GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 28

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

20

De twee wegen maken met elkaar een hoek van ongeveer 100". In de omgeving der zon zijn de beide stroomen zoo dooreengemengd, dat we overal, in welke richting we ook zien, sterren van beide stroomen vinden. Later hebben de radieele snelheden een nieuw bewijs geleverd voor het bestaan der stroomen. Prof. KAPTEYN heeft de gevonden convergentie der bewegingen verklaard als een perspectivisch verschijnsel. Hij meent, dat alle sterren, die tot eenzelfde stroom behooren, zich volgens evenwijdige lijnen bewegen; maar dat deze richtingen schijnbaar in één punt aan den hemel samenkomen. In 1907 reeds gaf SCHWARZSCHILD een andere verklaring van de waargenomen regelmaat. SCHWARZSCHILD meende, dat de snelheidsverdeeling ellipsoïdaal was. Hij kende dus aan de ruimte een structuur toe, zooals we die vaak in kristallen vinden, waarbij snelheden niet in alle richtingen met dezelfde frequentie en dezelfde grootte voorkomen. Men kan deze theorie ook anders voorstellen, zooals SCHWARZSCHILD het doet in een populaire lezing.') Hij zegt, dat er een heerweg bestaat voor de vaste sterren, waarlangs zij zich in beide richtingen bewegen. Op deze wijze komt de eenheid van het sterrenstelsel niet in het gedrang. Aanvankelijk bestond het verschil tusschen deze beide theorieën slechts in een verschillende manier van uitdrukking en voorstelling. EDDINQTON had dan ook gelijk, toen hij het verschil tusschen de beide opvattingen met het volgende voorbeeld illustreerde: Wanneer we schepen op een rivier zien varen, dan kunnen we dit, zegt hij, op verschillende manier beschrijven. De eene toeschouwer aan den wal zal constateeren, dat sommige schepen huiswaarts keeren en andere naar zee gaan en dus twee groepen van schepen aannemen. Een ander zal echter de hiermee geenszins strijdige opmerking maken, dat alle schepen liever langs de richting van de rivier varen dan van wal tot wal. Toch gaat het eigenlijke onderscheid dieper. Uit de opvattingen van SCHWARZSCHILD en KAPTEYN hebben zich twee theorieën ontwikkeld, die onder de namen monisme en dualisme bekend zijn. KAPTEYN had in zijn eerste publicatie ~) uit zijn waarnemingen geen conclusies getrokken over het wezen der stroomen. Eenige ') Ueber das System der Fixterne, 1909. ^) Report British Association 1905.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1920

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's

1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 28

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1920

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's