GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1921 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 28

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

16 zich van zelf voordoen bv. bij het spel en schoolreisjes. Bijzonder geschikt is in dit opzicht ook het arbeidsonderricht en de werkzaamheid in schoolwerkplaatsen. 6. De onderwijzer krijgt een schema voor zijn aanteekeningen (zie later). 7. Valt den onderwijzer iets bijzonders op van zijn leerling, dan moet hij dit direkt opteekenen met al de bijzonderheden, die er bij in aanmerking komen. Buitendien moet de onderwijzer van tijd tot tijd b.v. telkens wanneer de rapporten worden gegeven, het 'algemeen gedrag ten opzichte van de (straks te noemen) eigenschappen de revue laten passeeren en ook den dus gevormden, algemeenen indruk, in zoover deze iets karakteristieks biedt, noteeren. 8. Jaarlijks gaan er berichten over de leerling naar den vertrouwensman. Deze verwerkt ze en geeft ze af aan een andere school (bij overplaatsing), of aan het beroepskantoor (bij 't verlaten van de school). 9. Deze berichten staan ten allen tijde ter beschikking voor den opvoeder en ze moeten hem voorgelegd worden bij overplaatsing of verlaten van de school. Elke onderwijzer heeft den plicht, zoodra hij door een waarneming bij een leerling een zedelijk gebrek meent te moeten aannemen, dit dadelijk aan den opvoeder mee te deelen, deze moet door onderteekening aangeven, dat het hem ter kennis gebracht is. Tegen den inhoud van een bericht kan de opvoeder in verzet komen. 10. De berichten blijven geheim. Ze mogen niet ten grondslag gelegd worden aan een ambtelijke beoordeeling van den onderwijzer. De berichten en aanteekeningen moeten verzameld worden voor een onpersoonlijke wetenschappelijke bewerking bij een officieel bureau. Behalve de 4 vragen, die meer speciaal voor den schoolarts bestemd zijn, zijn er nog 23 met toelichtingen voor den onderwijzer. Deze vragen en toelichtingen zijn wat eenvoudiger dan die, welke boven gememoreerd zijn. Behalve naar de bijzondere begaafdheden moet een onderzoek ingesteld worden naar de bezigheden in de vrije uren, naar het al of niet wisselende in de neigingen van den leerling, zijn gevoelstoon. Door gebruik te maken van een opstel over beroepskeuze, kan men nagaan, hoe de leerling zich zijn toekomst indenkt, of hij en waarom hij een neiging heeft voor een bepaald beroep. Men moet nagaan of de leerling zonder bijzonderen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1921

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 104 Pagina's

1921 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 28

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1921

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 104 Pagina's