1908-1909 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 22

14 worden. De nauwkeurige observatie van het temperatuurverloop geeft ons aan het ziekbed in de meerderheid der gevallen nog geen helder inzicht in den lichamelijken toestand; percussie, auscultatie en tal van andere methoden moeten dikwerf te hulp worden geroepen. Bij dezen stand van zaken ware het zeker niet verstandig de ziekten te classificeeren naar den gang van den thermometer, hoe hoog deze ook door den arts aan het ziekbed wordt geschat. Evenmin ware het m. i. doelmatig een groepeering van de verschillende gesteldheden van het geestesleven te beproeven op de basis van eene graphische uiting. De bezwaren zijn echter geenszins alleen van theoretischen aard. Schuyten, de directeur van het stedelijk paedologisch laboratorium te Antwerpen, heeft, evenals aan vele andere uitingen van den kindergeest, ook aan de kinderteekeningen goede aandacht gewijd ; hij heeft een groot aantal teekeningen gemeten en geanalyseerd; de veelheid van tabellen en de massa van cijfers, welke hij mededeelt, getuigen van de zorg, door hem aan het onderwerp besteed en toch : ') „Bij het zoeken naar de gemiddelde typen per groep van honderd schetsen werd ik alras gewaar, dat ik poogde eene onmogelijkheid te bewerkstelligen. Het bleek inderdaad, dat een dusdanig honderdtal volstrekt niet homogeen is, ondergroepen vertoont, die niet scherp konden worden vaneen gescheiden. Een geschikte basis tot onderverdeeling dor teekeningen kon maar niet worden uitgevorscht. Tevergeefs trachtte ik mij te steunen op de aangebrachte deelen: kop, romp, ledematen; op de wijze, waarop die deelen waren voorgesteld en geteekend: een groep van honderd „ventjes", door kinderen van denzelfden ouderdom geschetst, zijn eerstens allen volkomen verschillend in hunne uiterlijke vormen, tweedens ongeschikt om gegroepeerd te worden volgens eene positieve basis. Althans, ik was verplicht een groot aantal hoopjes te maken, en dan stond ik weer voor de moeilijkheid die hoopjes saam te smelten tot een klein aantal kleinere hoopjes, hetgeen mij nooit voldoening gaf." „Toen ik eenige honderdtallen op den vloer uitspreidde was ik getroffen over den duidelijken stempel, die elke groep, in haar geheel 1) Paedologisch jaarboek, 1904, pag. 54.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen