GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 34

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

26

ring af, die zich tot een bol samentrok, welke als een planeet z\\n beweging voortzette. Dit proces herhaalde zich zoovele malen als er planeten zijn, terwijl in het midden de centrale nevelmassa als een langzaam wentelende zon overbleef. In deze theorie blijft de oorsprong van den gasnevel en het ontstaan der eerste beweging onverklaard. Maar afgezien daarvan bestaan er zooveel mathematische bezwaren tegen deze theorie, die een vaste bol wil doen ontstaan uit een afkoelenden nevel, dat zij in haar oorspronkelijken vorm in wetenschappelijke kringen geen aanhang meer vindt. Wel herleeft zij soms in eenigszins gewijzigden vorm b.v. in de hypothese van Pater BRAUN, die de oorsprong der planeten zoekt in verdichtingsplaatsen in den grooten oernevel. Onze aarde b.v. is volgens hem niet van de zon afgewenteld, maar als een zelfstandig verdichtingscentrum ontstaan en door de zon „gevangen". Van de talrijke cosmogonetische theorieën, die de laatste kwarteeuw zijn opgesteld, willen we er nog slechts één vermelden, die de laatste jaren veel opgang maakte. We bedoelen, die van de Amerikaansche geleerden MOULTON en CHAMBERLIN. Zij nemen aan, dat het zonnestelsel ontstond uit een spiraalnevel, waarvan de deelen een baan beschreven om een centrale kern. Uit de onregelmatigheden in dezen nevel werden de planeten geboren en uit de kern zou de zon zijn voortgekomen. Deze nevel zou ontstaan zijn, doordat twee zonnen elkaar rakelings passeerden. Inderdaad kan men met de wetten der mechanica aantoonen, dat onder bepaalde omstandigheden bij de tangentieele raking van twee sterren een spiraalnevel zou kunnen ontstaan. Tegen deze theorie bestaan dan ook niet zooveel mathematische bezwaren als tegen die van KANT en LAPLACE. De oorsprong der sterren, die de spiraalnevel deden ontstaan, laat zij echter geheel onverklaard. Zoo gaat het met de meeste cosmogonetische theorieën. Vele dienen zich aan als een compleet verhaal van het ontstaan van het heelal. Maar van de auteurs van deze theorieën geldt wat een bekend leerboek der sterrenkunde over cosmogonie schrijft: „Die Kosmogonie ist von jeher der Tummelplatz ausschweifendster Spekulationen solcher Menschen gewesen, die zwar phantasiebegabt sind, denen aber die mathematische und physikalische Bildung ganzlich mangelt, und die aus diesem Qrunde nicht beurteilen können, ob ihre Ideen mit den Qesetzen der Mechanik

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1920

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's

1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 34

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1920

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's