GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1919 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 75

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

61

In tegenstelling met de meeste psychiaters uit het begin der 19e eeuw is HEINROTH monist. Het dualistisch standpunt van zijn tegenstanders NASSE, JAKOBI, e.a. noemt hij verouderd. „We moeten een menschelijk wezen niet beschouwen als bestaande uit twee substanties, stof en geest, maar als één levend wezen, waarin dat leven zich openbaart op twee manieren." HEINROTH'S monisme is dus spiritualistisch, of nog liever energetisch. Deze beschouwing van den mensch voerde hem tot een monistische opvatting van al het zijnde. „Wel is waar beweert men voor een groot gedeelte mijner tijdgenooten ongelooflijke dingen, wanneer men aan het stoffelijke in de wereld twijfelt; en bijna niemand is van zijn eigen bestaan nog meer overtuigd, dan daarvan, dat de voornaamste voorwaarde van dat bestaan materieel is. De toekomst zal ook hier licht brengen, en dan zal men zich verwonderen over de verstandeloosheid dergenen, die het begrip der materie opstelden." HEINROTH was echter in zijn beschouwingen volstrekt niet oorspronkelijk. In het voorbericht van zijn anthropologic erkent hij zelf veel geleerd te hebben van FICHTE, SCHELLING en KANT. Met KANT zegt hij, „dat 't geen wij in ons en buiten ons (ons lichaam inbegrepen) waarnemen, verschijnselen zijn ; twee rijen van verschijnselen, die wijzen op en uitingen zijn van het werke. lijk bestaande." Dat werkelijk bestaande, volgens KANT het onkenbare ,,Ding an sich", is volgens HEINROTH in ons menschelijk wezen: ons ik, onze ziel. HEINROTH zoekt dus den strijd tusschen soma en psyche op te lossen door aan te nemen een psychophysisch parallelisme, met ps>-chisch-monistische beschouwingen over het wezen van den mensch. ,,Psychische en somatische afwijkingen gaan steeds samen; die afwijkingen zijn pathologische verschijnselen, ontstaan door het ziek zijn van het wezenlijk bestanddeel van den mensch. Is de ziel van den mensch krank, dan ontstaan ziekelijke acties en deze openbaren zich op twee manieren, naar twee zijden, in 't lichaam en in 't bewustzijn." HEINROTH'S psychologie vertoont dus innige verwantschap met die van SPINOZA, van LEIBNIZ en andere philosophen, die in het geestelijke de alleen bestaande werkelijkheid meenen te vinden, en er toe komen de realistische opvatting in de wetenschap te

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 182 Pagina's

1919 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 75

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 182 Pagina's