GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1919 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 175

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

161 al heeft B. enkele waarnemingen daaraan toegevoegd, het feit van gewoontevorming is van algemeene bekendheid. Wat nu de algemeene beschouwingen betreft, in hoofdzaak ga ik met B. accoord voor zooverre hij het instinct als een psychische functie opvat, en o.a. BETHE'S reflextheorie weerlegt, en het helio- en chemotropisme afdoende bestrijdt, doch aan den anderen kant kan ik mij niet met alles vereenigen, vooral niet met de theoretische beschouwing uit de openingsrede, waarheen B. verwijst en waarom deze mede besproken wordt. Allereerst, is 't wel juist om de gewoontevorming op te vatten als een afzonderlijk instinct? In navolging van WASMANN ^) zou ik liever spreken van een psychische modificatie of van een psychisch regulatie-vermogen waaronder verstaan wordt „die Fahigkeit der Tiere, ihre Tatigkeiten (die sich in Bewegungen afiszern) den veranderten Umstanden und Bedürfnissen anzupassen. Diese Anpassung erfolgt auf Grund der Sinneswahrnemung und Sinnes erfahrung des Tieres." (pag. 147). Vooral heb ik bezwaar tegen het gebruik van het woord instinct in anderen zin dan gewoonlijk geschiedt. Als instinct in engeren zin beschouwt WASMANN „die erbliche zweckmaszige Anlage des sinnlichen Erkenntnisz- und Begehrungsvermögens im Thiere", en als instinct in wijderen zin de modificeering van de erfelijke instincten, op grond van de zintuiglijke ervaring van het dier; dus de gewoontevorming. De grenzen tusschen de levensverschijnselen in 't algemeen en de instinctieve handelingen, en (theorethisch althans) tusschen de instincthandelingen en het intellect worden uitgewischt. Zooals reeds bleek uit de rede, uitgesproken bij de opening van het physiol. Laboratorium. ^) Instinct wordt niet alleen aangenomen bij het dier, doch ook bij de plant, en zelfs bij de cellen. Het uitgroeien van een ganglion cel, de groei, kortom alles is instinct. De instincten worden dan weer onderscheiden in orgaanvormende en orgaan-gebruikende (p. 29). „Instinct is het psychische van plant en dier, de grond van ontogenese en philogenese", „instincten zijn 't die de verschillende deelen van het embryo beheerschen en onder bepaalde omstandigheden onafhankelijk van elkaar werkzaam zijn". ') E. WASMANN S. J. Die psychische Fahigkeiten der Ameisen 1909. ^) Zie Orgaan. Jaargang 1918.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 182 Pagina's

1919 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 175

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 182 Pagina's