1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 48

40 overvloedig te verzamelen is, en dus een nieuwe stam gevormd kan worden —, dan is er onrust in de korf, de eerste zwerm komt voor den ymker onverwachts. Duizenden en duizenden gaan er mee met de oude koningin. Zij hebben zich te voren van honing voorzien. Zulk een zwerm bestaat soms tot 80.000 bijen, de anderen blijven aan hun arbeid, zij zoeken den honing en brengen die naar de raat. Hoe weten nu zij die weggaan, dat zij honing moeten meenemen, hoe weten de anderen, dat zij rustig achter moeten blijven, en door moeten gaan met hun dagelijksch werk? ,,L'esprit de la ruche", zegt Maeterlinck. De zwermende bijen steken niet, zij zijn als het ware dronken van vreugde. De verlaten korf is toch geen doodenstad. Steeds openen zich de urnen, en kijken twee paar oogen de wereld in. De eenzaam achtergeblevenen weten, dat de koningin weg is. Zij beginnen nu te knagen aan een van de oudste koninginnewiegen, zij doorbreken de gevangenis, en de nieuwe heerscheres komt naar buiten, geholpen door de vroedvrouwen, die steeds aanwezig zijn om de nieuwe wereldburgers hulp te geven. De geboren werkbij heeft ongeveer zeven dagen noodig voor zij kan uitvliegen. Is de koningin geboren, zoo komt na tien minuten al onrust over haar. Zij gaat langs de raat, de werkbijen gaai voor haar op zij, daar valt zij als een furie op de groote cellen aan, doorgraaft de wand, en doodt de daarin gelegen nog ongeboren vrucht, Werkbijen uit haar gevolg verwijderen deze. Zoo gaat zij van de eene groote cel naar de andere. Geeft zij de taak op, zoo doen de werkbijen dit, zij, die nooit hun angel tegen de heerscheres zullen gebruiken, maken nu de nog levende ongeboren vrucht dood. Zoo weet de koningin den strijd met mededingsters te voorkomen, want slechts ééne kan heerscheres zijn in de bijenstad. Soms echter beletten de bijen haar den doortocht; z.j ontsteekt in woede, begint te tuiten, de rijpe ongeboren vruchten tuiten terug, deze willen den strijd aanvaarden, en knagen aan hun woning, maar de bijen brengen steeds was aan, aan de buitenkant, want zij weten, zoo de vrucht ontsnapt, moeten zij den strijd toelaten, de jongste zal. het meestal verliezen. Na enkele dagen gaat nu de jonge koningin zwermen, nu zij merkt, dat zij niet heerschen zal in de woning, gaat zij heen, weder eene menigte volgelingea medenemend. Nu kan de volgende princes-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen