nevelvlek, bestaande uit eene meer of minder schitterende kern, omgeven door een nevel, die zich rondom die kern steeds meer condenseert en haar eindelijk in eene ster verandert. Indien men hieruit bij analogie afleidt, dat al de sterren op deze manier gevormd zijn, dan kan men zich gemakkelijk voorstellen, dat deze vroegere toestand nog voorafgegaan werd door andere toestanden, waarin de nevelachtige stof nog veel ijler en de kern veel minder lichtgevend was. Zoo komt men eindelijk, wanneer men zoover mogelijk opklimt, tot een nevelvlek of nevelwolk die zoo ijl is, dat men haar bestaan nauwlijks meer kan vermoeden. Sedert langen tijd heeft de bizondere groepeering van sommige sterren de aandacht getrokken van wijsgeerige waarnemers. MITCHEL heeft reeds opgemerkt, hoe onwaarschijnlijk het is, dat de sterren der Plejaden (het Zevengesternte) bij toeval zouden geraakt zijn in de kleine ruimte, waarbinnen zij besloten zijn; en hij is tot het besluit gekomen, dat deze en dergelijke groepen van sterren aan eene algemeene oorzaak moeten worden toegeschreven. Zulke groepen zijn een noodzakelijk gevolg van de condensatie van nevelvlekken, die meer dan ééne kern bezitten, want het is duidelijk, dat zulke kernen de nevelmaterie aantrekken en verdeden, en zoo ten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1908

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 202 Pagina's

1907-1908 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 188

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1908

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 202 Pagina's